___________________________________________________________ |
25-04-1930 Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag
Het Grand Theatre.
Gisteren heeft de opening plaats gehad van Groningen’s vierde bioscoop, het „Grand Théatre” aan Groote Markt. Dit nieuwe theater heeft wel de nieuwsgierigheid van het Groningsche publiek weten te trekken en menigeen zal zich reeds lang hebben afgevraagd, wat achter die massale grijze steenklomp, die voorgevel heet, wel verborgen zou zijn, of het interieur evenredig zou zijn aan het exterieur misschien. Daarbij zullen eveneens velen wel eens even nader hebben stil gestaan bij het zoeken naar motieven, die mogelijk geleid hebben tot deze bouwwijze. Erg fraai kunnen wij deze gevel niet vinden, doch hiermede is weer een nieuw type gevoegd, bij de talrijke die op de Groote Markt zijn aan te treffen. Of het mooi is? Dat is een kwestie van smaak, waarover vrijwel niet valt te twisten. Erg veel bekoring gaat er o.i. niet van uit. De steenklomp schijnt te rusten, zwaar te rusten op de entrée, die wij liever wat verder naar binnen hadden gehad. Practisch is die ingang overigens wel, want bezoekers voor parterre, 1e, 2e en 3e rang kunnen door de middenste deuren in een vestibule komen, terwijl loge- en balconbezoekers door de zijdeuren direct bij de aan weerszijden aangebrachte trappen kunnen komen, zoodat opstoppingen vrijwel niet kunnen voorkomen.
Genoemde trappen zijn breed en gemakkelijk en voeren naar een soort overloop, waar loketten, garderobes etc. zijn aangebracht. Ook is op die hoogte een koffiekamer aangebracht met telefoon, toiletten, etc., waarvan evenwel gedurende bioscoopvoorstellingen niet veel gebruik zal morden gemaakt. Echter men had de ruimte over en heeft er zoo een nuttig gebruik van gemaakt.
Eveneens kan men desgewenscht een luchtje scheppen, daar is een ruim balcon aangebracht, vanwaar het op de Groote Markt inderdaad fraai is.
Na nog 2 trappen — evenals de andere intusschen maar van enkele treden — beklommen te hebben, komt men boven, en dan eerst blijkt, welk een keurig, welverzorgd interieur achter meer genoemde grijze muur is verborgen. Ruime loge’s, gemakkelijke balconstoelen, zij zijn alle zóó geplaatst, dat iedere bezoeker niet alleen een comfortabele, ruime zitplaats heeft, doch tevens een ongedwongen uitzicht op het doek, dat reeds geprepareerd is voor Sound-films. In zacht rood uitgevoerd maakt de bekleeding met de toch moderne beschildering van muren en plafond een rustigen, charmanten indruk. Iets aparts, dat aangenaam aandoet.
De beschildering, verzorgd door den kunstschilder v. d. Plas, is decoratief en weer geheel in overeenstemming met de bijzondere verlichting van dit theater, die inderdaad een schitterend effect maakt, verhoogd nog door haar kleurenwisseling, die werkelijk treffend is.
Een groot voordeel is hier ook, dat door de groote ruimte van deze bioscoop men vrijwel geen last zal hebben van het rooken.
Voor hen, die het balcon misschien nog niet geheel vertrouwen, kunnen we mededeelen, dat de balken, die hiervoor gebruikt zijn, overmatig op spanning en draagkracht zijn beproefd.
De cabine bevindt zich boven de loge’s en bevat een tweetal filmtoestellen, een schijnwerper, alsmede een projectie-apparaat, terwijl boven alle vier een sproei-inrichting is aangebracht, die bij brand dadelijk in werking kan worden gesteld. De cabine heeft een nooduitgang voor den operateur en is door een met blik beslagen deur van de trap gescheiden van de voorcabine, waar de filmkast is geborgen.
Ook deze ruimte is door een met blik beslagen deur van de trap gescheiden, terwijl tenslotte onderaan de trap eveneens voor een dergelijke afsluiting is gezorgd. Inderdaad zijn hier alle mogelijke veiligheidsmaatregelen getroffen. Zoo zullen ook alle openingen, die bij de filmtoestellen in de muur zijn aangebracht, bij brand automatisch worden afgeslote.
Bezoekers voor „beneden” zullen in de reeds genoemde vestibule aan weerszijden cassa’s en garderobes vinden, evenals entrée’s voor de zaal. Deze levert ook beneden een imposanten aanblik, want wel is de ruimte groot, doch draagt toch door de beschildering en verlichting een intiem karakter, die zeer gezellig aandoet. Ook hier zijn gemakkelijke stoelen aangebracht — tot zelfs op den derden rang bekleed — met breede doorgangen, zoodat men ook hier ruim zit.
Het orchest is „ondergrondsch”, d.w.z. bevindt zich in een diepte voor het laag aangebrachte toneel, dat, zooals gemeld, door een brandscherm van de zaal gescheiden kan worden en bovendien voorzien is van een sproei-inrichting. Dit tooneel is wel niet van groote afmetingen, doch door haar practische inrichting zeer goed voor het geven van voorstellingen te gebruiken.
