___________________________________________________________ |
Datum: 25-01-1823 aktenummer 1868
Plaats: ten sterfhuize van Duurke Derks Cleveringa te Leens in No 133
___________________________________________________________ |
In het jaar Achttien hondert drie en twintig den vijf en twintigsten van de maand Januarij des voordemiddags te tien uur
ten verzoeke van Derk Jakobs Vork landbouwer wonende te Leens, en voorts
ten verzoeke van
Jan Pieters Vork landbouwer wonende te Zuurdijk in kwaliteit als voogd over Jan Jakobs Vork, oud negentien jaren en Pieter Jakobs Vork, oud vijftien jaren, minderjarige kinderen van wijlen Jacob Jans Vork en wijlen Duurke Derks Cleveringa in leven egtelieden landbouwers te Leens daartoe verkozen en beedigd blijkens procesverbaal van het Vredegeregt van het Canton Winsum van den vijftienden Januarij achttienhondert drie en twintig behoorlijk geregistreerd, waarvan een expeditie in goeden vorm is vertoond en dadelijk terug gegeven.
Zijnde de voornoemde minderjarigen nevens den eerstgenoemden requirant te zamen kinderen van wijlen opgemelde Jacob Jans Vork en Duurke Derks Cleveringa en als zodanig bekwaam om zich te gedragen als erfgenamen te zamen voor t geheel of ieder voor een derde gedeelte der nalatenschappen van wijlen hunne ouders genoemd, waarvan de eerstgemelden overleden is te Leens in de
behuisinge getekend No 133 in de maand Junij achttien hondert negen en de laatst genoemde den eersten Januarij deses jaars ter zelfde plaatze volgens verklaring der requiranten.
In tegenwoordigheid van Freerk Derks Cleveringa landbouwer wonende te Adorp in kwaliteit als toeziend voogd der voorzeide minderjarigen daartoe verkozen en beedigd blijkens procesverbaal van het Vredegeregt van het Canton Winsum van den zestienden Januarij deses jaars behoorlijk geregistreerd, waarvan een expeditie in goeden vorm is vertoond en dadelijk terug gegeven.
Tot bewaring van den regten van partijen en van alle anderen die daarbij eenig belang zouden kunnen hebben,
zijn wij Mr Hendrik van Bolhuis openbaar notaris residerende te Leens, Gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en medeondergetekende getuigen overgegaan tot de inventarisatie en beschrijving van alle meubelen, boerebeslag, levendige have, hooi stroo koorn, titels, papieren, uit en in schulden en in ’t algemeen van alle roerende objecten tot voorzeide nalatenschappen behorende, welk alles gevonden en berustende is op de hierna genoemde plaatzen in de behuizinge No 133 te Leens alwaar thans word geprocedeerd, en door de eerste requirant zelve ten voorschijn gebragt, die beloofd heeft een getrouwe opgave te zullen doen zonder iets agter te houden of te verdonkeren.
De begroting der goederen die daarvan onderworpen zijn zal gedaan worden door Thomas Jans Dijk landgebruiker wonende te Leens in kwaliteit als deskundige daartoe verkozen en beëdigd blijkens procesverbaal van het Vrede Geregt van het Canton Winsum van den zeventienden Januarij achttien hondert drie en twintig behoorlijk geregisteerd te Onderdendam bij den Ontvanger C. H. van Naerssen op den achttienden Januarij achttien hondert drie en twintig voor zestig cents, hierbij vertoond een expeditie en dadelijk terug gegeven.
Waarna de requiranten, de toeziende voogd, de deskundige nevens Riewert Warendorp zonder beroep, en Riewert Alberts Blink dagloner wonende te Leens als getuigen ten deze verzogt, met ons Notaris na voorlezing hier ter plaatse hebben getekend.
