___________________________________________________________ |
06-07-1934 Algemeen Handelsblad, vrijdag
KUNST
ROMAN VAN JOH. FABRICIUS WORDT VERFILMD
„Het Meisje met de blauwe hoed”
Naar wij vernemen zal voor de Nederlandsche filmmaatschappij N.V. Filma, onder leiding van den heer Will Tuschinski, de roman „Het Meisje met de blauwe hoed” van Johan Fabricius worden verfilmd. Deze film zal worden opgenomen in een nieuwe filmstudio-hal van de Cinetone aan de Duivendrechtsche kade te Amsterdam.
De nieuwe hal, die thans in aanbouw is, zal op 1 September a.s. in gebruik worden genomen.
„Het Meisje met de blauwe hoed” is de eerste film die er zal worden opgenomen.
___________________________________________________________ |
06-07-1934 Nieuw Weekblad voor de Cinematografie
Belangrijk nieuws uit de Nederlandsche industrie.
Donderdag den vijfden Juli is de eerste paal geheid voor de nieuwe studio, grooter dan het bestaande, van de Cinetone aan de Duivendrechtsche Kade te Amsterdam. Een paar weken geleden konden we omtrent de plannen voor dezen bouw reeds iets melden. Dit is ongetwijfeld een mooien dag voor de Nederlandsche industrie, want de levenskracht is door de noodzakelijkheid van deze uitbreiding gebleken.
Dit nieuwe studio wordt voorzien vaneen geheel nieuwe geluids-installatie met al de daarvoor benoodigde apparaten. De inrichting zal in alle opzichten in orde zijn. Wij kunnen de mededeelingen van den bouw van deze studio nog aanvullen met een andere n.l. dat nog een andere firma, dan die reeds werkzaam zijn, zich wijden aan de fabricatie vaneen Hollandsche film.
Met 1 September zal worden begonnen met de verfilming van „Het meisje met de blauwe hoed” van Jan Fabricius.
Deze film wordt vervaardigd door het bureau voor Cinematografie „Filma” te Amsterdam. De productie-leiding zal berusten bij Will Tuschinski. De naam van den regisseur hopen wij binnenkort te kunnen mededeelen.
___________________________________________________________
16-07-1934 Algemeen Handelsblad, maandag
„HET MEISJE MET DE BLAUWE HOED” ALS FILM
Zooals wij reeds hebben gemeld, zal, naar den roman „Het Meisje met de blauwe hoed” van Johan Fabricius bij Cinetone te Amsterdam een film worden gemaakt door de N.V. Filma.
Nader vernemen wij, dat met de regie van deze Nederlandsche film is belast de heer Rudolf Meinert te Weenen, die reeds in de loop van deze week zijn werkzaamheden in ons zal aanvangen.
___________________________________________________________ |
27-07-1934 Dagblad De Grondwet, vrijdag
De Rolprent
„HET MEISJE MET DE BLAUWE HOED”
Truus van Aalten en Lou Bandy in die hoofdrollen.
Met de verfilming van Fabricius’ roman uit het soldatenleven „Het meisje met de blauwe hoed” in de studio’s van Cinetone te Amsterdam wordt reeds spoedig begonnen.
De regisseur Meinert uit Weenen is reeds gearriveerd. Productieleider is Willy Tuschinski, Max Tak schrijft liedjes.
Voor de hoofdrol van Toontje, den soldaat, is Lou Bandy uitverkoren en Betsy wordt Truus van Aalten.
1 September a.s. beginnen de opnamen voor de nieuwe Nederlandsche film, buitenopnamen worden o.a. in het kamp van Waalsdorp gemaakt. En November hoopt Tuschinski „Het meisje met den blauwen hoed” uit te brengen ……
___________________________________________________________
01-09-1934 De Telegraaf, zaterdag
HET MEISJE MET DE BLAUWE HOED.
Buitenopnamen begonnen.
De eerste buiten-opnamen van de verfilming van Johan Fabricius soldatenroman „Het Meisje met de blauwe» Hoed”, vonden dezer dagen in Den Haag plaats.
