12-09-1970: ‘Natuur houdt zichzelf in evenwicht’ 

___________________________________________________________

12-09-1970 Nieuwsblad van het Noorden
Het woord is aan de Lezer

Natuur houdt zichzelf in evenwicht
Als de kat van huis is, hebben de muizen feest. Het feest voor de muizen in de Westpolder (Vierhuizen) wordt danig verstoord.
In ons Nieuwsblad vertelde men al, voorgelicht door iemand uit de W.-polder schijnbaar, dat het gewoon de omvang van een plaag had aangenomen, en enorme schade berokkende aan de landbouw. De inwoners van Vierhuizen vertelden me dat de poesjes letterlijk en figuurlijk „zat” van de muizen waren, zodat het best kon gebeuren, dat je 10 tot 15 muizen dood om en bij het huis zag liggen.
’t Voorjaar sprak ik met veehouder-landbouwer v.d. Bleek, toen we uit het Lauwersmeer kwamen. Ik zei hem toen, dat we grote aantallen muizen op de kwelders hadden gezien en dat ze wel moesten oppassen ze niet te ver te laten komen.
De juistheid bleek van de zomer “ze zaten er onder.” Zodat alarmerende berichten in de pers verschenen.
Van de week sprak ik weer met een landbouwer en vroeg of de schade aan het gewas door de muizen ook merkbaar was.
Niet noemenswaardig was het antwoord.
Wat blijkt nu?
Het natuurlijk evenwicht wordt, althans hier nog niet verstoord, want evenals voor 2 jaar toen we onder de wespen zaten, kwamen de Russen, evenals in 1813 en 1945, ons weer de helpende hand bieden, niet met tanks of vliegtuigen maar in de vorm van vliegende notenkrakers, de vogels die Tsjaikowski inspireerden, zo wordt ons nu weer geleerd, hoe de natuur zichzelf in evenwicht houdt, mits we zelf daar geen handje bij proberen te helpen.
Wat is n.l. het geval.
Bij m’n omzwervingen ontdekte ik in het Lauwersmeer vele Buizerds, Valken en Uilen.
De Uilen hadden zich verscholen in het groen wat welig groeide bij de vroegere rijsdammen. De zon bij dag en de maan bij nacht, dacht ik, toen ik al deze dieren ontdekte.
Verder ontdekte ik tot ver in het meer ons aller Lieveheersbeestje in grote getale. Vlak bii de waterlijn waren ze te vinden als er maar een bosje groen was.
Van de luizen zullen ze daar dus minder last hebben dan van de muizen.
Ook het zo zeldzaam voorkomende “zeepaardje” (volksnaampje) kwam veelvuldig voor. U weet wel. De tweedekkers noemden we ze als schooljongens.
’t Volgend voorjaar hopen we op ca. 350 mtr. lange en ca. 10-12 mtr. brede akkers het koolzaad te zien bloeien.
Ik wil nog wel graag opmerken, dat de bezoekers die, even een kijkje op de dijk komen nemen, daar niet de kapotte flessen achterlaten, want zeker 20 minuten ben ik bezig geweest scherven te verzamelen en als natuur- en dierenliefhebber zou ik niet graag zien dat een dier — koe of schaap in dit geval — hier het slachtoffer van zou moeten worden.
Eventuele wadlooers kunnen zonder enig gevaar hier zich gaan oefenen en gelijktijdig van de rust genieten.
Met een kijker “gewapend” heeft men een wijds gezicht met als baken, het molentje van Vierhuizen.
Voor diegene die de kans nog wil waarnemen omdat binnen afzienbare tijd de rust hier ook verdwijnt, zullen de woorden van Guido Gezelle:
Mij spreekt de blom een tale.
Mij is het kruid beleefd
Mij groet het altemale, wat God geschapen heeft.”
zeer duidelijk bewaarheid worden.
Leens.
G. MüLLER.
 [Gerrit Muller was kapper in Leens]

___________________________________________________________


Naar Muizenschade Lauwerszee