Weerszijden bevindt zich nog een uitgang voor het voorste deel van het publiek.
Behalve de verlichting van het geheele théâtre, welke volkomen zichtbaar is aangebracht, is er een decoratieve verlichting gemaakt, waardoor het mogelijk is afzonderlijk kleurenverlichting te laten branden. De totale verlichting kan door middel van een verduisteringsweerstand, opgesteld in den kelder, door drukknoppen in de cabine totaal in 8 minuten worden verduisterd en aangesloten. Verder is het mogelijk verschillende kleuren decoratieve verlichting te mengen. De filmtoestellen ontvangen hun stroom van omvormers, opgesteld in den kelder. Er bevindt zich zoowel een omvormer aangesloten op het draaistroomnet der gemeente als eene aangesloten op het gelijkstroomnet, zoodat bij het uitvallen van een der stroomen onmiddellijk gebruik kan worden gemaakt van de in tact gebleven stroom der gemeente, hetgeen dus een groote bedrijfszekerheid waarborgt. Ook de geheele verlichtingsinstallatiekan op beide stroomen worden aangesloten. De geheele bediening der omvormers bevindt zich in de cabine. Mocht door het Gem. Electr. Bedrijf om een of andere reden geen stroom kunnen worden geleverd, dan is het mogelijk, door een vernuftig aangebrachte inrichting, het geheele gebouw te verlichten door accumulatoren, welke verlichting op het moment tot stand wordt gebracht, dat de stroom der gemeente uitvalt.
Op de voorgevel prijkt in sierlijk uitgevoerde schrijfletters het opschrift „Grand Théâtre”, dat des avonds door middel van Neonbuizen in den den vorm van de letters is verlicht. Men heeft echter de accenten op de „e” en „a” vergeten.
Summa summarum een bioscoop, waarmede men uitstekend voor den dag gekomen is.
Indien nu maar van de programma’s hetzelfde kan worden gezegd. We zijn er inmiddels van overtuigd, dat de directeur, de heer De Vries, daarvoor zijn uiterste best zal doen.
Inmiddels kan de architect, de heer G. Saville, tevreden zijn over dit gebouw. Hij werd bijgestaan door den aannemer L. Erenstein, de schilders Maas en Van Hattem, die den kunstschilder Van der Plas met de uitvoering van het decoratieve werk belastten.
De heer P. J. La Gro Wzn. verzorgde de electrische installatie, de heer P. R. van Duinen te Amsterdam installeerde de cabine.
Het theater behoort toe aan de heeren Mekel en Oostenrijk c.s., directeur is de heer A. H. de Vries, voorheen exploitant van het Beurstheater.
Gisteravond vond voor de genoodigden de openingsvoorstelling plaats. Na een ouverture, waarbij men de volle aandacht kon schenken aan de bekwaamheden van den heer Boers, den muzikalen illustrator van den nieuwen bioscoop, trad de heer Alex. de Haas voor het voetlicht om de openingsspeech uit te spreken. Hij bracht onder meer de humor van den heer De Vries naar voren, die dezen den laatsten keer in het Beurstheater „De Hekkensluiter” deed kiezen, terwijl in Grand Theatre wordt begonnen met „Haar hoogste verlangen“. Nadat de heer De Haas ons had gewezen op hetgeen er achter die filmtitels zat, begonnen we te vermoeden, dat ook het tweede hoofdnummer van het programma „Helden der lucht” met speciale bedoeling werd gegeven. Het is een prachtige, boeiende film, waarin men de opleidingsmoeilijkheden van jeugdige aviateurs met al hun hoop en enthousiasme om een eerst-klas vlieger te worden, maar ook bun angst na den eersten val, met stijgende spanning volgt. Schitterende opnamen van vliegtuig-evoluties brengen ons nog eens weer in herinnering, dat wij hier tot op heden een vliegveld missen.
„Haar hoogste verlangen” is eveneens een mooi filmwerk, waarin de bekoorlijke Olga Tschekowa de hoofdrol vervult.
De heer De Haas zong aardige liedjes, waarbij hij zich zelf op de piano begeleidde.
Verder nog een bijprogramma, zooals we dat in Groningen gewend zijn. Alles met elkaar duurde gisteravond tot over half twaalf, maar in ‘t vervolg zal de voorstelling wel een vlotter verloop hebben. Gisteravond trachtte men, naar het ons toescheen, door langen tijd met het electrisch licht te spelen, zoodat de zaal telkens andere kleurschakeeringen vertoonde, te camoufleeren, dat er iets haperde.
Het interieur is, zooals boven vermeld, buitengewoon kunstzinnig ingericht. Het is aan de artisten, die dit ontwierpen, dan ook te vergeven, dat ze bij hun hooggestemde gedachten een klein practisch voorwerpje, namelijk het aschbakje, over het hoofd zagen. Maar deze zullen er, naar we vernemen, spoedig komen.
___________________________________________________________ |
Firma P. R. van Duinen