11-05-1917 Tentoonstelling van Kunstambachten | voorzitter comité van uitvoering H. Doyer

___________________________________________________________

11-05-1917 De Telegraaf, vrijdag
Tentoonstelling van Kunstambachten.
De commissie van het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem meldt, dat zij heeft besloten om van 20 Juli af tot 10 Augustus 1919 in de bovenlokalen der aan genoemd Museum verbonden school, eene tentoonstelling te houden van het werk vervaardigd door de leerlingen der kunstambachtsscholen in ons land.
Het doel der tentoonstelling is voornamelijk om een overzicht en een inzicht te verkrijgen, op welke wijze dat onderwijs gegeven wordt en op welke hoogte het zich bevindt.
Tot medewerking aan deze tentoonstelling zullen worden uitgenoodigd: Academie van B. K., ‘s Gravenhage; Academie van B. K. en T. W., Rotterdam; Academie Minerva, Groningen; Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor Meisjes, Amsterdam; Kantwerkschool, Sluis; Koninklijke Nederlandsche Kantwerkschool, ‘s Gravenhage; Koninklijke School, ‘s Hertogenbosch; Kunstnijverheidschool Quellinus, Amsterdam; Kunstoefening, Arnhem; Rijksrietvlechtschool, Noordwolde; Rijksschool voor Kunstnijverheid, Amsterdam; School de Vereeniging “Het Utrechtsch Museum van Kunstnijverheid”, Utrecht; School verbonden aan het Museum van Kunstnijverheid, Haarlem; School voor Typografie, Utrecht; School voor Goudsmeden, Schoonhoven; School voor Nuttige en Beeldende. Kunsten, Roermond; Stadsteekeninstituut. Maastricht; Vakschool voor Vrouwen- en Kinderkleeding, Amsterdam.
Voor het regelen der tentoonstelling en de verdere werkzaamheden, daaraan verbonden, heeft zich een comité van uitvoering gevormd, waarvan de heer R. N. Roland Holst voorzitter is. De heer mr. M. I. Duparc, chef der afdeeling Kunsten en Wetenschappen aan het ministerie van Binnenlandsche Zaken, heeft het eerevoorzitterschap van genoemd comité aanvaard.

Het voornemen bestaat, dat het comité van uitvoering een rapport zal samenstellen over ‘t werk, door elke school ingezonden, aangevuld met de overwegingen, waartoe het tentoongestelde werk aanleiding zal geven.
Bovendien wenscht het comité gedurende de tentoonstelling heeren directeuren en leeraren van genoemde kunstscholen in de gelegenheid te stellen, om in eene bijeenkomst, die daartoe zal worden belegd en voor belangstellenden toegankelijk zal zijn, over het kunstambachtsonderwijs van gedachten te wisselen.
Het comité van uitvoering wordt gevormd door: Mr. M. I. Duparc, Referendaris, chef der Afdeeling Kunsten en Wetenschappen, eerevoorzltter; R. N. Roland Holst, voorzitter; mej. H. Doyer, directrice der Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor Meisjes te Amsterdam; J. L. M. Lauweriks, directeur der Quellinusschool te Amsterdam; Herm. van der Kloot Meyburg, architect, Voorburg, hoofd leeraar der Academie van B. K. te ’s Gravenhage; P. Vorkink, architect, Amsterdam, leeraar der aan het Museum van K. N. verbonden School te Haarlem; C. Oosschot, directeur Werkplaatsen „De Ploeg”, leeraar aan de Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor Meisjes te Amsterdam; H. Ellens, directeur der Rijksrietvlechtschool te Noordwolde.

___________________________________________________________

Naar Heleen Doijer