Graf 56: 23-06-1836 Akte 1 Boedelbeschrijving Nalatenschap Jan Tijmens door Elisabeth Eijes

___________________________________________________________

Naar Data akten Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens 
 
___________________________________________________________

  De woning te Winsum

Afschrift.

In het jaar achttienhonderd zes en dertig, den drie en twintigsten van de maand Junij, des nademidegas te twee uren, ten verzoeke van Mejuffrouw Elisabeth Eijes, weduwe wijlen den Heer Jan Tijmens, landbouwersche, wonende te Winsum, voor haar zelve, ter zake van de gemeenschap van goederen, voor zoover die tusschen haar en wijlen voornoemden haren eheman bestaan heeft, ingevolge hun huwelijks-contract, hetwelk hierna onder de titels en papieren zal worden omschreven; voorts ten verzoeke van den Heer Meester Hendrik Hagenouw Brongers, advocaat en notaris, wonende op den huize Matenesse, te Mensingeweer, als gevolmachtigde van den Heer Tijmen Tijmens, eigenaar, wonende in de gemeente van Aduard, ingevolge onderhandsche procuratie van den tienden Junij achttien honderd zes en dertig, geregistreerd te Onderdendam, den tienden Junij achttienhonderd zes en dertig, deel zeven, blad honderd zeventig, recto, vak vier, met een blad en geen renvooij; Ontvangen met de acht en dertig opcenten een gulden tien en een halve cents. De Ontvanger, (geteekend) Langeveld;

Zijnde de gemelde Heer Tijmen Tijmens een volle broeder van wijlen voornoemde Heer Jan Tijmens, en bekwaam om zich te gedragen als eenigen erfgenaam van gedachten zijnen broeder, die, volgens verklaring der eerstgenoemde requirante, overleden is te Winsum, op den negenden Junij laatstleden, en zijnde de hiervoren aangehaalde procuratie hierbij overgegeven, om aan deze minute te worden geannexeerd; reserverende laatstemelde requirant aan zich, alle zijne regten, om gedachte nalatenschap niet anders dan onder beneficie van inventaris te aanvaarden.

Tot bewaring van de regten van partijen, zonder eenige prajudicie, en van alle anderen die er eenig belang bij zouden mogen hebben, zal door ons ondergeteekende Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergeteekende getuigen, worden overgegaan tot de inventarisatie en beschrijving van alle de meubelen, boerebeslag, en, levende have, gereed geld, tittels, papieren, in- en uitschulden, en, in het algemeen, van alle de roerende goederen, tot voorzeide gemeenschap en nalatenschap van wijlen den Heer Jan Tijmens meergenoemd, behoorende; welk alles gevonden en berustende is op de hierna genoemde plaatsen, in eene behuizinge geteekend nummero twee en twintig, staande en gelegen te Winsum, alwaar thans wordt geprocedeerd.

En zijn alle voorzeide goederen tn voorschijn gebragt door Jacob Jacobs Bos, boereknecht, woonende te  Winsum, en Anna Jans Haak, vrouw van Willem Derks Huinder, dagloonersche, mede te Winsum woonachtig, als aangestelde bewaarders der zegels en goederen, ter gelegenheid van de verzegeling, gedaan door Mijnheer den Vrederegter van het Kanton Winsum, ingevolge deszelfs proces-erbaal van den tienden Junij laatstleden, behoorlijk geregistreerd, die beloofd hebben eene getrouwe opgave te zullen doen, zonder iets achter te houden of te verdonkeren.

De begrooting der goederen die daaraan onderworpen zijn, zal gedaan worden door Freerk de Vries, deurwaarder, wonende te Obergum, Jarg Jans Pettinga, deurwaarder, wonende te Winsum, Julle Pieters Bosch, zonder beroep, wonende te Winsum, en Jan Dijksterhuis, koopman, wonende te Winsum, als deskundigen, door partijen verkozen, en in handen van Mijnheer den Vrederegter van het Kanton Winsum, den, bij de wet vereischten eed afgelegd; alles naar mate dat de goederen, verzegeld bij evengemeld proces-verbaal van verzegeling, door den Heer Vrederegter wederom zullen zijn ontzegeld.