De hoofdrollen worden vervuld door: Truus van Aalten, Lou Bandy. Roland, Roland Varno. De bijrollen zijn o.a. bezet door Tony van den Berg, Adrienne Solser., Willy Haak, Hein Harms, Willem van der Veer. Lou Ezerman, Mathieu van Evsden, Johan Carpentier Alting, enz.
De productie-leider. Will Tuschinsky, deed voor deze film twee „ontdekkingen”: Tini van Nie en Nora Dimitrie, van wie men veel verwacht.
Nog deze week worden in Zandvoort en in Scheveningen de opnamen voortgezet en begin September gaat men in de studio werken.
___________________________________________________________ |
14-09-1934 Goudsche Courant
Schoonhoven en Gouda als Hollywood.
Opnamen voor „Het meisje met den blauwen hoed”.
Donderdagmorgen kwamen uit Amsterdam in Schoonhoven aan de wagens met het benodigde materiaal voor het maken van opnamen voor de sprekende film „Het meisje met de blauwe hoed”.
Zooals we reeds meldden, is het de N.V. Filma, die de filmopnamen verzorgt.
Het humoristische verhaal van Johan Fabricius bevat speciaal in het eerste gedeelte een aantal scènes, waarvan men er eenige te Schoonhoven liet afspelen en welke scènes men Woensdag is beginnen te verfilmen.
Op het perron ving men aan met de episode, waar Daantje Pieters, staande op het achterbalcon van een spoorwagon, afscheid neemt van zijn moeder bij zijn vertrek naar den Haag.
Werden acht dagen geleden opnamen gemaakt zonder medewerking van de artiesten, thans waren zij present. ‘t Was een ongewone drukt op het perron, artiesten, technisch personeel, enz. Ook bleek welk een massa materiaal voor deze filmopnamen benoodigd is.
Door den stationschef, den heer Jansen, werd zooveel mogelijk medewerking verleend om de opnamen mogelijk te maken.
Op het stationsplein kwamen vele ingezetenen een kijkje nemen.
Gistermiddag was Daantje van Schoonhoven aangekomen en moest hij op het perron hier overstappen in den trein naar den Haag. Hier ontmoette Daantje (Roland Varno) Betsy, het meisje met den blauwen hoed, welke rol gespeeld wordt zooals bekend, door Truus van Aalten, en samen reisden zij naar den Haag. Ook hier was de belangstelling groot.
Het publiek begrijpt echter nog niet genoeg dat bij de opnamen stilte noodzakelijk is, en telkens weer moest het verzoek om stilte dan ook herhaald worden.
Het mooie heldere weer heeft wel in groote mate medegewerkt tot het welslagen van deze eerste buitenopname.
Het draaiboek van deze Hollandsche film waaraan de heeren Alex de Haas, Rudolph Meinert, Will Tuschinski en andere beproefde krachten in samenwerking met de directeur van „Filma” den heer van Duinen, dagen en nachten hebben zitten zwoegen is in zijn definitieve vorm gereedgekomen. Op de eerste pagina van dit lijvige boekdeel prijken de volgende namen onder vermelding van de functie of rol welke zij in „Het meisje met de Blauw Hoed” vervullen.
[]
De handeling speelt zich af in Schoonhoven, op het perron van Gouda, in den Haag en het kamp van Waalsdorp.
06-10-1934 Soestduinen: Gemeente-autoriteitjes beletten filmopname
07-12-1934 Nieuw Weekblad voor de Cinematografie
07-12-1934 Radiobode; officieel orgaan van de Algemeene Vereeniging Radio-Omroep
21-12-1934 Nieuw Weekblad voor de Cinematografie
„Het Meisje met den Blauwen Hoed“.
Eindelijk is dan de dag aangebroken, waarop deze groote Nederlandsche film van N.V. Filma – Amsterdam op het witte doek vertoond zal worden.
