27-08-1908: Brand Vondelstraat 50 te Amsterdam

___________________________________________________________

27-08-1908 Het Nieuws van de Dag, donderdag

Brand in de Vondelstraat.

Vanmorgen in de vroegte, omstreeks kwartier over zessen, zagen de kruier Krebber uit de Vondelstraat en eenige voorbijgangers, dat er rook kwam uit het souterrain van perceel 50. bewoond door de familie P. R. van Duinen van Dellen. Er drong zooveel rook naar buiten, dat men niet lang aarzelde met het wekken der rustig slapende bewoners. Door luid geschreeuw en hard gebons op de voordeur schenen de huisgenooten gelukkig wakker geworden te zijn. Men zag hen spoedig voor de vensters. Er scheen echter enorm veel rook in het huis te staan, vooral in de benedenverdiepingen, waardoor ‘t den bewoners onmogelijk was de straatdeur te bereiken. 

  Zij verkeerden eenige oogenblikken in een angstige positie. De brandweer, die natuurlijk wel gealarmeerd was, moest nog verschijnen. 

Intusschen wisten de bewoners met de kinderen niet hoe zij uit het huis zouden komen. Er kwam hoe langer hoe meer rook van beneden. Al de huisgenooten begaven zich in hun angst naar de hoogste verdieping, openden de ramen en riepen om hulp tot de weinige menschen, die buiten stonden en die te vergeefs getracht hadden het gesloten perceel binnen te dringen. De seconden duurden uren. 

Daar verscheen, de brandweer van het Leidscheplein. Fluks sloegen de rappe mannen hun ladders tegen het perceel. Eerst werden de ladders — de Magyrus-ladder van de kazerne aan de Hobbemakade was nog niet aanwezig — opgesteld tegen de eerste étage, waardoor de brandweermannen deze verdieping bereikten. Op het balcon werden de laddertjes opgesteld tegen de vensters van de derde dieping, waar de bewoners op hunne redding stonden te wachten. De koene brandwachts, die het klimwerk in een oogenblikje volbracht hadden, droegen de huisgenooten langs de stijle ladders, die door middel van haken in de kozijnen vastgeslagen waren, naar beneden. De heer des huizes wist zelf naar beneden te klauteren. Brandwachts hadden inmiddels een gat in de voordeur geslagen en wisten aan de achterzijde van het huis te komen, om op dezelfde wijze eenige huisgenooten af te laten. 

  Toen allen tot hunne vreugde veilig en wel op straat stonden, werd op eens bemerkt, dat de dienstbode er nog niet was. Terwijl de brandweer het vuur in het souterrain met een straal op de Vechtleiding aanpakte, togen een paar spuitgasten nogmaals met de ladders naar, boven om het meisje te zoeken. Zij werd niet gevonden, maar gelukkig bleek, dat zij niet door den rook bedwelmd was. Het meisje was over de daken op de vlucht gegaan en wist door een ander perceel na eenigen tijd de straat te bereiken.  

  De brand zelf scheen niet veel te beteekenen. In het souterrain lag eene hoeveelheid stroo, die den hevigen rook veroorzaakt had. Hoe de brand ontstond, is nog een raadsel. Het souterrain brandde grootendeels uit. De schade wordt door verzekering gedekt.

___________________________________________________________

28-08-1908 Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag 

Hetzelfde woordelijke verhaal als in Het Nieuws van de Dag van donderdag!!

___________________________________________________________

Naar Aafke (Oewes) van Dellen-van Duinen
Naar Pieter Roelf (Oewes) van Duinen