08-11-1841 Weekblad van het Regt, no. 232: Zitting Gerechtshof van Vriesland; zaak M. J. Rienks  

___________________________________________________________

08-11-1841 Weekblad van het Regt, no. 232

— Den 2 dezer is voor het Prov. Geregtshof van Vriesland, te Leeuwarden, behandeld de zaak van de stukken Iets, en de kapitein van het schip Geduld draagt het kommando aan zijnen zoon op.
De schrijver dier artikelen heeft zelf zijne verdediging voorgedragen.
Van wege het O. M. is gerequireerd, dat het vonnis der Arr.-Regtb. van Groningen, van 30 Maart. 1841, op den beschuldigde zou worden toegepast, en dat er van wege het schip Geduld enz., op nieuw mogt worden regt gesproken.
Het Hof zal over 14 dagen in deze zaak uitspraak doen.

De Tolk der Vrijheid zegt dienaangaande het volgende:
«In art. 205 van den vijfden titel van het Wetb. van Strafv. staat:
««Indien de raadplegingen niet ten zelfden dage afloopen, of het Hof vermeent, dat de zaak niet gevolgelijk dadelijk kan worden beslist, bepaalt hetzelve den dag waarop de uitspraak zal plaats hebben. De termijn zal echter niet langer zijn dan van acht dagen, de dag van het sluiten des onderzoeks daaronder begrepen.»»
«Is dit artikel op de zaak van Rienks niet toepasselijk?
Zoo ja, kan dit dan ook reden tot cassatie geven, indien de uitspraak 14 dagen wordt uitgesteld.»

___________________________________________________________

09-11-1841 Groninger Courant, dingsdag 

 — Den 2 dezer werd voor het Provinciaal Geregtshof van Vriesland behandeld de zaak van M. J. Rienks, schrijver van de stukken, getiteld: »Iets” en »de Kapitein van het schip Geduld draagt het  kommando aan zijnen zoon op” voorkomende in den Tolk der Vrijheid , nos. 57 en 52 van den jaargang van 1840. 

— De schrijver dezer artikelen heeft zijne verdediging zelf geheel voorgedragen. 

— Er werd van wege het O. M gerequireerd, dat het vonnis der arrondissements-regtbank van Groningen, van den 30 Maart 1841, op den beschuldigde zoude worden toegepast, en dat er van wege het schip Geduld, enz. op nieuw mogt worden regt gesproken.
De uitspraak van het Hof is veertien dagen uitgesteld.  

___________________________________________________________

Naar 1841 processen