De belangstelling van de theaterexploitanten voor „Het Meisje met de Blauwe Hoed” is ook overweldigend, niet alleen vertoont de firma Tuschinski in Amsterdam en Rotterdam dit filmwerk, maar ook het City Theater te den Haag heeft het op zijn Kerstprogramma gezet, zoodat nu inde drie hoofdplaatsen van ons land de film vertoond wordt. Bovendien gaat de film deze week nog in 11 der voornaamste provinciesteden. Zoo vernemen wij, dat o.a. de film vertoond wordt door het Flora Theater te Utrecht die reeds Donderdagavond een speciale eliteavond gaf, waarvan alle baten voor het Crisis-Comité waren, Centraal Theater Hilversum, Flora Theater Bussum, Grand Theater Groningen, Ver. Ned. Bioscopen Leeuwarden, City Theater Amersfoort, Luxor Theater Deventer.
22-12-1934 Winternummer van De Groene Amsterdammer „Het meisje met de blauwe hoed”
31-12-1934 Schoonhovensche Courant
6 Sept. Schoonhoven. De N.V. „Filma” maakt hier opnamen voor de film „Het Meisje met de blauwe hoed”.
___________________________________________________________ |
06-09-1934 Het Nieuwsblad van het Noorden van den Dag, donderdag
ZAND VOORT ALS FILM-OORD
Opnamen van „Het meisje met den blauwen hoed”.
(Van onzen correspondent). ZANDVOORT, 4 Sept.
— Eenige dagen geleden zijn te Zandvoort opnamen gemaakt voor de Nederlandsche Geluidsfilm „Het meisje den blauwen hoed”, onder leiding van Willy Tuschinski.
Op den Boulevard de Favauge werden eenige scènes opgenomen, waarin o.a. meespeelden Truus van Aalten en Roland Varno. De poging om den zonsondergang te filmen mislukte, zoodat deze scène nog eens overgenomen zal worden.
Het is opmerkelijk hoe uitstekend Zandvoort en omgeving voor filmopnamen geschikt blijken te zijn. Ook voor „De Jantjes” vond men indertijd in Zandvoorts omgeving enkele geschikte plekjes, waarvan voldoende tropen-suggestie uitging.
Johan Fabricius woonde te Zandvoort de buitenopnamen van dc verfilming van zijn soldatenroman „Het meisje met de blauwe hoed” bij, en maakte kennis met de vertolkster van de titelrol Truus van Aalten.
___________________________________________________________ |
13-10-1934 Nieuwe Apeldoornsche Courant, zaterdag
UIT DE FILMWERELD
FILMOPNAMEN ONDER SOEST WREED VERSTOORD.
„Het meisje met de blauwe hoed” de oorzaak.
IETS OVER „VREEMDELINGEN” EN „ SPIEGELGEVECHTEN”.
Zonderlinge geruchten liepen er in de hoofdstad over een drama van weliswaar niet wereldschokkende afmetingen, maar dan toch hinderlijk genoeg voor de slachtoffers, een drama dat vorige week Zaterdag de opnamen van de film „Het Meisje met den Blauwen Hoed” in het achterland van Soestduinen leelijk in de war heeft gestuurd.
Gebruikmakende van de laatste glimpjes zonneschijn en zomertijd, was men er dien morgen in het geheim op uit getrokken, eenige autobussen met zwaar gewapende militairen die er op een afstand gevaarlijk genoeg uitzagen, al waren de geweren van hout, de stalen helmen van aluminium en de klewangs ook niet heelemaal echt.
Men reed onder leiding van den producer Will Tusschinski en den Oostenrijkschen regisseur Rudolph Meinert naar het privéterrein van de vereeniging „Zomers Buiten” onder Soestduinen. Aldaar aangekomen gaf men zich over aan wat op argelooze menschen indruk moet hebben gemaakt van militaire manoeuvres in niet heelemaal normaal verband, gezien het feit, dat enkele niet geüniformeerde en toch hard werkende jongelui gebruik maakten van vreemdsoortige machinegeweren, die blijkbaar met celluloid bediend werden, terwijl de overigen min of meer geslaagde krijgsdansen uitvoerden. Deze groep stond onder kennelijk Duitsch commando. Er kwam een heer uit Soest met een penning en die vroeg op barschen toon wat dat moest en of er wel vergunning was. En terwijl men daarover debatteerde, werd het kamp omsingeld door een tweede groep van niet minder deugdelijk geuniformeerden, die echter echte geweren en klewangs droegen en aanstalten maakten daarvan zoo noodig gebruik te maken. Het was de militaire politie van het kamp van Soesterberg onder bevel van luitenant Koppens.
