___________________________________________________________ |
13-10-1972 Nieuwsblad van het Noorden
Expositie op borg Verhildersum werkelijk een lust voor de neus
Een lust voor de neus is de slotexpositie van dit seizoen op de borg Verhildersum in Leens. Met als titel „Een historie in geuren en kleuren” gaat het om een overzicht van het gebruik van reukstoffen door de eeuwen heen. En hoewel de meeste tentoonstellingen gezien moeten worden, is dit er een die geroken moet worden. Want het is niet bij een historisch overzicht in plaatjes, voorwerpen en teksten gebleven.
Op de borg is een veelheid van geuren samengebracht met als hoogtepunt een reukdiner met vele tientallen geurige gangen in de vorm van een rijk voorziene dia waarop ettelijk welriekende planten, kruiden, bladeren, vruchten en watjes die in uit planten gewonnen geurstoffen gedrenkt zijn.
Het gebruik van reukstoffen hield oorspronkelijk hoofdzakelijk verband met religieuze handelingen. Goden werden vaak geurige offers gebracht, zoals in Egypte waar men voor de zonnegod hars, mirre en kapu brandde. Ook in de bijbel was het gebruik van reukwerken alleen in verband met geloof toegestaan. Van de bijbelse Ester wordt verhaald dat zij zich zes maanden in mirre en zes maanden in specerijen baadde voor dat zij tot koning Ahasverus (bekend om zijn fijne neus) ging. Ook in Egypte bleef het gebruik niet tot offers aan goden beperkt. Zo is in Verhildersum een afbeelding te zien van prinsessen met een kegel van was op hun hoofd die in de zon smelt zodat de geparfumeerde was in hun pruiken loopt.
Lange tijd bestond er alleen in de oosterse landen een verfijnde reukstoffencultuur. In Europa werd het gebruik pas algemeen toen men tijdens pestepidemieën sterk geurende kruiden uit Arabië ging branden. Reukstoffen zijn hier lange tijd vooral gebruikt om kwalijke luchtjes te verdoezelen. Zo werd aan de Franse hoven met parfum gewerkt om de stank te verdrijven die achter de kamerschermen opsteeg waar men zijn behoeftes deponeerde. Op Verhildersum is een merkwaardig beeldje van een mannetje dat ’t in zijn broek heeft gedaan, maar een welriekende roos in het knoopsgat heeft gestoken. Hoewel parfums vooral bij vrouwen in trek waren, duurde het toch nog tot de achttiende eeuw eer vrouwen over een lekker geurtje konden beschikken. Dit na de invoering van reukflacons en loddereindoosjes. Behalve verfrissend en geurig was het ook nog een middel om aan de man te komen. In het Gronings heette zo’n loddereindoosje zonder omwegen „Lok mie de vent“.
De expositie is tot stand gekomen in samenwerking met de tentoonstellingscommissie van „de Maatschappij ter bevordering van de belangstelling voor Antiquiteiten“, ’n subvereniging van het Groninger Studenten Corps „Vindicat Atque Polit.
Er is een groot aantal antiquiteiten, onder meer een flacon voor reukstoffen uit 1300 voor Christus en een fraaie collectie zilveren lodderein- en snuifdoosjes.
Een hoofdstuk apart is het gebruik van tabak en snuiftabak. Dat laatste wordt nog steeds (in Engeland) gemaakt, men kan er van genieten.
Wie zich van zijn reukvermogen bewust wil worden, moet deze expositie niet aan zijn neus voorbij laten gaan. Verhildersum is nog tot en met 30 oktober geopend.
ERIK BEENKER.
___________________________________________________________ |
Naar Ommelander Museum/Verhildersum