10-03-1990: K. J. de Waard: “Weten die mensen wel iets van de gang van zaken op onze bedrijven af?”

___________________________________________________________

10-03-1990 De Waarheid
Door FRANTS GERAEDTS

Nu hebben we van heel dichtbij gezien hoe zo’n partij met ons omspringt

Als de zon hoger klimt en de grond grijs wordt, trekt de boer naar zijn land.” Een uitspraak van Klaas de Waard, akkerbouwer en coördinator van het actiecentrum die als spreekwoord in de schoolboekjes opgenomen kan worden. 

Na drie weken acties blijven Braks en Lubbers weigeren op de eisen van de boeren in te gaan. De bewindslieden weten dat zij hun poot stijf kunnen houden omdat de boeren niet tot in lengte van dagen met hun tractoren kruispunten en overheidsgebouwen kunnen blijven bezetten. 

De Waard bereidde de akkerbouwers uit Groningen en Flevoland er op voor dat de acties op korte termijn afgeblazen konden worden.
„Er wordt een opgefokte sfeer gekweekt tegen de acties van de boeren. Mogelijk komen er onderhandelingen via bemiddelaars. Het is beter als we dan wat gas terugnemen.”

Donderdag waren de acties van de akkerbouwers op een hoogtepunt. Bij het ministerie van landbouw, op de kruising van het Haagse Bezuidenhout en de Utrechtse Baan stonden honderden tractoren. Het ministerie werd wakker gehouden met een knallend apparaat waar gewoonlijk de vogels mee van de landerijen gejaagd worden. De Utrechtse Baan lag er nog stiller bij dan op een autoloze zondag. Een voorjaarszonnetje verhoogde de doorbraakstemming. Deze dag was het er op of eronder. De boeren uit de Haarlemmermeer en Zuid-Holland voelden zich sterk in de wetenschap dat niet alleen in hun directe omgeving alles plat lag – heel Nederland ontkwam niet meer aan de confrontatie met de de eisen van akkerbouwers. 

Opgewonden liepen de boeren van groepje naar groepje met de vraag: heb je al jets nieuws uit de Tweede Kamer?
Een veeboer met een minuscuul tractortje pruttelde tussen het opgewonden gedruis door. „Ik moet weer gaan“, zei hij tussen twee slokjes bier door; hij was net aangekomen. „Ik moet naar mijn koeien. Maar ik wou even zeggen dat veeboeren ook achter jullie staan.” Alleen flitsende mannen met dure auto’s waren geïrriteerd. Omdat ze niet tegen die brede boeren durfden schelden, namen ze liever een fietser op de korrel die zich te dicht bij hun chroom waagde. In het kielzog van premier Lubbers, die op zijn autoritaire toontje in de Tweede Kamer zei dat het maar eens afgelopen moest zijn, roerden zich provinciale en gemeentelijke bestuurders met dreigementen naar de boeren. 

Toen ook het CDA en PvdA in de Tweede Kamer gedwee achter het halsstarrige kabinet aan bleven hobbelen, groeide bij de coördinatoren de vrees dat er met behulp van politie hardere confrontaties uitgelokt zouden worden.
De stemmingmakerij werd vooral vorm gegeven door de rellerige sfeer die gekweekt werd rondom de bezetting van de rijksdienst voor het wegverkeer in Veendam. „We kunnen dronken automobilisten niet meer achterhalen”, jammerde een Politiefunctionaris voor de radio: “Dat is een doelbewuste poging de enorm op te fokken. Als we de toegang bezetten, kunnen ze ineens niet meer via telefoons en computers de kentekenregistratie bereiken. 

Flauwekul!“, riep Klaas de Waard vanaf een tafel in de jeugdherberg Ockenburg waar sommige actievoerders al drie weken logeerden.
Veel verzet van de boeren tegen het afblazen van de acties kwam niet meer naar voren. Wel vragen over de geschiktheid van de bemiddelaars. “Weten die mensen wel iets van de gang van zaken op onze bedrijven af?” Een van de weinige discussianten uitte zijn teleurstelling dat het actiecentrum geen bemiddelaar aantrok tussen de actievoerders en Braks. „Waarom moeten die landbouworganisaties, de CLO’s, er weer met hun neus tussen zitten?” De CLO’s zijn in de ogen van de boeren al een bemiddelaar tussen Braks en de boeren, waardoor de stem van de agrariërs al is afgezwakt. 

