27-01-1959 Interview C. F. Brinkhuzen

___________________________________________________________

27-01-1959 Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag 

1 Als de pompen van het gemaal De Waterwolf bij Oldehove het goed op hun heupen hebben, stroomt door elk van deze kokers 60.000 kubieke meter water per uur. 

2 Het argeloos uitziende gebouw van het gemaal. 

3 Chef-bedienaar Brinkhuizen bij een maquette van het interieur. 

4 De woelige bergboezem, het depot waarin het water blijft, totdat dit hetzelfde niveau heeft als het zeewater.  

5 Rechts drie van de imposante pompen, links de elektromotoren van 550 p.k. en op de achtergrond (aan weerszijden van de klok) de twee generatoren, die voor de nodige stroom zorgen.

TOESTAND HELEMAAL NIET KRITIEK
De Waterwolf spuwt elke minuut 4000 m³ water naar de zee
Reuzengemaal van Waterschap Electra bij Oldehove
(Van een onzer verslaggevers). 

Als een forse man met een convex buikje, die er dus uitziet als melk en bloed, beweert dat hij leeft van water en wind, neemt geen sterveling hem au sérieux, zelfs al legt de water- en wind-consument een kennelijk gevoel voor humor aan de dag. 

Wij toch hebben gisteren zo’n man ontmoet en we hebben hem wel degelijk au sérieux genomen. Het was de heer C. F. Brinkhuizen, van beroep chef-bedienaar van het gemaal De Waterwolf in Lammerburen bij Oldehove en van nature een groot liefhebber van dieren.
We willen het in deze vochtige tijd echter niet hebben over de kameel, die hij eens heeft gekoesterd, ook niet over de dertien damherten en de vier pony’s, die op en rond zijn erf rondspringen, maar wel over de wolf, waarnaar al jaren zijn warme genegenheid uitgaat, al is het dan een Waterwolf.
De Waterwolfdoorgaans Electra genoemd — is het reuzengemaal van het bemalingswaterschap Electra, dat de werkzaamheden van o. a. de drie Groninger waterschappen Hunsingo, Westerkwartier en Reitdiep overkoepelt.

Geen Roodkapje
Als de wolf goed zijn muil open doet, kijkt hij zelfs geen Roodkapje en geen grootmoeder meer aan, maar heeft hij zijn buik vol met water, alsmaar water, bij liters, bij miljoenen liters. Maar laten we het in het nuchtere houden, want de Waterwolf is tenslotte een gemaal, een brok techniek, dat is geboren op een dam in het Reitdiep en dat (in die goeie oude tijd, veertig jaar geleden) drie en een half miljoen heeft gekost.
Als ingewanden heeft hij vier kolossale pompen met elk een slok- en spuwvermogen van 1000 m3 per minuut, die op hun beurt worden aangedreven door vier elektromotoren van 550 paardekrachten. Voor de nodige stroom zorgen twee generatoren van eveneens indrukwekkend kaliber.

Kunstmatig meertje
De wolf werkt niet elke dag van het jaar (de pompen werken elk gemiddeld 1850 uur per jaar), maar als alle ingelanden die een deel van hun zorgen aan hem hebben toevertrouwd, rimpels in hun voorhoofden beginnen te krijgen, kan hij elke 24 uur een totale neerslag van 6 ¾ mm. over zijn gehele werkterrein (96.000 ha.) naar zee stuwen. 

Wat de werking van het gemaal betreft, zullen we het nu niet dadelijk in het technische vlak gooien: met de volgende eenvoudige uiteenzetting heeft U de eenzijdige stofwisseling van de wolf wel in grote trekken door. Het gemaal is gebouwd op het punt, waar het Kommerzijlster Riet en het Reitdiep elkaar ontmoeten.
Men plaatste nu in het Reitdiep een sluis, damde de oude arm van het Kommerzijlster Riet af en beschikte toen over een soort meertje, aan de zeekant afgesloten door sluizen.
Dit meertje (ongeveer 113 ha.) werd omkaad met dijken en kon daarna worden gebruikt als bergboezem, als waterdepot.
Het normale Westerkwartierpeil ligt 0.93 nu, het gemiddelde laagwaterpeil bij Zoutkamp 1.27 m. beneden NAP, dus de even normale gang van zaken is, dat het door het Reitdiep en het Kommerzijlster Riet aangevoerde water, onder de Waterwolf door en via een zeef, in het meertje stroomt en vandaar naar zee. 

Twintig cm per uur
Bij harde NW-wind en bij grote neerslag echter, is deze natuurlijke lozing niet voldoende. De stroomkokers onder het gemaal worden afgesloten, de sluis in het Reitdiep gaat dicht en al naar gelang van de aanvoer, worden een of meer pompen ingeschakeld. Deze zuigen aan de ene kant het water op en persen het aan de andere kant in het meertje, dat twee maal per etmaal in zee kan worden „geleegd”. Bij de grote aanvoer van vorige week steeg het water ondanks het zwoegen der vier pompen, soms toch nog 5 cm. per uur.
Bij vol bedrijf kan per uur 28 cm. water in het depot worden gepompt. Op deze wijze is de boezem in negen uur vol. Het water blijft dan in depot, totdat het water in de zee en dat in de boezem hetzelfde niveau hebben bereikt: dan gaan de zeesluizen open.

Anderhalve man
De toestand is momenteel helemaal niet kritiek en is dat eigenlijk ook niet geweest“, zei de heer Brinkhuizen. „De vier pompen draaien weliswaar reeds sinds vorige week maandagavond continu door, maar dat is in deze tijd van het jaar niets bijzonders. We hebben wel eens achtentwintig dagen aan één stok door moeten werken.”
En die „wij” zijn dan één man buiten en één man binnen, plus supervisor Brinkhuizen, die de personeelsbezetting als een goed amateur-bioloog omschreef als „anderhalve man en een paardekop“.

Wolf-cijfers Het gemaal De Waterwolf verwerkt al het aangevoerde water uit een gebied van totaal 96.000 ha, t.w. van de waterschappen Hunsingo, Westerkwartier en Reitdiep, respectievelijk 36.000, 28.000 en 3.000 ha. Alleen van de provincie Groningen is dit dus een lapje van 67.000 ha. Bovendien watert ook 29.000 ha Drents gebied via dit gemaal van het overkoepelende waterschap Electra af.

___________________________________________________________

Naar het Gemaal “De Waterwolf”