Wat toch was het geval? De N.R.C. geeft als antwoord op deze vraag de lezing, die de heer Will Tuschinkski in de Duivendrechtsche studio verstrekte. De autoriteiten van dezen Stichtschen uithoek waren vroeg in den morgen ervan in kennis gesteld, dat „vreemdelingen” van plan waren „spiegelgevechten zonder vergunning” uit te voeren en dat zij daarmede in conflict zouden komen met de zoo juist uitgevaardigde wet betreffende het aannemen van vreemdelingen in filmstudio’s.
Subsidair werd het dragen van heuschelijke uniformstukken ten laste gelegd. Het gaf niet, dat men aantoonde, dat deze wet toch eerst na 1 Januari van kracht zou worden en men zich bovendien op particulier terrein bevond, waarvoor vergunning was aangevraagd.
Het gaf ook niet, dat men er met het noodige bewijsmateriaal bij de hand op wees, dat het hier geen Putsch, noch spionnage betrof, doch „slechts” de op het land nog zoo ongewone verschijning van eenige geschminkte lieden met kiektoestel.
Integendeel, te oordeelen naar het relaas van den heer Tuschinski ging het er zelfs, althans van de zijde der Soester gemeentepolitie, niet altijd even zachtmoedig toe. De populaire komiek Lou Bandy kreeg nul op request met het argument dat hij dien avond ln een revue moest optreden en Willem van der Veer kreeg de kous op de kop, toen hij verklaarde dat het uniform zijn eigen uniform als reserve-officier was. Het geheele gezelschap wed in de autobussen gedrongen, en opnemingen werden gestaakt en de wapens uitgeleverd. Van twee uur tot zes uur zat daarop de compagnie van het Blauwe Hoedje gevangen te Soest.
Ofschoon, naar de heer Tuschinski meedeelde, de militaire politie ruiterlijk haar vergissing bekende, schenen de gemeentelijke autoriteiten van Soest niet te overtuigen. Er bestaat nog geen zekerheid óf en wanneer deze voor de film zeer noodzakelijke opneming herhaald kan worden, gesteld dat het grillige en der filmindustrie zoo weinig welgezinde Hollandsche herfstklimaat dat alsnog zou veroorloven. Waar voorts de aanleiding tot deze inmenging op een valsch gerucht berustte, waardoor de onderneming een schade van eenige honderden guldens heeft geleden, heeft de heer Tuchinski de zaak tevens in handen der Amsterdamsche politie gesteld, teneinde den verbreider dezer geruchten op te sporen.
___________________________________________________________
01-11-1934 Het Volk
Finale van het Blauwe Hoedje
Lou Bandy zingt ‘n duo met Lou Bandy
„Het wordt Amerikaans!” verzekert Willy Tuschinski”
Duivendrecht ….. welk een wolk van uitlandse romantiek komt er langzamerhand, of we het willen of niet, toch te hangen rond de naam van dit eenvoudige polderplaatsje, onder welks rook — het kan ook de rook van Amsterdam zijn, maar in elk geval stinkt het er geducht — thans het sprookjesachtig Amerikaanse filmleven opbloeit.
Niemand kan er zich aan onttrekken. Producer-auto’s en werklozen staan ganse dagen te wachten voor de poorten. Hoe beroerder het weer, hoe meer. Auto’s en mensen.
