___________________________________________________________ |
01-12-1952 Nieuwsblad van het Noorden
PAARDEN Ruim vier en een halve ton aan prijzengeld
Goede toekomst voor de dravers
In het seizoen 1952, voor zover het de zomermaanden tot en met half November betreft, is op de lange banen in ons land voor ruim vier en een halve ton aan prijzengeld uitgekeerd, waarbij nog komt tien procent voor de fokkerij, zodat aangenomen mag worden, dat de totale omzet ongeveer vijf ton heeft bedragen.
Van dit ongetwijfeld belangrijke bedrag is iets minder dan f 150.000 naar het Noorden gegaan, waaruit wel valt te concluderen, dat de Noordelijke dravers een belangrijk aandeel hebben gehad in de gehouden courses.
De inleggelden
Niettemin blijft het uitkomen voor Noordelijke eigenaren moeilijk, mede door het vragen van inleggelden. Hierover is reeds vaak van gedachten gewisseld, en ook nu wordt dit systeem als een vergroting van de financiële moeilijkheden beschouwd. Maar daar staat tegenover, dat ook de uitschrijvende verenigingen het meestal niet gemakkelijk hebben en eigenlijk dit inleggeld op hun begroting moeilijk kunnen missen. De enige oplossing schijnt dan ook te zijn gelegen in een grotere reservering bij de totalisator ten bate van de banen. Dan ook zou, naar het ons wil voorkomen, over de inleggelden zijn te praten. Hierbij mag niet worden vergeten, dat er veel jong materiaal op de banen komt, dat wellicht in handen kan komen van nieuwe eigenaren, die in verlaging of opheffing van de inleggelden een stimulans zouden hebben om ook aan de courses deel te nemen.
Veel tweejarigen
Veel goede tweejarigen verschenen dit seizoen reeds aan de start. De gehouden courses kan men naslaan om de bevestiging daarvan te vinden. In 1950 zijn ongeveer 150 veulens geboren en deze nu tweejarigen, die natuurlijk lang niet alle reeds in training zijn gegeven, hebben getoond, dat we de toekomst met optimisme tegemoet kunnen zien. Althans wat de kwaliteit betreft, want een andere vraag is, of het prijzengeld voldoende omhoog zal kunnen gaan om al die nu tweejarigen aan enige winst te helpen. Het is duidelijk, dat grotere reservering door de toto ook hier van veel invloed kan zijn. Er zijn inmiddels enkele tweejarigen, die reeds veel van zich hebben doen spreken. Roland b.v. is wel de beste gebleken en bracht niet minder dan f 2450 op zijn naam. Ronald werd als tweede geplaatst met de winsom van f 2075. Daarna volgt Ria Kitty, een kind van de bekende Zora-familie, met f 1900. Ook stal Oosting is met Redloff W. B., die f 1875 won, goed voor de dag gekomen. Daarna kwamen Reine d’Aster met f 1800. Rêve dOr B. met f 1750. Reni M. met f 1375.
R. Petrosia. een kleinkind van de bekende Noordelijke draver-merrie Petrosia. waarmee de familie Torringa haar intrede in de draverswereld deed. won f 1300.
Verder waren er nog 19 stuks, die iets wisten te winnen, bedragen variërende van f 875 tot f 25.
Uit bovenstaande blijkt wel, dat een goede bezetting van de velden in de komende jaren gewaarborgd is, waarbij de grotere belangstelling, vooral in het Noorden, – en nog meer speciaal Groningen – goede perspectieven opent. De toto-omzetten in Groningen, welke stijgende zijn, vormen daarbij een goede basis om met vertrouwen ook in het Noorden de toekomst tegemoet te zien.
___________________________________________________________ |
Terug naar “W Petrosia”