___________________________________________________________ |
Datum: 14-02-1838 akte 4489
Overschrijving Kadaster: den tweede April 1838, Deel 56 no 3
___________________________________________________________ |
Ten overstaan van den Heer Meester Anthonius Beckeringh, Vrederegter van het Kanton Winsum, wonende op Saaxumborg, onder Baflo, gadsisteerd met deszelfs Griffier, den Heer Geuchien Bartelds Hopma, wonende te Winsum, compateerden voor ons ondergeteekende Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hiernagenoemde en mede ondergeteekende getuigen:
De Heer Hendericus Jannes Torringa, landbouwer, wonende te Zuurdijk, in kwaliteit als vader en wettig voogd over Roelf Eijes Torringa, zijnen minderjarigen zoon, met wijlen deszelfs echtgenoote Kunna Roelfs van Kammen in echte verwekt, die minderjarige als eenigen erfgenaam naar de wet van wijlen zijne oudmoei Elizabeth Eijes, in leven weduwe van wijlen Jan Tijmens, landbouwersche, gewoond hebbende en overleden te Winsum;
ten dezen geadsisteerd met den Heer Johannes Werumeus Buning, landbouwer, wonende te Garsthuizen, als toeziend voogd over genoemde minderjarige, ter eene zijde;
En de Heer Meester Hagenouw Brongers, advocaat en notaris, wonende op den huize Mattenesse, te Mensingeweer, als gevolmachtigde – ingevolge procuratie, gepasseerd voor Meester Egbert van Eerde, openbaar notaris, residerende te Groningen, in presentie van getuigen, den dertienden October achttienhonderd zeven en dertig, behoorlijk geregistreerd, waarvan eene expeditie hierbij is overgegeven, om aan deze minute te worden geannexeerd, – van den Heer Tijmen Tijmens, landbouwer, wonende op den Ham. in de gemeente Aduard, als volle broeder en eenig beneficiair erfgenaam, na de wet, van wijlen voornoemden Jan Tijmens, in leven landbouwer, gewoond hebbende en overleden te Winsum, – ter andere zijde:
Dewelke comparanten verklaarden, voornemens te zijn, bij deze tegenwoordige acte te procederen tot de scheiding en verdeeling van de active staat der gemeenschappelijke boedel, welke tusschen (nu wijlen) voornoemde Elizabeth Eijes en wijlen gemelden haren eheman Jan Tijmens bestaan heeft, volgens huwelijks-contract, beleden voor Henricus Cleveringa, geconstitueerde rigter van Wehe, Zuurdijk en Nijen Klooster, den vijf en twintigsten Augustus zeventienhonderd en negentig (25-08-1790), vóór de invoering der registratie; voor zoo verre dezelve tot op heden nog mandeelig en onderscheiden tusschen derzelven erfgenamen bovengenoemd, is verbleven; doende de comparanten ten dien einde opgave van de te scheidene en te verdeelene goederen, pretensien en effecten, in volgende manier, als:
Numero een. Een eene behuizing, getekend numero twee en twintig (22), met de schuur en verdere getimmerten daarbij staande, benevens den vollen eigendom van eertijds in name ongeveer twintig bunders (20) – doch volgens kadastrale opmeting zeventien bunders, vijf en zeventig roeden en tien ellen (17.75.12) land, staande en gelegen te Winsum, gemeente en Kanton van dien naam, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in den legger van het Kadaster bekend onder Sectie E, nummers acht en zeventig (78) tot en met drie en tachtig (83), honderd zeven en zestig (167) tot en met honderd een en zeventig (171), tweehonderd negen en twintig (229) tot en met tweehonderd drie en dertig (233), tweehonderd vijf en dertig (235), tweehonderd zes en veertig (246) tot en met tweehonderd acht en veertig (248).
door de erflaters aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Harmen Amsingh, geconstitueerde rigter van Winsum en Bellingeweer, den dertigsten April Zeventienhonderd drie en negentig (30-04-1793), vóór de invoering der registratie; en
bij authentieke acte of proces verbaal van verkoop, gehouden door de Heeren Burgemeesteren der Stad Groningen, den zeven en twintigsten Februarij achttienhonderd twee en twintig (27-02-1822), geregistreerd te Groningen, den zesden Maart, daaraanvolgende, bij den Ontvanger Wichers; van welke beide acten gene overschrijving ten kantore van hijpotheken heeft plaats gehad.
