Boerderij “Achter Börg” 20-05-1803 Geldlening van F. Snethlage

___________________________________________________________

Datum: 20-05-1803
___________________________________________________________

Copia
Henricus Cleveringa Richter van Leens Certificere met deezen oppenen verzegulden brieve van transfix, dat persoonlijk voor mij zijn gecompareerd: 
De Heer F: Snethlage predikant benevens de E Enne Geerts beide te Leens woonachtig als verkoperen, van het in de aan deze transfix wijze verbonden verzegeling vermelde verkocht;
Dewelke verklaarden, dat zij met de koperen Jacob Jans en Duurke Derks ehel: waren overeen gekomen dat het laatste termijn restand koopschat groot Twee Duizend, negen honderd en tien Car. gulden, over het verkochte ten getranssigeerden koopbrieve vermeld zoude verblijven, op huir in plaats van renten, tevens bekende en beleed bij dezen Enne Geerts zijne halfscheid aan opgemelde restant koopschat ter Summa Viertienhonderd en vijf en vijftig Car: gulden in den koperen plaats en comptante penningen ontvangen te hebben van de Heer Predikant F Snetlage opgemeld, en over zulks voor zijn aandeel ten vollen quiterende, zo gaf hij aan de Heer opschieter voornoemd, volkomen recht van cessie.
Voorts Compareerden, mede voor mij zegulaar, de koperen gemeld, dewelke verklaarden, dat dit alles op hun verzoek was geschied, en daarin volkomen genoegen te nemen, en beloofden van deze volle f 2910 gulden aan de Heer Predikant Snethlage jaarlijks na vier ten honderd, huire in plaats van renten te zullen betalen, en geen recht van eigendom op het gekochte in de koopbrief van deze geannecteerd vermeld, te kunnen nog mogen pretenderen alvorens dit restand koopschat en huiren ten vollen zullen zijn betaald, en zal het eerste jaar hure komen te verschijnen op 1e Maij 1804 en zo vervolgens jaarlijks en onverjaard tot dage van aflossinge toe, en wien de aflossinge eerst begeerd, zal het den ander een vierendeel jaars voor den verschijndag moeten laten opzeggen om als dan dit restant koopschat en huiren in plaats van renten te mogen aflossen of moeten opbrengen in klinkende munte en vrij kost en schadeloos geld, met de kosten van opzage bovendien;
Voor welk restant koopschat en te verschijnene huiren in plaats van renten zij koperen en de debiteuren (:boven en behalven het aan de verkoper verbleeven recht van gereserveerden Eijgendom, op het, gekochte ter verregeling aan dezen door getogen staat vermeld:) ieder in Solidum ten onderpand stelden alle hunne hebbende en verkrijgende goederen gene uitgezonderd. 
Dit alles met onderwerpinge aan alle Hoge en Lage Rechten en Gerichten, en de parate reale Executie van dien onder afstand van alle tegenstrijdige Exceptien, en in specie die van Ordines [] en zij vrouw Debitrice mede die harer vrouwelijke voorrechten senatus consulte vellejani et authenticae si qua Mulier, van welke inhoud zij verklaarde door mij zegulaar wederom wel onderricht te zijn.
In oirkonde der Waarheid, en tot vestenisse dezes, heb ik Richter opgemled, dezen op der Comparanten verzoek, en beleijnge met de Originele koopbrief, transixwijze verbonden, en met mijn gewoon Zegul en naamssubscriptie gecorroboreerd, in het jaar onzes HEEREN 1800 en drie op den twintigsten Maij 1803 
(:was getekend:) H: Cleveringa 
De Originele dezes was op Francijn geschreeven en met een Zegul van Groen Wasse bevestigd.
___________________________________________________________

Naar Boerderij “Achter Börg”