___________________________________________________________ |
29-03-1841 Weekblad van het Regt, no. 168
— Op den 15 dezer, zijn door deurwaarder Hekkema gedagvaard, J. H. Bolt en M. Rienks, de eerste drukker en uitgever, en de tweede hoofdredacteur van het dagblad de Tolk der Vrijheid, gedagvaard, om op Woensdag, den 24 Maart, voor de Arrondissements te Groningen te verschijnen, ten einde voor dezelve te regt testaan, ter zake van eenige, in dat blad geplaatste stukken.
Werkelijk hebben zij den 24 dezer voor de Arr.-Regtb. te Groningen te regtgestaan.
Het Openb. Min. heeft gerequireerd , dat Meeter bij verstek en Bolt zouden worden veroordeeld tot eene gevangenisstraf van niet minder dan twee en niet meer dan zeven en een half jaar, terwijl voor den bekl. M. Rienks van een tot drie jaren werd geëischt.
De uitspraak der Regtbank is acht dagen uitgesteld.
___________________________________________________________ |
30-03-1841 Groninger Courant, dingsdag
— Op den 24 dezer verscheen alhier voor de Arrondissements-Regtbank , in correctionele teregtzitting vergaderd, de boekhandelaar J. H. Bolt en M. Rienks, de eerste als drukker , de laatste als schrijver van eenige artikelen in den Tolk der Vrijheid geplaatst, en deswege derwaarts verwezen. De derde gedagvaarde E. Meeter was, als zijnde voortvlugtig, afwezig. De punten van bezwaar, tegen de beklaagden ingebragt, zijn gegrond op artikelen, voorkomende in no. 56, 57, 58 , 62, 64, 69 en 72 van genoemd blad. De beide gecompareerde beklaagden hebben zelve hunne verdediging voorgedragen. De officier der Regtbank heeft gerequireerd tot schuldigverklaring van Meeter aan het wanbedrijf voorzien bij art. 1 der wet van den 1 Junij 1830, — van Rienks aan het wanbedrijf, voorzien bij art. 2 dierzelfde wet, en van Bolt aan medepligtigheid aan genoemde wanbedrijven, en voorts tot veroordeeling van Meeter (bij verstek) en van Bolt tot gevangenisstraf, ieder voor den tijd van niet minder, dan twee, en niet meer dan zeven en een half jaar; — en van Rienks tot gevangenisstraf van niet minder, dan een, en niet meer dan drie jaren.
— De uitspraak van het vonnis is bepaald op Woensdag, den 31 dezer.
___________________________________________________________ |
naar 1841 processen