Door partijen onderling gewaardeerd op vijftien duizend guldens. f 15.000 oo
Numero twee. Een behuizing met derzelven heem en daarbij behoorenden hof, zijnde vrij eigen grond, groot drie en dertig roeden en veertig ellen (00.33.40), staande en gelegen te Winsum, gemeente van dien naam, den legger van het Kadaster bekend onder Sectie E, nummers vier en tachtig (84) en vijf en tachtig (85). Door de erflaters aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Johan Wichers, drost der Jurisdictie van het Hunsingokwartier, den vijftienden Junij achttienhonderd en vier (15-06-1804), vóór de invoering der registratie, waarvan geen overschrijving ten Kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaardeerd op negenhonderd guldens 900 oo
Numero drie. Den vollen eigendom van eertijds in name ongeveer negentien en eene halve (19 ½) bunders – doch volgens kadastrale opmeting, zeventien bunders, negen en twintig roeden en vijftig ellen (17.29.50) land, gelegen te Winsum, gemeente van dien; in den legger van het kadaster bekend onder Sectie E, nummers tweehonderd drie en zeventig (270) tot en met tweehonderd vier en tachtig (284).
Door de erflaters aangekocht bij authentieke acten, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris te Leens, in presentie van getuigen, den twee en twintigsten Februarij achttienhonderd drie en twintig (22-02-1823), behoorlijk geregistreerd,
en voor Meester Hindrik Hagenouw Brongers, openbaar notaris te Winsum, in in presentie van getuigen, den twaalfden Maart achttienhonderd vijf en dertig (12-03-1835), behoorlijk behoorlijk geregistreerd; van welke acten geen overschrijving ten Kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaardeerd op zevenduizend en achthonderd gulden f 7800 oo
Numero vier. De vaste beklemming van eertijds in name ongeveer drie bunders (3) doch volgens kadastrale opmeting twee bunders en twee en dertig roeden (02.32.00) land, doende jaarlijks aan den Heer Bakker te Groningen, tot huur twintig guldens, gelegen te Bellingeweer, gemeente Winsum; in den legger van het kadaster bekend onder Sectie E, nummers tweehonderd vijf en tachtig (285) en tweehonderd zes en tachtig (286).
Door de erflaters aangekocht bij proces-verbaal van verkoop, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris te Leens, in presentie van getuigen, den twee en twintigsten Februarij achttienhonderd drie en twintig (22-02-1823), behoorlijk geregistreerd, waarvan geene overschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaardeerd op zevenhonderd en vijftig guldens. f 750 oo
Numero vijf. Den vollen eigendom van eertijds in name ongeveer drie (3) bunders – doch volgens kadastrale opmeting twee bunders, negen en dertig roeden en veertig ellen (02.39.40) land, gelegen te Winsum en Bellingeweer, gemeente Winsum; in den legger van het kadaster bekend onder Sectie E, nummers tweehonderd zeven en twintig (227) en tweehonderd acht en twintig (228).
Zijnde den eigendom van dit land door de erflaters aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris te Winsum, in presentie van getuigen, den twee en twintigsten September achttien honderd negentien (22-09-1819), behoorlijk geregistreerd, waarvan geene overschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad, verklarende de comparanten, dat er overigens van dit perceel geen titel van aankomst bestaat, noch overschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaardeerd op eenduizend zevenhonderd vijftig guldens. f 1750 oo
Numero zes. De vaste en altoosdurende beklemming van eertijds in name ongeveer acht en een halve (8 ½) bunders land, doende jaarlijks aan de erven van wijlen Klaas Mennes Beukema tot huur vijf en tachtig guldens,
benevens de vaste en altoosdurende beklemming van eenen kwelder, met derzelven aanwas en afslag, dijkleger, doende jaarlijks aan Jonkheer Jarges, te Groningen, tot huur honderd en vijftig guldens; alles te zamen,
volgens kadastrale opmeting groot honderd achttien bunders, vijf en zeventig roeden en tien ellen (18.75.10), gelegen te Vierhuizen, gemeente Ulrum, Kanton Winsum; in den legger van het Kadaster bekend onder Sectie B, nummers tweehonderd drie en negentig (293), driehonderd vijf (305) tot en driehonderd zeven (307); driehonderd zeventien (317), driehonderd negentien (319), driehonderd vijf en twintig (325) tot en met driehonderd negen en twintig (329), en Sectie A, numero drie en zeventig (73) tot en met numero negen en zeventig (79).
