___________________________________________________________

In het Jaar achttien honderd vijf en dertig, den een en twintigsten van de maand Mei, des voordemiddags te tien uren, ten huize van den deurwaarder Willem Wolthuis, te Leens, Compareerden voor ons ondergeteekende Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hiernagenoemde en mede ondergeteekende getuigen,
Anje Harms Dijk, weduwe van wijlen Douwe Jakobs Mennema, landgebruikersche, wonende te Zuurdijk, voor zich zelve en in kwaliteit als moeder en wettige voogdes over Geeske – en Douwina Douwes Mennema, hare twee minderjarige kinderen, uit den echt met wijlen opgenoemden Douwe Jakobs Mennema verwekt, welke kinderen zijn eenige erfgenamen van wijlen evengemelden hunnen vader, – dewelke verklaarde, tengevolge dispositie, gegeven door de regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Appingedam, den negenden Mei achttienhonderd vijf en dertig, waarvan eene behoorlijk geregistreerde expeditie hierbij is vertoond en dadelijk teruggegeven, te hebben doen publiek maken voornemens te zijn heden, uur en plaats voorschreven, ten overstaan van den Heer Meester Anthonius Beckeringh, Vrederegter  van het kanton Winsum, wonende op Saaxumborg, onder Baflo, geadsisteerd met deszelfs Commies griffier Jan Dijksterhuis, wonende te Winsum, en ten bijwezen van Tjerk Jakobs Mennema, daglooner, wonende te Zuurdijk, in kwaliteit als toeziend voogd der hiervorengemelde minderjarigen, – te veilen en indien daartoe termen zijn te verkoopen: 

Eene behuizing, geteekend numero zeven en twintig, met de beklemming van drie bunders, twaalf roeden en tien ellen land, (eertijds in naam ongeveer drie bunders) doende jaarlijks aan de Kosterij te Leens, tot vaste huur zes en dertig gulden, staande en gelegen te Zuurdijk, gemeente Leens, Kanton, Kwartier en provincie als boven; in den perceelsgewijzen kadastralen legger bekend onder Sectie G, numero drie honderd een en zestig tot en met numero drie honderd zes en zestig ingesloten, alsmede onder numero drie honderd acht en zestig,
en bezwet, 
ten noorden door Jakob Luitjes Dijkhuis, 
ten oosten Jakob Geerts Staal, 
ten zuiden de weduwe Jan Thomas Dijkhuis en 
ten westen door het Pastorijland van Zuurdijk en Antoon Polker. 

Zijnde door (nu wijlen) Douwe Jakobs Mennema, voor zich en namens zijn vrouw Anje Harms Dijk aangekocht bij authentieke acte, gepasseerd voor ons notaris, in presentie van getuigen, den negentienden Mei achttienhonderd zeven en twintig, behoorlijk geregistreerd, en overgeschreven ten Kantore van hijpotheken te Appingedam, den vierden Julij achttienhonderd zeven en twintig, zeventiende deel numero honderd zes en dertig. 
Tot verkoop waarvan de comparante heeft opgegeven de volgende Conditien, welke nevens den aanvang van dit procesverbaal aan de gegadigden zijn voorgelezen.: 
Artikel een. In den verkoop zullen hoegenaamd niet begrepen zijn eenige losse goederen, wordende de behuizing verkocht met alles wat aan dezelve aard-,  spijker- en nagelvast wordt gevonden, en de landerijen zonder de schutten en wringen die op dezelve mogten staan, willende de verkoopersche voor de opgegevene maat of voor abuise opgave der kadastrale nummers en zwetten niet aanspraakbaar zijn; voorts alles met derzelfs carspel, – gemeente-, rijks-, dijks- en alle andere lasten, lusten, servituten en zwarigheden, genoemde of ongenoemde, niets uitgezonderd, alles invoegen door verkoopersche wordt bezeten en verdedigd kn worden. 
Artikel twee. De aanvaarding zal plaats hebben op den vijf en twintigsten Mei aanstaande, met uitzondering van ongeveer een bunder land, bezaaid met tarwe en haver, waarvan de kooper voor dit jaar slechts de halve vrucht zal genieren; terwijl alle belastingen van welken aard ook, te rekenen vanaf primo Januarij laatstleden voor rekening van den kooper zullen zijn. 
Artikel drie. De betaling der kooppenningen zal moeten geschieden in klinkende, gangbare, Nederlandsche muntspecien, in twee egale termijnen, op den eersten November van dit jaar en den eersten Mei van het jaar achttienhonderd zes en dertig, blijvende inmiddels het verkochte tot de geheele voldoening beleend en de verkoopersche gepreviligeerd, ingevolge de wet. Niettemin zal ieder bieder bij den toeslag, des gevraagd, ten genoegen van verkoopersche eenen genoegzamen zelfschuldigen borg moeten stellen, bij gebreke waarvan op ieder bieder zal kunnen worden teruggetast, die alle tot twee uren na afloop der laatste veiling voor hunne gedane botten verbonden blijven. 
Artikel vier. Alle kosten en salarissen over dezen verkoop aangewend of voorvallende, daaronder begrepen het publiek maken, de kosten bij de regtbank te Appingedam aangewend ter bekoming van authorisatie en de vacatien van het vrederegt, benevens de kosten ter zake van eene geregtelijke aanspraak tot betaling van verschuldigde vaste landhuur aan de eigenares, te zamen begroot op vijf en zestig gulden; voorts de kosten van registratie, transcriptie, zegels, grosse en expeditie met die van uitveiling en het honorarium van den notaris en wel het laatste op eene getaxeerde declaratie van Mijnheer den president van de regtbank te Appingedam, zullen alle ten laste van den kooper gebragt worden, en door hem, inwendig acht dagen na heden, aan handen en op kwitantie van den notaris die over dezen verkoop staat, moeten worden voldaan, zonder voor het een of ander iets aan den koopprijs te kunnen korten; en eindelijk zal den kooper mede nog moeten betalen tot stuur van de strijk- en opbotsgelden, benevens voor de vertering welke van wege de verkoopersche wordt aangewend, de sum van tien gulden. 
Artikel vijf. De verkoopersche reserveert aan zich, zoodanig en zoo menigmaal te veilen als zij zal goedvinden, en om na afloop der laatste veiling nog een uur beraad te houden, of zij het gepresenteerde voor de geboden som wil toeslagen of in trekken. 

Hierna requireerde de comparante tot de veiling en verkoop over te gaan, en nadat alstoen diverse veilingen en opbiedingen hadden plaats gehad, is eindelijk hoogste bieder geweest en kooper verklaard voor de som van vier honderd en vijfenzeventig gulden, Tjerk Jakobs Mennema, daglooner, wonende te Zuurdijk, die zulks heeft aangenomen en na voorlezing hier ter plaatse geteekend. 
Tjerk J Mennema 
Van al hetwelk dit proces-verbaal is opgemaakt en vorgelezen. 
Gedaan en gepasseerd op plaats, dag, maand en jaar voor schreven; in tegenwoordigheid van Freerk de Vries, deurwaarder, wonende te Obergum, en van Luitje Ulferts Wiersum, veldwachter, wonende te Leens, als getuigen ten dezen verzocht, die dit met den toeziend voogd, den Heer Vrederegter en Commies-Griffier, benevens ons notaris hebben onderteekend, verklarende de comparante verkoopersche niet te kunnen schrijven of haren naam te teekenen, om reden zij zulks niet had geleerd. 

___________________________________________________________

Naar Boerderij No 27