En hebben partijen de bewaarders en de deskundigen, nevens Pieter Wijnes Doornbosch, koopman van beroep, wonende te Winsum, en Willem Aaldriks Hoeksema, van beroep commissionair, mede te Winsum woonachtig, als getuigen ten dezen verzocht, met ons, notaris, na gedane voorlezing, hier ter plaatse geteekend.
(handtekeningen)

Hierna is men voortgegaan met de inventarisatie, in maniere navolgende:

In een kamer uitziende met twee vensters naar het zuiden en een naar het westen:

Een eikenhouten kabinet, geschat op zestig gulden f 60,oo; Een mahoniehouten secretaire, geschat op vijf en zeventig gulden 75,oo; Een groote spiegel met vergukde lijst, geschat op vijf en dertig gulden 35,oo; Een halfkastuurwerk, geschat op vijftig gulden, zijnde de kast van mahoniehout  50,oo; Een eikenhouten ladetafel, geschat op achttien gulden 18,oo; Een vierkante eikenhouten uittrektafel, geschat op vier en twintig gulden 24,oo; Een dito kleiner, geschat op twaalf gulden 12,oo; Een barometer, thermometer en twee weerglazen, geschat op vier en twintig gulden 24,oo; Twee porceleinen vazen, een kom en vier schilderijen, geschat op vijftien gulden. 15,oo; Een porseleinen stelsel van vijf stuks en twee theepotten, geschat op drie gulden vijf en zeventig centen. 3,75; Een servies groen bont porceleinen theegoed, met zes losse kopjes, geschat op zeven gulden vijf en twintig centen. 7,25; Een dozijn bruine stoelen, geschat op twaalf gulden 12,oo; Een dozijn stoelkussens, geschat op achttien gulden. 18,oo; Een dozijn Saxisch theegoed met een verlakt bord, geschat op drie gulden negentig centen 3,90; Een groote koperen demper en twee tangen, geschat op zes gulden twintig centen. 6,20; Een pijpenbaktje, tabakspot en komfoor, geschat op twee gulden vijf en zeventig centen 2,75; Drie witte boven- en drie onderglasgordijnen, met drie koperen gordijnsroeden, geschat op vier gulden vijftig centen. 4,50

In de tinkast.
Twee verlakte tinnen koffijpotten, een dito kan, en twee dito kandelaars met lusters,geschat op twaalf gulden vijf en twintig centen. 12,25; Drie onverlakte tinnen koffijpotten, vier dito kandelaars en zes dito sauskoppen, geschat op twaalf gulden vijftig centen. 12,50; Negen dito schotels en zes borden, geschat op dertien gulden zestig centen. 13,60; Een glazen inktpot, twee blikken snuiterbaktjes met snuiters, een glazen theebus, een tinnen kop, dito trechter en een blikken koffijzetter, te zamen geschat op drie gulden tien centen 3,oo; Een tinnen inktpot, twee blikken trommetjes, een kleerborsel en twee koperen  theestoofjes, geschat op drie gulden zeventig centen. 3,70; Een koperen tabakscomfoor, een blikken tafelkomfoor, een tinnen pulmaat en een koperen koffijzetter, geschat op vier gulden vijf en veertig centen. 4,45; Twee en twintig witte borden en drie schotels, twee suikerpotten, twaalf bonte spoelkommen, twee theepotjes en twee kopjes en schoteltjes, geschat op zes gulden tien centen. 6,10

Op de bedsteden.
Een onderbed, twee peuluwen, twee kussens, drie wollen deken en tweeplatwerken dekens, met twee groene bedgordijnen, geschat op zevenvijftig gulden vijftig centen. 57,50; Een onderbed, een peuluw, een wollen en een Japansche deken, vier kussens en twee groene bedgordijnen, geschat op twee en vijftig gulden 52,oo

Uit het eerstgemelde geinventariseerde eikenhouten kabinet ten voorschijn gebragt.
Negen en vijftig onder- en bovenlakens en twee kussenlakens, te zamen geschat op honderd twintig gulden. 120,oo 

Manslijftoebehooren.
Zeven hembden, drie bonte festen, een wollen onderhembd, drie dito rompen, een roode wollen onderbroek, drie slaapmutsen, zestien witte en bonte doeken en vijf kerkboeken, te zamen geschat op twee en twintig gulden en vijftig centen. 22,50; Negen grove handdoeken, geschat op twee gulden vijf en twintig centen. 2,25