Door den erflaters aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik Trip, openbaar notaris, residerende e Groningen, in presentie van getuigen, den twaalfden Maart achttienhonderd vier en twintig (12-03-1824), behoorlijk geregistreerd, en overgeschreven ten Kantore van hypotheken ter Appingedam, den twintigsten Maart achttienhonderd vier en twintig, vierde deel, numero een en zestig.
Door partijen gewaardeerd op tienduizend en vierhonderd gulden f 10400 oo
Numero zeven. Den vollen eigendom van eene onbehuisde heemstede, gelegen aan den Kerkhof te Winsum, gemeente van dien naam; in den legger van het Kadaster bekend onder Sectie E, numero vijfenzestig, groot drie roeden en negentig (00.03.90) ellen.
Door de erflaters aangekocht bij authentieke acten, beleden voor Harmen Amsingh, rigter van Bellingeweer en Winsum, den dertienden Mei zeventienhonderd vier en negentig (13-05-1794),
en voor Geert Reinders, rigter wegens het volk van Winsum en Bellingeweer, den derden Mei zeventienhonderd zeven en negentig (03-05-1797), beide vóór de invoering der registratie, waarvan gene overschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaardeerd op honderd en vijftig guldens. f 150 oo
Numero acht. Den eigendom van eertijds in name ongeveer drie en dertig en een halve (33 ½) bunders, doch volgens kadastrale opmeting acht en twintig bunder, vier en veertig roeden en tachtig ellen (28.44.80) land, (Ripperda genaamd) bij de Weduwe Barteld Hindriks Hopman, landbouwersche te Winsum, onder vaste beklemming wordende gebruikt, voor eene jaarlijksche huur van tweehonderd en achttien gulden, gelegen te Winsum, gemeente van dien naam; in den legger van het Kadaster bekend onder Sectie E, nummers tweehonderd zesendertig (236) tot en met tweehonderd vijf en veertig (245), en nummers tweehonderd negen en veertig (249) tot en met tweehonderd vier en zestig (264).
Door de erflaters aangekocht bij authentiek proces-verbaal van verkoop, gehouden door de Edele Achtbare Heeren Burgemeesteren der Stad Groningen, den zeven en twintig Februarij achttien honderd twee en twintig (27-02-1822), geregistreerd te Groningen, den zesden Maart daaraanvolgende, bij den Ontvanger Wichers, waarvan gene overschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen onderling gewaardeerd op vierduizend drie honderd en zestig gulden f 4.360 oo
Numero negen. Den eigendom van – volgens kadastrale opmeting – drie bunders, twee en twintig roeden en vijftig ellen (03.22.50) land, wordende bij Jan Dijksterhuis, koopman, en Anje Jans van Dijken, ehelieden, te Winsum woonachtig, onder vaste beklemming gebruikt, voor eene jaarlijksche huur van veertig guldens, gelegen te Winsum; in den legger van het kadaster bekend onder Sectie E, numero’s tweehonderd vijf en twintig (225) en tweehonderd vier en dertig (234).
Door de erflaters aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris te Leens, in presentie van getuigen, den een en twintigsten April achttienhonderd vier en twintig (21-04-1824), behoorlijk geregistreerd, waarvan geen verschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaareerd op achthonderd guldens f 800 oo
Numero tien. De eigendommen van twee behuisde heemsteden, gelegen te Zuurdijk, gemeente Leens, waarvan één bij Klaas Harms Timmer en vrouw onder beklemming wordt gebruikt, voor eene jaarlijksche huur van vijf gulden; in den legger van het kadaster bekend onder Sectie G, nummers drie en negentig (93) en vier en negentig (94), en de andere bij de weduwe Willem Jacobus, mede onder beklemming, voor eene jaarlijksche huur van vijf gulden; in den legger van het kadaster bekend onder Sectie G, nummer twee en negentig (92).