Journalisten, gelokt door veelbelovende telefonades, verheugd goed geïnformeerd te zijn en geheel op de hoogte van de belangrijke gebeurtenissen, die hen thans weer voor ogen gedraaid zullen worden, spoeden zich ijlings over de hobbelige keien van de Duivendrechtse kade.
Vandaag gaat de finale van Willy Tuschinski! Vandaag synchroniseert Jaap Speyer na! Vandaag vergaat Alexander Benno met man en muis in de trekvaart! Vandaag ….
Kortom: wij zijn gespannen. Er staan grote dingen te gebeuren.
Benno zal ……. Benno zal niet. Benno zit.
Hij heeft zijn staf een ogenblik pauze gegund en heeft plaats genomen in zijn voor de studio’s geparkeerde wagen, om zelf te rusten en zijn motor ondertussen te laten lopen. Dit schijnt — ondergetekende heeft zelfs door de Uiver en de Pander geen verstand van motoren gekregen — onontbeerlijk te zijn. Voor de motor dan.
Ons eerste interview hebben wij dus half in het vooronder van de auto, half in het Octoberstormpje, dat uit de volkstuintjes aan de zoom van het Betondorp over de vaart aan komt waaien.
Benno wenst weinig los te laten. Hem is het vele lawaai en de al te grote publiciteit van vorige Nederlandse films niet goed bevallen en hij meent thans beter te doen met zijn licht onder de korenmaat te stellen. „Geen publiciteit, geen foto’s, geen gala-voorstellingen— eenvoudig en ineens: het werk!”. Ziedaar het devies van Benno, die ons vervolgens een album met filmfoto’s laat zien van „Op Hoop van Zegen”, ons bezwerend, dat we volstrekt geen foto er van in de krant moeten zetten …… Geen publiciteit!
Wij spoeden ons derhalve naar de nieuwe studio, waar „Het meisje met de blauwe hoed” gedraaid wordt en waar men in elk geval een persdienst heeft. Bewijs dat men daar althans niet meent, dat de Nederlandse film het zonder publiciteit — en wellicht ook zonder publiek? — zal kunnen stellen.
Willy Tuschinski is met man en macht, met een twintig, dertig girls en een dikke honderd figuranten, bezig aan de finale, die — als wij het goed begrepen hebben — zijn film zal openen. De studio is herschapen in een grote schouwburg. Een breed toneel, loges aan de kanten, een met fauteuils en figuranten gestoffeerde zaal, balletmeester Dickson en zijn huppelende girls op de planken ….. geregeld Carré!
„Het is Carré!” licht Willy Tuschinski toe. „Ik heb geen cabaret in mijn film willen nemen, maar ik heb ook het circus niet gewild, dat in het boek van Johan Fabricius voorkomt. Derhalve: een revue! En omdat Bandy nu toevallig in „Dat zou je wel willen!” zulk een groot succes heeft, daarom hebben we een paar nummers uit die revue een beetje bewerkt om ze aldus in onze film op te nemen. U ziet: Carré!”
Wij zien en horen. ‘de girls, horen Dickson, die nog eventjes repeteert. Horen Julius Susan, de onvermoeibare, die hoogsteigenhandig voor de piano-begeleiding zorgt.
Onderwijl loopt Theo Güsten tussen het toneel en de twee camera’s heen en weer. Voert besprekingen met den tweeden cameraman Clownigk, die ingevallen is nu Johnnie Fernhout de studio verlaten heeft om voor een Belgische maatschappij al filmende een reis om de wereld van acht maanden te maken, en geeft aanwijzingen aan Eisma, zijn assistent, die onder Willem Bon ook meegewerkt heeft aan „Blokkade”.
Ondertussen hebben wij gelegenheid om regisseur Rudolf Meinert te begroeten.
— Of het hem hier bevalt?
— Wie zou het hier in Holland niet bevallen? Rudolf Meinert is tevreden: het wordt een grote film, verzekert hij.
— Amerikaans! verklaart Willy Tuschinski. En hij nodigt ons uit om eens door de lens van de camera het toneel in ogenschouw te nemen.
— Is dat even diepte?