Op een bovenkamer, uitziende met twee vensters naar het zuiden en een naar het westen.
Een plat bruin eiekenhouten kistkabinet, geschat op vier en zestig gulden. 64,oo;  Een spiegel met vergulde lijst, geschat op veertig gulden. 40,oo; Een ronde mahoniehouten kolomtafel met tafelkleed, geschat op vijf en dertig gulden vijftig centen 35,50; Een mahoniehouten cilinder tafel, geschat op vijf en dertig gulden. 35,oo; Een liqeurkistje met zes caraffen, geschat op tien gulden. 10,oo; Vier pleeten kandelaars, een dito azijnzetter met vier fleschjes en een houen dito, geschat op acht tien gulden 18,oo; Een pendule met glazen stulp, geschat op vijf en twintig gulden. 25,oo; Vier mahoniehouten theekistjes, een dito lepelkistje, twee blikken trommejes en een houten garenklosje, te zamen geschat op achttien gulden. 18,oo;  Twee schilderijen met vergulde lijsten, geschat op vijf en twintig gulden. 25,oo; Een pourtrait van majoor Borgman, geschat op een gulden. 1,oo; Een storten steek, een houte komfer en een kamer bezem, geschat op vijf en twintig centen. 1,25; Een ovaal cilinder tafeltje met een sevie wit porceleinen theegoed, geschat op zeventien gulden vijftig centen. 17,50; Een paar groote spiegelknoppen, acht flesschen baktjes en twee mahoniehouten snuiterbaktjes, geschat op  zeven gulden vijf en twintig centen. 7,25; Vijftien bruine stoelen en elf stoelkussens met twee wagenkussens, geschat op  vijf en veertig guldens. 45,oo; Drie boven- en drie onder witte glasgordijnen, met drie gordijnroeden, een vloertapijt en dertig grove matten, te zamen geschat op veertien gulden vijftig centen. 14,50 

Uit het hiervoren geinventariseerde plat bruin eikenhouten kistkabinet ten voorschijn gebragt:
Tweehonderd en twaalf onder- en bovenlakens, een tafellaken en vier en twintig servetten, geschat op vierhonderd zeventig gulden. 470,oo; Negen en veertig mans- en vrouwenhembden, geschat op vijftig gulden. 50,oo; Een wollen kinderdeken en vijf glasgordijen, geschat op zeven gulden. 7,oo

Gereede geldspecien.
Een en veertig gouden ducaten, makende te zamen een som van tweehonderd  vijftien gulden vijf en twintig centen. 215,25
Tien halve rijders, te zamen zeventig guden 70,oo
Twee en twintig heele rijders, te zamen driehonderd acht guden. 305,oo
Nog twee dito, bedragende acht en twintig gulden 25,oo
Nog zes halve dito, makende twee en veertig gulden. 42,oo
Vijf drie gulden stukken, makende vijftien gulden 15,oo
Eenig zilvergeld, ten bedrage van twee gulden vijf en zeventig cents. 2,75
Twee vergulden pennings. 681,oo

En hiermede bezig geweest zijnde tot des avonds negen uren, is de verdere voortzetting van deze inventarisatie, met overleg van partijen, bepaald op maandag, den vierden Julij aanstaande, des morgens te morgens te negen uren; zijnde de nog ongeinventariseerd geblevene goederen in de bewaring van de hiervorengenoemde bewaarders.
Waarna de requiranten, de bewaarders der zegels en goederen, de deskundigen, nevens de getuigen in het hoogd dezes gemeld, dit met ons, notaris, na gedane voorlezing van al het vorenstaande hebben onderteekend te Winsum, in de behuizing numero twee en twintig, op de dag, maand en jaar voorschreven
(was getekend)

Geregistreerd te Onderdendam, den zesden Julij 1800 zes en dertig, deel negentien, blad honderd zeven en negentig, recto vak drie en vier, met twee bladen en geen renvooij. Ontvangen vier gulden tachtig cents, bedragende met de 35 opcenten zes guldens twee en zestig en een halve cent. De Ontvanger (getekend) Langeveld.

___________________________________________________________

Naar 04-07-1836 Boedelbeschrijving Akte 02
Naar Data akten Boedelbeschrijving Nalatenschap van Jan Tijmens