Door den erflater Jan Tijmens aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris te Leens, in presentie van getuigen, den tweeden Februarij achttienhonderd vijf en twintig (02-02-1825), behoorlijk geregistreerd, waarvan geen verschrijving ten kantore van hypotheken heeft plaats gehad.
Te zamen door partijen gewaardeerd op tweehonderd guldens f 200 oo
Numero elf. Eene hypothecaire schuldvordering ten laste Geert Arends Danhof, landbouwer te Vierhuizen, ingevolge acte, beleden voor Meester van Bolhuis, openbaar notaris te Leens, in presentie van getuigen, den achtsten Augustus achttienhonderd drie en twintig (08-08-1823), behoorlijk geregistreerd, primitief ingeschreven ten kantore van hypotheken te Appingedam, den vijftienden September achttienhonderd drie en twintig, deel tien, numero vijfhonderd zeven en zeventig, ten laste van Arend Geerts Damhof en vrouw, te Vierhuizen; en uit kracht eener acte van scheiding, gepasseerd voor dezelfde notaris, in presentie van getuigen, den achtsten October achttienhonderd twee en dertig (08-10-1832), behoorlijk geregistreerd, bij delegatie ingeschreven ten zelfden kantore, den eersten December achttienhonderd twee en dertig, in margine van genoemde inschrijving overgeteekend op naam van Geert Arends Danhof voornoemd;
rentende naar vijf procento jaarlijks, groot een kapitaal vijfduizend en vijfhonderd guldens. f 5.500 oo
Numero twaalf. Eene pretensie ten laste Jan Freerks Bruins en vrouw, te Winsum, groot tweehonderd gulden. 200 oo
Numero dertien. Eene dito, ten laste Riewert Abels Staal, daglooner te Winsum, groot vijftig gulden. f 50 oo
Numero veertien. Eene dit, ten laste van Willem Jacobs van Weerden en Trientje Jacobs Hielkema, ehelieden te Winsum, volgens onderhandsche obligatie van den eersten Mei achttienhonderd achttien, waarop geschreven staat: “Geregistreerd deel vijf, folio 135, verso vak twee, te Onderdendam, den drie en twintigsten Januarij achttienhonderd negen en twintig, ontvangen tien gulden voor regt van obligatie, en vijf gulden voor borgtogt; voorts een gulden vijf en negentig cents voor de rijks opcenten, en een gulden vijf en negentig cents voor ‘t Syndicaat. C.H. van Naerssen”, per resto groot aan Kapitaal vijfhonderd guldens f 500 oo
Numero vijftien. Eene pretentie, ten laste Matje Pieters, weduwe Jan Pieters, te Winsum, volgens obligatie van den zes en twintigsten van Zomermaand achttienhonderd negen, waarop geschreven staat: “En register á Winsum, le vingt un Novembre 1812; fol. 69, Jo. C.6., graties, C.H. van Naersen”; groot aan kapitaal honderd en vijftig guldens, doch door partijen, wegens insolvabiliteit der debiteur, gewaardeerd op vijf guldens. f 5 oo
Numero zestien. Eene pretensie, ten laste Pieter Jans Roo, te Winsum, groot vijf en zestig guldens, doch wegens de insolvabiliteit der debiteur, door partijen gewaardeerd op een gulden 1 oo
Numero zeventien. Een vijfde aandeel in de Staande Jurisdictie van Aduard en in de Schepperij van den Ham, benevens een aandeel in de collatie van Winsum en Bellingeweer.