— Een zaal met duizenden en duizenden, bevestigt Lou Bandy, die ook eens komt kijken.
Lou Bandy als toeschouwer. Hij heeft vandaag geen scène. Maar evengoed is hij er van de vroege morgen tot in de zeer late middag.
Bandy leeft mee
Niet alleen bezorgd om eigen rol en eigen werk, maar meelevend met de film, zoals alleen maar Nederlandse artisten mee schijnen te kunnen leven. Met hart en ziel.
De film is voor een aantal Nederlandse artisten de grote kans. Lou Bandy ziet dat en handelt er naar. Want als hij straks naast Julius Susan bij de piano staat en aan het verzamelde publiek zangles gaat geven:
„Want een gok moet er zijn
En een knok is wel fijn …..”
als hij de songs van Max Tak instudeert, opdat straks het meezingen van het refrein zal kloppen, dan is het niet de ster, maar de hard-medewerkende artist Lou Bandy, die zijn beste krachten geeft voor het welslagen …..
En als de ringetjes er nu ook maar niet waren…..
Maar de ringetjes waren er. Of liever: zij waren er niet. De Bijenkorf had ze vergeten bij het pakje in te doen of zo iets. En toen wilden de gordijnen niet open als ze dicht waren en niet dicht als ze eenmaal open waren.
En dus kwamen we niet aan de grote scène toe. De grote scène van Lou Bandy met zichzelf. Lou Bandy de soldaat die samen zingt met Lou Bandy de revue-ster. En …… zonder doublé! Maar morgen is de film af!
___________________________________________________________
03-11-1934 Het Vaderland, zaterdag
FILMNIEUWS HET MEISJE MET DE BLAUWE HOED.
De nieuwe Hollandsche film „Het Meisje met de Blauwe Hoed” is gereed.
De nieuwe film der Wil Tuschinski Productie „Het Meisje met de blauwe hoed” naar den gelijknamigen, roman van Joh. Fabricius, die onder regie van Rudolf Meinert vervaardigd werd, is thans gereed.
De film zal waarschijnlijk met Kerstmis haar première beleven.
___________________________________________________________
18-12-1934 Algemeen Handelsblad, dinsdag
„HET MEISJE MET DE BLAUWE HOED”
Op Donderdag 20 December te 12 uur ‘s nachts zal in het Theater Tuschinski te Amsterdam de eerste voorstelling worden gegeven van de Nederlandsche film „Het meisje met de blauwe hoed”.
Johan Fabricius, de schrijver van het boek waaraan het scenario is ontleend, en de artisten die in de film optreden zullen deze nachtvoorstelling bijwonen.
Te Rotterdam zal Vrijdag 21 December, eveneens in tegenwoordigheid van de filmartisten, een nachtvoorstelling worden gegeven.
___________________________________________________________ |
21-12-1934 Algemeen Handelsblad, vrijdag
„HET MEISJE MET DE BLAUWE HOED”
Nachtvoorstelling bij Tuschinski. — Huldiging der medewerkers.
In den afgeloopen nacht is in het Theater Tuschinski de eerste voorstelling gegeven van de Nederlandsche film „Het meisje met de blauwe hoed“, naar den roman van Johan Fabricius.
Na deze nachtpremière kon het applaus, waarmee een volle zaal de film beloonde, direct worden voortgezet in een ovatie voor de medewerkenden, die daarna ten tooneele verschenen. Hun aantal was nog opmerkelijk klein, toen Johan Fabricius naar voren moest komen, een krans ontving en een luide toejuiching van het publiek in ontvangst had te nemen. Kransen en bloemstukken volgden voor den regisseur Meindert, den heer Will Tuschinsky, voor Max Tak, die voor deze film heeft gecomponeerd en de muzikale verzorging er van voor zijn rekening heeft genomen, en één krans, van ongewoon omvangrijk formaat voor de technische staf.
Truus van Aalten, tot dit oogenblik achter de schermen gebleven, kwam nu, hartelijk door het publiek begroet, voor het voetlicht en stond weldra tusschen de bloemstukken. Daarna gold weer een nieuw applaus Alex de Haas, man van het draaiboek en schrijver van de liedjes.
