1840 De Tolk der Vrijheid: de processen   

___________________________________________________________

In de couranten wordt verslag gedaan over processen.
In “Het Weekblad van het Regt” wordt zeer uitvoerig verslag gedaan.

___________________________________________________________

12-06-1840 Groninger courant, vrijdag
— Betrekkelijk de instructie van het proces tegen den boekdrukker J. H. Bolt en E. Meeter gaat de justitie met vasten tred voorwaarts. Voor zooverre men dit heeft kunnen te weten komen, moet, naar het schijnt, aan deze en andere daarin betrokkene personen te last worden gelegd:
1) het doel, om de Heele Regering te verguizen en in minachting te brengen, als ook, om wantrouwen jegens die Regering, met onrust en ontevredenheid bij de ingezetenen, te verwerken;

2) onderscheidene kreten te hebben aangeheven, en uitdrukkingen te hebben gebezigd, die ten bewijze zouden kunnen strekken, dat zij eene verandering van Regering verlangen en beoogen; 
—

3) te kennen gegeven te hebben, dat binnen deze Stad een opstand zoude uitbarsten, waarin zij door duizenden zouden worden bijgestaan, en dat zulks met brandstichting zoude gepaard gaan; 
- een ten huize van Meeter gevonden geschrift, waarvan het opschrift luidt: ontwerp van het genootschap, genaamd het Republikeinsch Genootschap.

Uit dat alles schijnt de justitie voldoende aanwijzingen af te leiden tot het bestaan van eene zamenspanning, ten oogmerk hebbende de omstooting of verandering van Regering, en het brengen van verwoesting in eene of meerdere gemeenten, wie aan genoemde twee personen deel zouden hebben, en welk feit strafbaar zou zijn volgens art. 91, in verband met art. 87 en 88 van het Wetboek van Strafregt; weshalve dan ook tegen beiden regtsingang, met bevel van gevangneming, en tegen de overige in het proces betrokkene personen regtsingang is verleend, en wel, wat de laatsten mede betreft, wegens feiten, strafbaar volgens art. 307, in verband met art. 436 van het Wetboek van Strafregt, mitsgaders art. 2 van de Wet van den 1 Junij 1830 (Staatsbl. no. 15).

Naar wij verder vernemen , moet de boekdrukker J. H. Bolt zijne verdediging hebben toevertrouwd aan den advokaat mr. I. L. Schaap.

___________________________________________________________

09-08-1840 Weekblad van het Regt: E. Meeter en J. H. Bolt zijn in afwachting van de terechtzitting voorlopig op vrije voeten gesteld.

16-08-1840 Weekblad van het Regt: “grote ophef van hunne wandaden te maken, die niet in de wezenlijkheid maar in het brein de schrijvers bestaan 

11-09-1840 Groninger Courant: gevangenisstraffen en boete

23-10-1840 Groninger Courant: E. Meeter en H. J. Bolt veroordeeld tot gevangenisstraf; A. Sonius vrijgesproken | de “wafelkraam-oproer” was toegevoegd aan het proces

___________________________________________________________

1841 De Tolk der Vrijheid: de processen
Naar De Tolk der Vrijheid