Door den erflater Jan Tijmens gedeeltelijk aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, residerende te Leens, in presente van getuigen, den drie en twintigsten Augustus achttienhonderd negentien (23-08-1819), behoorlijk geregistreerd, waarvan geen overschrijving ten kantoor van hypotheken heeft plaats gehad, zonder dat er, volgens der comparanten verklaring, eenige andere titel van aankomst van dit perceel bestaat, noch overschrijving ten kantore van hypotheken. Door partijen gewaardeerd op tweehonderd vijf en twintig gulden f 225 oo
Numero achttien. Den eigendom van eertijds in name ongeveer drie en dertig (33) bunders land, doch, volgens de kadastrale opmeting, een en dertig bunders, negentig roeden en zeventig ellen (31.90.70), bij Geert Arends Danhof en vrouw, te Vierhuizen, onder beklemming, in gebruik, voor eene jaarlijksch huur van tweehonderd gulden, gelegen te Vierhuizen, gemeente Ulrum; in de legger van het kadaster bekend onder sectie F, nummers honderd twee en veertig (142) tot en met honderd zeven en veertig (147), zeshonderd vier en twintig (624) tot en met zeshonderd acht en dertig (638), zeshonderd vijf en vijftig (655) tot en met zeshonderd een en zestig (661).
Door de erflaters aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor Meester Reneke Gockinga, openbaar notaris te Groningen, in presente van getuigen, den achtsten Julij achttienhonderd vijftien (08-07-1815), behoorlijk geregistreerd, waarvan geen overschrijving ten kantoor van hypotheken heeft plaats gehad.
Door partijen gewaardeerd op vierduizend gulden. f 4.000 oo
Numero negentien. Eene hypothecaire schuldvordering, ten laste Louwe Meinderts Bentema, landbouwer, en Geertruid Aries Brongersma, ehelieden, wonende te Zuurdijk, ingevolge authentieke acte, beleden voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris te Leens, in presentie van getuigen, den zestienden Junij achttienhonderd vier en twintig (16-06-1824), behoorlijk geregistreerd, en ingeschreven ten kantore van hypotheken te Appingedam, den zevenden Julij achttienhonderd vier en twintig, deel elf, numero zeshonderd vijf en twintig, rentende naar vier en een halve procento jaarlijks, groot aan kapitaal vijfduizend guldens. f 5.000 oo
Nuero twintig. Eene dito schuldvordering, ten laste Freerk Sierts Mennes, landbouwer, en Aafke Kornelis Top, ehelieden, wonende te Niekerk, ingevolge
authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, residerende te Leens, in presente van getuigen, den negenden Julij achttienhonderd vijf en twintig (09-07-1825), behoorlijk geregistreerd, en ingeschreven ten kantore van hypotheken te Appingedam, den eersten Augustus achttienhonderd vijf en twintig, deel dertien, numero tweehonderd acht en dertig, rentende naar vier procento jaarlijks, groot aan kapitaal vierduizend guldens. f 4.000 oo
Numero een en twintig. Eene pretensie ten laste Hindrik Lammerts Stoit en Roelfien Pietes Viswat, ehelieden te Winsum, groot eenduizend en tweehonderd gulden. 1200 oo
Numero twee en twintig. Eene dito, ten laste Egbert Wiltes Heidema, landbouwer te Warffum, groot negenhonderd gulden. 900 oo
Numero drie en twintig. Eene dito, ten laste Menne Rijpkes Beukema, landbouwer te Vierhuizen, groot eenduizend vijfhonderd gulden. 1.500 oo
Numero vier en twintig. Eene dito, ten laste Klaas Egberts Zijlema, landbouwer, en Amke Hindriks Polman, ehelieden te Winsum, groot zeshonderd twee en dertig gulden vijftig centen. 632 50
Numero vijf en twintig. Eene dito, ten laste Jan Jans de Wit, broodbakker, en Grietje Pieters Martini, ehelieden te Winsum, per resto groot zeshonderd gulden 600 oo
Numero zes en twintig. Eene dito, ten laste Geert Arends Danhof, landbouwer te Vierhuizen, groot zeshonderd gulden 600 oo
Numero zeven en twintig. Acht stuks certificaten nationale rentegevende schuld, rentende naar twee en een half procent, ieder groot duizend gulden, te zamen gewaardeerd op vierduizend een honderd vijf en negentig gulden f 4.195 oo
Numero acht en twintig. Vijftien stuks certificaten nationale schuld, ieder groot duizend gulden, gewaardeerd op honderd vijftig gulden 150 oo
Numero negen en twintig Vijftien stuks kansbiljetten der nationale schuld, ieder groot duizend gulden, gewaardeerd op drie honderd zesendertig gulden zestig centen. 336 60