En nog steeds bleef de man, wiens grappen voortdurend den lachlust hadden opgewekt, onzichtbaar. Nog zelfs, toen een troep soldaten het tooneel opmarcheerde, en hadde de bevelvoerende officier niet recruut Toontje uit het achterste gelid voor den troep geroepen, Lou Bandy zou buiten de huldiging zijn gebleven.
Dit was de man, op wien men wachtte en een stormachtig applaus barstte nu los, waarop Bandy met een dosis grappen reageerde, waarmee hij, zoo dat nog noodig was, het pleit heelemaal won. Over en weer kransen, hartelijke woorden, dringende verzoeken om toch vooral niet te vertrekken naar Hollywood — waar Roland Varno thans verblijft; dit ten antwoord op de vragen uit het publiek, dat den jeune-premier wilde zien — en tenslotte een kernachtig pleidooi van den heer Tuschinski voor de Nederlandsche filmindustrie. Het ontbrak bij dit alles waarlijk niet aan applaus-interrupties uit de uitverkochte zaal, die eerst op slag van vier uur haar gasten vrij liet.
___________________________________________________________ |
24-12-1934 De Tribune, Sociaal Democratische Weekblad
HET CONFLICT BIJ CINETONE.
De heren Max de Haas, Simon Koster en Gerard Rutten, zenden ons de volgende verklaring:
Naar aanleiding van de onverkwikkelijke voorvallen, die zich de laatste tijd in de Nederlandse filmindustrie hebben voorgedaan, en die in het bijzonder de productie van „Het meisje met de blauwe hoed” en „De big van het regiment” hebben bemoeilijkt, stellen wij er prijs op, de volgende verklaring af te leggen.
1. Wij achten het, in het belang van de ontwikkeling Nederlandse Filmkunst en Filmproductie, ten enenmale verkeerd, aan de werkstelling van artistieke en technische medewerkers van buitenlandse nationaliteit, die voor de tot standkoming van een film door productieleider en regisseur als onontbeerlijk worden beschouwd, moeilijkheden in de weg te leggen.
Eveneens achten wij het verkeerd, deze tewerkstelling afhankelijk te maken van het advies van, uit de aard der zaak niet geheel boven de partijen staande instanties, zoals de Bioscoopbond in dit geval is; bovendien geven haar werkzaamheden in het verleden geen waarborg voor deskundige voorlichting op dit zeer moeilijke gebied.
2. Wij achten ons standpunt geenszins in strijd met sociale begrippen van werkverschaffing, gezien het feit, dat het hier steeds om de tewerkstelling van een of enkele personen gaat en de capaciteiten van die personen (die daarom dan ook de beste op hun gebied moeten zijn) de grondslag voor het bestaan van honderden Nederlandse hoofd- en handarbeiders.
3. Uit deze, onze zienswijze, vloeit dan ook voort, dat wij ons in geen enkel opzicht kunnen verenigen met, noch verantwoordelijkheid willen dragen voor de op de spits gedreven nationalistische actie van „De Nederlandse Vakvereen. van Filmkunstenaars“, waarbij de belangen van Filmkunst en Filmindustrie ondergeschikt worden gemaakt aan het protectionisme, van enkele bestuursleden.
De reeds voor enige tijd afgetreden bestuurleden Max de Haas en Simon Koster, hebben, naar aanleiding van het thans gebeurde, hun lidmaatschap van deze „Vakvereniging” opgezegd. De heren Andor von Barsy, Jo de Haas en Ab Keyzer hebben, om dezelfde redenen, dit voorbeeld gevolgd.
___________________________________________________________ |
26-01-1935 Goudsche Courant: Thalia Theater prolongeert voor zeven dagen van Vrijdag tot en met Donderdag de Hollandsche film „Het meisje met de rode hoed”.
___________________________________________________________ |
Naar 1934 (Film): Het Meisje met de Blauwe Hoed