___________________________________________________________ |
WelEdele Heer !
Gisteren avond vernam ik van den Heer M. D. Teenstra, dat Pieter Stoepker en Pieter Bartelts Houwinga als Zetboeren op het Zoogenoemde Eijerland zijn benoemd geworden.
Ik grijp de gelegenheid aan om Uw WelEdele opmerkzaam te maken op de belofte van de Heer Plooster, Hoogedoorn en Wisboom aan mij gedaan, van nl. de eersten aanspraak te zullen hebben om op genoemd land als Zetboer te worden geplaatst, indien daartoe uit onzen [] personen zouden worden benoemd. De Heer Plooster heeft mij hiervan zelfs de stelligste verzekering gegeven en mij daarop verlatende heb ik mijne maatregelen genomen, welke zelfs eenige kosten met zich voerden, om in dit voorjaar derwaarts te vertrekken.
Gedurende vier weken, welke ik in den voorleden zomer op het Eijerland heb doorgebragt, mogt ik dus het genoegen smaken, van de goedkeuring dier genoemde Heeren te verwerven, zoodat men mij ongevraagd de boven aangeduide belofte schonk.
Het moest mij derhalve bevreemden, dat andere personen, vooral de laatst genoemde Pieter Bartelts Houwinga, welke zijnen gunst alleen aan familie betrekkingen in dezen [] te danken hebben [] mij in dezen zijn voorgegaan.
Ik veroorloof mij de vrijheid UwWelEdele te verzoeken om, UwWelEdele’s inscriptie te dezen aanzien binnen kort te mogen vernemen, en zulks te meer dewijl de wijze, waarop deze laatst genoemde benoemd is geworden, mij voorkwam het daglicht niet wel te kunnen gedoogen, aangezien men mij f 100 – wilde ter hand stellen, indien ik van mijne sollicitatie wilde afzien.
Intusschen beveel ik mij in UwWelEdele’s gunst ten sterkste aan; terwijl ik UwWelEdele verzoek, de verzekering mijner hoogachting wel te willen aannemen, waarmede ik de eer heb te zijn,
Ut. Supra !
Leens den 28 Januarij 1836
Uw WelEdele’s gehoorzame dienaar
P: S: Noordhoff
Op enveloppe:
Franco Groningen
WelEdele Heer !
den Heere N. J. de Cock
Boommtjes
te Rotterdam
Leens den 28 Januarij 1836
P S Noordhoff
[]
___________________________________________________________ |
WelEdele Heeren !
Ik veroorloof mij de vrijheid Uw WelEdelen hier nevens aan te bieden een attest, houdende verklaring van de notabelste Ingezetenen onzer burgerlijke gemeente, opzigtelijk mijn gedrag en mijne bekwaamheid als landbouwer; en welke hun verlangen en hunner wenschen te mijwaarts, wel hebben willen opebaren. Vergeeft dan WelEdele Heeren ! aan eenen man, die zich gaarne in de eene of andere betrekking geplaatst zag, om aan vrouw en kinderen een eerlijk bestaan te verschaffen, deze betamelijke vrijmoedigheid. Tot dezen Stap toch, werd hij opgemerkt door een aantal aanzienlijke mannen, van verschillende rang en stand in dit gewest, welke het innig
[rest brief ontbreekt; teloor gegaan?]
Aan
de WelEdele Heeren, Eigenaren
van den Polder op het Eiland Texel;
te Rotterdam.
Leens den 4 februarij 1836
P S Noordhof
[]
___________________________________________________________
Bron: Regionaal Archief
Archiefnummer: NL-AmrRAA-82.2.026
Titel archief: Inventaris van het archief van de Sociëteit van Eigenaren van de polder Eijerland, 1753-1856
Inventarisnummer: 107
Beschrijving inventarisnummer: Noordhoff, P.S., 1836
___________________________________________________________ |
Naar Pieter S. Noordhoff
Naar Eijerland