Numero dertig. Twee stuk certificaten nationale rentegevende schuld, naar twee en een half procent, tezamen groot zeshonderd gulden, gewaardeerd op driehonderd veertien gulden drie en zestig centen 314 63
Numero een en dertig. Een certificaat nationale uitgestelde schuld groot tweehonderd gulden 200 oo
Numero twee en dertig. Een kansbiljet, der nationale schuld, groot tweehonderd gulden, gewaardeerd op vier gulden negen en veertig centen 4 49
Numero drie en dertig. Onderscheidene huismobilia, gemeld op en gewaardeerd volgens den inventaris, opgemaakt door Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, in presentie van getuigen, den drie en twintigsten Juny achttienhonderd zes en dertig (23-06-1836) en volgende dagen, behoorlijk geregistreerd, ter som van drieduizend achthonderd negen en zeventig gulden en veertien centen. f 3.879 14
Numero vier en dertig. Diverse levende have, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op negenduizend tweehonderd zeven en negentig gulden en vijftig gulden. 9297 50
Numero vijf en dertig. Onderscheidene boeregereedschap, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op eenduizend vierhonderd tien gulden en dertig centen. 1.410 30
Numero zes en dertig. Karn- en melkgereedschappen, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op tweehonderd drie en veertig gulden. 243 oo
Numero zeven en dertig. Gewerkt goud, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op vierhonderd gulden en vijftig gulden. 495 oo
Numero acht en dertig. Gewerkt zilver, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op tweehonderd twee en zestig gulden en drie en twintig centen. 262 23
Numero negen en dertig. Ongemaakt wollen stoffen, linnen en andere goederen, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op tweehonderd elf gulden en tien centen. f 211 10
Numero veertig. Twee overdekte wagens, dito chais en eene opene chais, volgens denzelven inventaris op vierhonderd vijf en twintig guldens. 425 oo
Numero een en veertig. Onderscheidene wagentuigen, volgens denzelven inventaris gewaardeerd op honderd en tien guldens. 110 oo
Numero twee en veertig. Wegens besteedde gelden aan vertimmeringen en verbeteringen der boerenplaats te Zuurdijk, aan de erflaters Elisabeth Eijes persoonlijk toebehoord hebbende, uit hoofde van de ongemeenschap van goederen krachtens het hierbovengenoemd huwelijks-contract, tusschen haar en haren Eheman Jan Tijmens, zijnde den bovengenoemden erflater, hebbende bestaan, eene som van zeven duizend guldens. 7.000 oo
Bedragende te zamen het geheele montant van de voorschreven active staat, eene som van vijf en negentigduizend tweehonderd negen en zeventig gulden negen en veertig centen. f 95.269 49
Van welke montant aan ieder der codividenten, in kwaliteit in kwaliteit voorschreven, competeert de helft, ter som van zeven en veertigduizend zeshonderd vier en dertig gulden vier en zeventig en een halve cent. f 47.634 74 1/2.
Na welke gedane opgave en gemaakte berekening partijen tot de scheiding en toedeling ter bekoming van een ieders aandeel of helft in gemelde montant, zijn overgegaan en is ten dien einde toegescheiden:
Aan den codivident ter eene zijde, de Heer Hendericus Jannes Torringa, in kwaliteit voorschreven, die verklaarde zulks te accepteren:
Primo. De eerste goederen, hervoren onder numero een tot en met numero tien ingesloten omschreven, benevens de geregtigheden onder perceel numero zeventien voormeld, in massa voor denzelver getaxeerde waarde van twee en veertigduizend driehonderd en vijf en dertig gulden. f 42.335 oo
En secundo. De pretensien hiervoren onder numero elf tot en met numero zestien vermeld, voor derzelver bedrag en getaxeerde waarde, te zamen zesduizend tweehonderd zes en vijftig guldens. 6.256 oo
Bedragende te zamen acht en veertigduizend vijfhonderd een en negentig gulden. 48.591 oo
En daar deze laatste toedeling zijn aandeel Surpasseerd eene som van negenhonderd zes en vijftig gulden en vijf en twintig en een halve cent, zoo heeft hij, ter egalisatie daarvan, aan den codivident den Heer Meester Hagenouw Brongers, in kwaliteit voorschreven, laatstgemeld bedrag in contanten uitbetaald, die verklaarde, hetzelve te hebben ontvangen, en als een gedeelte van de voorzeide, hem competerende, helft accepteerde.
