Boerderij “’t Gansehuis” Verdeling Nalatenschap Martje Jans | Toedeling Boerderij aan Jan Hindriks Zijlma

___________________________________________________________

Scheidbrief
Adam Tebbens J: U: Doctor Richter van ’t Groote en Kleine Reedschap. Certificeere dat persoonlijk voor mij zijn gecompareerd
Heiltje Jans, Jan Hindriks Zijlma en Elijsabeth Hindriks Zijlma, geadsisteert met haar Eheman J: van der Borgh
te samen als wettige erfgenamen van wijlen hunne Moeder Martje Jans, laatst wedu wijlen Hindrik Hindriks de oudere,
welke bekenden en beleeden, voor hen, en hunne erfgenamen een steedevaste, en onwederroepelijke Scheiding en deeling te hebben gemaakt, nopens huns opgemelten Moeders nagelaten goederen, op volgende manier.
Ten 
1sten Zal Tweede Comparant eeuwig en erflijk aan zich hebben en behouden den geheelen mandeeligen Boedel, bestaande in een 
Boeren Plaats met zijn annexen beneevens het recht der vaste en altoosduurende Beklemming van 46 Jukken zoo buiten als binnendijks Land.
Zoo en in diervoegen, als door aankomstbrieven, eenigermate kan worden verdedigt.
Mitsgaders alle de Leevendige Have, Boeren gereedschap, Schutten en wringen, en uitgezaaijde Winter en zomerbout, ook alle in en uitschulden zonder onderscheid dus, alles zoo en in diervoegen als door wijlen gemelte Comparanten Moeder is bezeeten, en door de 2de  Comparant reeds op den 15 April 1797, tot volkomen genoegen is aanvaard.
Waar tegens den 
 2den  Eerste en derde Comparanten ieder zullen genieten volgens opgemaakte Inventaris Een Summa van Twee Duizend drie hondert vijf Car: Guld: dertien Stuiver en vier duiten Zegge f 2305=13=4.
Van welke gemelde Erfportie 
1ste  Comparantinne nog van 2de Comparant op dato deezes Competeerde, een Summa van Twee Duisend drie en seventig Car Guld: vijf Stuiv: en vier duit:
en derde Comparanten, hielden op de 
2de  Comparant meede op dato deezes een praetensie weegens hun aandeel groot vierhondert ses en tachentig Car: Guld: en twee St&:
welke restant bereekende Summa voorengemeld, door de 
2de Comparand, thans zijn goedegekeurd, en aangenomen, erkennende dat dezelve door deezen onder zich berustende hheft, afstand doende van alle exceptien zoo van misreekening als die van ongetelden gelde, belovende mits deezen daarvoor sjaarlijks tot rente te zullen betalen van ieder hondert vier gelijke Guldens, en zal het Eerste Jaar rente komen te verschijnen op 1mo Maij 1798, en zoo vervolgens sjaarlijks en onverjaard tot dag van volkomen aflossinge toe, en wie de aflossinge eerst begeerd zal de een den anderen het zelve een vierendeel jaars voor diens verschijndag moeten laten opzeggen om als dan deezen opgemelte Capitalen met diens verscheenen renten beide tegelijk of ieder afzonderlijk te mogen of moeten op brengen in vrij kost en schadeloosgeld, met kosten van opzage daar en boven, met welks volkomen aflossing en betaling voorengemelte Comparanten verklaaren volkomen van elkander te zijn gescheiden, omtrent huns een ieders Erfporsien uit den moederlijke Nalatenschap,
exemt dat nog mandeelig is gebleeven een obligatie ten laste de provincie Stad en Lande
Spruitende uit de heffing van den 25sten penn: groot f 200gl na 4 pC:
Een dito van den 100sten penn: groot f 50 Gl na 4 pC:
Een dito van den 
50sten penn: groot f 100 gl na 5 pC:
als meede een huisje met de Beklemminge van het heem, staande en geleegen te Rasquert bij Jan Gijses en vrouw in gebruik, en
den Eigendom van een behuisd heemsteede te Warffum bij de wedw van Tiewes Sijmons in gebruik sjaars voor 8 Gl: waar benevens een aparte Buiten Tuin,
voorts stelde hij tweede Comparant voor de opgemelte Capitalen en renten, alle zijne reets hebbende of nog toekomende goederen, geene uitgezondert zoo wel als eerste en derde Comparanten voor de prompte nakoming deezes, een ieder en in Solidum elkanderen ten onderpande, alle hebbende en toekomende goederen, dezelve aan alle hooge en laage rechten en Gerichten en diens parate reale executie submitteerende. 
In oorconde der waarheid en tot vestenisse deezes, heb ik Richter opgemeld, deezen op belijenge van Comparanten met mijne Naams verteekening en door het aanhangen van mijn gewoon Zegul bevestigd te Houwerzijl op den 25 Febr 1798 
(Was geteekend:) 
Dr A: Tebbens Richter

___________________________________________________________

Naar Boerderij “’t Gansehuis” 
Naar Boerderijen Kerspel Zuurdijk