___________________________________________________________

22-04-1953 Nieuwsblad van het Noorden, woensdag  

Noord-Nederlands Warmbloedpaardenstamboek
Algemene Vergadering Afd. Groningen

In Restaurant Riche vond de jaarlijkse vergadering van de afd. Groningen van het N.W.P. plaats. De waarnemend voorzitter, de heer Joh. Waalkens, Blijham, herdacht de overleden voorzitter, de heer E. Tj. Rookmaker te Bellingwolde. 

De heer H. Welt, die als voorzitter van de Rijkskeuringscommissie volgens de Paardenwet van 1901 en als voorzitter van het Groningsch Paardenstamboek een zeer grote invloed op de fokkerij heeft gehad en de heer R. Bierma, die in zijn kwaliteit van lid van de commissie voor het verrichtingswezen van veel betekenis is geweest. De vergadering was zeer druk bezocht en wanneer in een volgend jaar nog meer leden de vergadering wensen te bezoeken, zal gezocht moeten worden naar een grotere zaal. 

Keuringssysteem 

In zijn openingswoord zei de waarnemend voorzitter, de heer Joh. Waalkens, dat 1952 een rustig en goed jaar is geweest. Hij meende dat nog te weinig reclame wordt gemaakt voor goede machines in de landbouw die voor paardentractie geschikt zijn. 

Het systeem van de locale keuring der entermerries heeft goed voldaan en is ook dienstig voor de tweejarige merries. De voorzitter stelde zich achter een voorstel, dat de paarden die zonder deelgenomen te hebben aan de voorkeuringen op de centrale keuring verschijnen, worden uitgesloten van een 1 of 2e premie. 

Uit het jaarverslag van de heer P. Heidema te Thesinge nemen wij over, dat het ledental met tien terug liep tot 1880.
276 merries werden ingeschreven, waarvan 52 stermerries en 26 modelmerries. 

De kwaliteit van de driejarige modelmerries werd geroemd. 24 oudere stamboekmerries werden stermerrie en drie oudere merries werden model verklaard. Totaal werden 967 veulens ingeschreven. 

Opvallend is dat slechts weinig minder hengstveulens werden geprimeerd dan merrieveulens n.l. 75 tegen 83. 

Naar aanleiding van de voordrachten voor de afgevaardigden naar de algemene vergadering van het N.W.P. werden opmerkingen gemaakt over voordracht en aanbeveling. De heer Westerdijk Zuideveld stelde tenslotte voor de voorgedragen afgevaardigden bü acclamatie te benoemen. Aldus besloten. In de jury voor de stamboekcommissie werd gekozen de heer J. F. Pier te Saaxumhuizen. De heer J. L. Torringa te Zuurdijk werd met overgrote meerderheid herbenoemd als bestuurslid van de afdeling van het N.W.P. 

In de vacature van wijlen de heer E. Tj. Rookmaker werd benoemd de heer D. D. Dijkstra Jr te Midwolda (O.) 

In het bestuur van de overkoepelende organisatie N.W.P. werd de waarnemend voorzitter, de heer Joh. Waalkens te Blijham met algemene stemmen gekozen. De financiële commissie werd versterkt met de heer J. Boetje, Opeinde. 

Voor de aankoop van fokmateriaal werd volmacht verleend. 

Import van fokmateriaal 

Over de import van fokmateriaal uit Duitsland is breedvoerig gesproken. De heer R. E. Siemens te Uithuizermeeden meende, dat de stamboekleden thans moesten weten waar zij aan toe waren. Zal er geïmporteerd worden of niet? Hij had twee opvattingen gehoord. 

Import naar behoefte en import wanneer iets van zeer hoge kwaliteit te koop was. Hij vond beide meningen zo verschillend dat ze niet te vergelijken waren. 

De heer R. A. Maarsingh te Stadskanaal meende, dat import naar behoefte moest worden uitgesloten, omdat de behoefte niet was te bepalen. 

Op de vraag of een paar genoemde paarden wel in soort gelijk waren, zeide de heer Maarsingh dat deze in het zelfde vlak, ondanks het verschil in details, beoordeeld konden worden.
Het betreft hier de merrie Tettie en de hengst Der Oldenburger. Het woord modern in het moderne type mocht niet gelukkig zijn, het was zeer bruikbaar en reeds vaker was deze term gebruikt. O.a. bij de overgang Karossier landbouwpaard. 

De import van slachtpaarden bleek nog steeds een ernstig probleem te zijn. Gebleken is, dat het branden van de paarden niet volgens voorschrift plaats vindt. De rijksveeteeltconsulent in algemene dienst, dr B. J. B. Groenveld te Den Haag, zei, dat de importeurs deze branding is opgedragen, maar dat deze het vaak zo slecht doen, dat nauwelijks de haren wordern gebrand. Hij zeide dat de C.C.D. actief was en dat preventieve maatregelen te verwachten waren. 

Aan het slot van de vergadering vertoonde de heer J. K. Wiersema een aantal zeer geslaagde films welke het paard in het bedrijf tot onderwerp hadden. Het waren kleurenfilms welke stuk voor stuk zeer de aandacht van de aanwezigen hadden.

___________________________________________________________

Financiën en Economie De Nederlandse in- en uitvoer in Maart 1953

Volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek samengestelde voorlopige gegevens bedroeg de waarde van de invoer in Maart 1953 f 752 millioen (v.m. f 583 millioen), terwijl voor een waarde van f 688 millioen (v.m. f 544 millioen) werd uitgevoerd.

___________________________________________________________

Naar Roelf Eijes Siemens