Ondanks het applaus dat De Waard kreeg, toonde mevrouw Maring uit Meedhuizen, de omgeving van Delfzijl, zich erg teleurgesteld over de aangekondigde wapenstilstand. „Hier kan ik nauwelijks mee akkoord gaan“, zegt de oudere boerin strijdbaar. Ze is ook al drie weken in touw en als er menskracht nodig is, komt ze helemaal naar Den Haag en blijft stand-by zo lang dat nodig is. „Door het opgeven van de acties krijgt Braks toch weer meer ruimte. Ik heb letterlijk levenslang mijn best gedaan om mijn bedrijf te blijven runnen ondanks dat we steeds meer inleverden.
Na het overlijden van haar man, heeft zij de boerderij voortgezet in een maatschap met Jan Achterhof. „Ik hoef geen vorstelijk inkomen, maar ik wil de kans krijgen om mijn bedrijf te leiden. Er moet een kans komen om over te schakelen op andere produkten. Ik heb er geen enkel vertrouwen in dat Braks daar één vinger naar uit zal steken. Ik kan me goed voorstellen dat de boeren ook niet meer op de partij van Braks, het CDA zullen stemmen. De strijd van dit moment is voor veel collega’s een leerproces. Nu hebben we van heel dichtbij gezien hoe zon partij met ons omspringt.” Haar compagnon Jan Achterhof stelt vast dat we in een land zitten dat niets om de boeren geeft. Hij vergelijkt dat met de stemming in Canada, waar boeren met een sticker op hun auto rijden „I am proud to be a farmer“. „Dat geeft een aanwijzing dat een land zich verbonden voelt met de agrariër. We hoeven niet opgehemeld te worden, maar meer begrip voor onze centrale rol in de voedselvoorziening en het in stand houden van het landschap zou wel op zijn plaats zijn.” 

In de Haagse jeugdherberg Ockenburg zitten naar verhouding een groot aantal jongeren, waarvan ook enkele meiden. Na een hectische dag in het centrum van Den Haag blazen ze uit aan de bar. Ze zijn verontwaardigd over de berichtgeving over hun acties. „Het was helemaal geen chaos. In samenwerking met de politie hebben we heel ordelijk een paar strategische punten lamgelegd. Er wordt op zon manier een hetze tegen ons gevoerd. Een landelijk ochtendblad schreef dat wij de PvdA’er Wöltgens met pek ingesmeerd zouden hebben. In werkelijkheid had de man zich door een smal paadje tussen tractoren doorgewurmd en heeft hij vet aan zijn jasje gekregen. Het is nogal wat!” Een collega voegt er aan toe: „Laten ze nou maar eens schrijven wat we werkelijk willen. De graanproduktie willen we beperken, als we maar de tijd en het geld krijgen om iets anders te gaan produceren. Er zijn mogelijkheden genoeg. We willen hennep, vlas en zetmeelhoudende produkten telen. Daar is behoefte aan en daar kunnen milieuvriendelijke produkten van gemaakt worden. Dat is bewezen.” 

In het NOS-journaal liet één van de actievoerders doorschemeren dat de acties over een hoogtepunt heen zijn. De jonge boeren en boerenzonen, doen om het hardst mee met de boze trampassagiers die in het Journaal uitgebreid aan het woord komen. Als CDAer Van Noord wordt genoemd in verband met een ingediende motie, roepen ze: „wie is dat?” Bij de voorzichtige aankondiging dat de acties vrijdag mogelijk beëindigd worden, legden ze zich snel neer. „Er is nog steeds niets bereikt. We zijn hier nou drie weken en elke dag verzinnen we een nieuwe actie. We worden op de ministeries onthaald met koffie en een vriendelijke glimlach. Maar als ze serieus zaken gaan doen, mogen wij er niet bij en willen ze ook niet naar ons luisteren.” „Ze spelen ons uit tegen de standsorganisaties”, mengde de volgende zich in het gesprek. „In de standsorganisaties zitten te veel baantjesjagers. Zo’n Doornbos wil ook in het CDA carrière maken en binnenkort Braks opvolgen.
Maar we moeten niet alleen op die organisaties schelden. We hebben zelf te veel vertrouwen in ze gehad. En dat loopt nu spaak.”

___________________________________________________________

Naar Boerenprotesten 1990