Terwijl verder aan de codivident ter andere zijde, den Heer Meester Hendrik Hagenouw Brongers, in kwaliteit voorschreven, is toegescheiden, die zulks erkende te accepteren:
Primo. Den eigendom hiervoren onder numero achttien genoemd, voor de getaxeerde waarde van vierduizend gilden, f 4.000 oo
Secundo. De pretensiën, effecten, losse goederen en gelden, hiervoren onder numero negentien tot en met numero twee en veertig ingesloten omschreven, voor derzelver bedrag en getaxeerde waarde, te zamen ter som van twee en veertigduizend zeshonderd acht en zeventig gulden negen en veertig centen. f 42.678 49
En tertio hierbij gevoegd het bedrag, zoo door hem, invoegen voorschreven, van den codivident ter eene zijde ter egalisatie is ontvangen ter som van negenhonderd zes en vijftig gulden vijf en twintig en eene halve cent. f 9.56 25 ½
Maakt dit een en ander te zamen zijn aandeel van zeven en veertigduizend zeshonderd vier en dertig gulden vier en zeventig en eene halve cent, f 47.634 74 1/2
Met vorenstaande scheiding en veredeling verklaarden de comparanten volkomen vredig en vergenoegd te zijn.
Ieder der deelgenooten erkende, het hem toegedeelde met de blijken en bescheiden, daartoe relatief, te hebben ontvangen; zijnde de onroerende goederen toegescheiden alle derzelver karspel, gemeente, rijks, dijks en alle andere hoe ook genaamde lasten, lusten, regten, servituten en zwarigheden, invoegen dezelve in de voorschreven gemeenschappelijken boedel zijn bezeten en met titels en bewijzen van aankomst en wettig bezit, als anders, hebben kunnen worden verdedigd; terwijl de pretensien zijn toegescheiden met derzelver regten, zoo van bestaande hypothecaire inschrijvingen als anders; zijnde de vaste goederen, ten behoeve van ieder hunner daarbij buiten gemeenschap gesteld, door de codividenten tot zich genomen. Zullende de deelgenoten over het bij dezen aan hen toegedeelde van stonden af als eigen kunnen beschikken en daarvan de vruchten en opkomsten genieten.
Zijnde de kosten dezerzijds scheiding, daaronder begrepen eene expeditie voor den comparant Meester Hendrik Hagenouw Brongers, in zijne voorschreven kwaliteit, terwijl de comparant. Hendericus Jannes Torringa mede voor Zijne rekening houdt en ter zijnen laste neemt, alle onvermoedelijke actien, wegens regten van registratie, successie en boeten, waarop eventueel door de administratie der registratie casu quo nog aanspraak mogt kunnen worden gemaakt; en eindelijk verklaarden de comparanten wegens de toegedeelde objecten te garanderen twaalf maanden na heden.
Van al hetwelk de akte is opgemaakt en voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd te Winsum, ten huize van de kastelein Hindrik Lammerts Stoit, op den veertienden Februarij achttienhonderd acht en dertig, in tegenwoordigheid van dezelfde Hendrik Lammerts Stoit en van Julle Pieters Bosch, buiten beroep, wonende mede te Winsum, als getuigen ten dezen verzocht, die deze nevens de comparanten, den Heer Vrederegter, Griffier en toeziend voogd met ons, notaris, hebben onderteekend. (was getekend:)
H. J. Torringa, J. W. Buning, H. H. Brongers, qq., Anth. Beckeringh, G. B. Hopma, H.L.Stoit, J. P. Bosch, H.van Bolhuis.
___________________________________________________________ |
Naar 23-06-1836 en volgende: Akten Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens
Naar Graf 56: Elisabeth Eijes