[handtekeningen]
Dit gedaan zijnen is men voortgegaan met de inventarisatie in maniere navolgende
In het binnen huis uitziende na het zuiden met twee vensters en twee na het oosten
1 eiken houten Kabinet geschat f 20,00; 1 Vuren Kabinet geschat op 5,00; 1 Spiegel met 6 Schilderijen geschat op 1,50; 1 hangend Uurwerk geschat op 8,00; 2 Trommen, geschat op 0,50; 2 theepotten, 1 ½ dozijn theegoed, 6 spoelkommen en nog 3 theepotten te zamen geschat op 2,00; 2 tafels 10 stoelen te zamen geschat op 5,00; 5 stoelkussens, geschat op 1,50; 1 turfvat, 1 oude sabel, 2 tangen, 1 haal, 1 vuurhaardje, 2 stooven, en nog 2 stooven, en 1 hengselkorfje te zamen geschat op 2,00; 1 Koperen Ketel, 1 dito theeketel, 1 dito kleiner te zamen geschat op 6,00; 6 borden 3 glazen en nog 2 dito borden tezamen geschat op 1,00; 20 steenen borden, 4 spoelkommen, 2 tinnen pullen; 1 dito boterklip, 1 tinnen tragter, 6 tinnen lepels, 2 tinnen kommen, 1 tinnen trekpot te zamen geschat op 4,00; 1 Korfje met eenig theegoed tot dageijks gebruik geschat op 0,40; drie koperen Koffijketels, 1 koperen aker, 4 steenen potten, 2 kannen, 1 koperen melkemmer, 1 dito, en 1 koffijmolen te zamen geschat op 5,00; 3 vlessen, 1 lantaarn, 1 koperen lamp, 1 muizeval, 3 steenen theepotten, 1 blikken trom, 1 roemer te zamen geschat op 0,50; 2 bedden, 3 peuluwen, 8 kussens, 6 dekens met 2 onder en 2 boven lakens te zamen geschat op 50,00
In Middelhuis
1 groote vierendeeld koperen ketel 6,00; 1 koperen pot, 2 hanglampen, 1 gortvat, 2 hangijzerd, 1 spinwiel, 1 kaasrief, 1 haspel, 1 waschbalie, 1 tavel en bank te zamen geschat op 6,00; 1 koperen aker, 4 steenen schotels, 1 balans met 2 bladen te zamen geschat op 3,00; 5 nederlandsche ponden vlas te zamen geschat op 3,00; 1 hondert nederlandsche ponden spek en vleesch te zamen geschat op 20,00
Karnhuis en melkenkamer
1 tinnen Koffijpot, 1 ½ dozijn theegoed geschat op 2,00; 3 top emmers geschat op 1,50; 1 ijzeren pot, 1 boeskool vat, 1 meelvatje, 3 steenen koppen, 2 houten sleeven, geschat op 2,00; 2 schotels, 1 hard bakken pot, 1 theepot, 1 pot, 1 pannekoeksmes, 2 koekepannen geschat op 3,00; 3 mollen, 1 tien, 2 dito, 1 hardbakken pot, 1 ijzeren pot, 1 koperen pan, te zamen geschat op 6,00; 1 karn met toebehoren geschat op 2,00; 2 kaasvaten, 1 boeskool schaaf, te zemen geschat op 0,50; 1 partijtje turf op 10,00
Op de Zolder
5 melkmollen, 1 halfmud vat, 2 leeren zeven, 2 aardappelzeven, te zamen geschat op 7,00
Op de Agterdeel
2 bedden, 1 peuluw, 5 kussens, 1 deken met onder en boven laken te zamen geschat op 20,00
In de Schuur
2 veldwagens, geschat op 100,00; 1 wipkar geschat op 5,00;
2 schoppen, 3 vlegels, 3 vorken, twee gaffels, 2 schoffels, 2 scherpschoppen, 4 rieven, en 1 schuifkaar te zamen geschat op 5,00; 1 windmolen geschat op 2,00; 4 bakemmers geschat op 4,00; 1 mishoek en modderhauw, greep, stokzigt, 1 paar hennippen halsbgen, 1 paar leeren dito, 1 halve juk, 3 paardetomen, en 2 wagentetzen te zamen geschat op 6,00; 2 zeeltuigen geschat op 1,50; 1 bod geschat op 0,75; 2 koebakken, 3 zakken, 1 haverkist, 1 spint vat geschat op 3,00;
1 partijtje hooi geschat op 30,00; 450 hokken haver geschat op 50,00; 1 Kooltrom geschat op 1,00;
2 Oude paarden en 1 hingst veul te zamen geschat op 60,00; 1 vierde kalfskoe geschat op 25,00; 2 derde kalfskoejen geschat op 40,00; 3 twenter veeerzen geschat op 40,00; 2 enter veerzen geschat op 25,00; 3 heukelings geschat op 20,00; 4 schapen geschat op 20,00
Vervolgens hebben wij ons wederom na het binnenhuis begeven en is aldaar uit de reeds geinventariseerde Cabinetten ten voorschijn gebragt
7 wietels en lakens geschat op 7,00; 2 hemden geschat op 3,00; 1 paarde dek geschat op 1,50; 6 vrouwen rokken geschat op 12,00; 5 buisjes geschat op 8,00; 5 voorschoten geschat op 6,00; 2 hoeden geschat op 3,00; 2 borsum kleeden en 4 glasgordijnen 2,00; 3 vrouwen mutzen geschat op 3,00; 6 halsdoeken geschat op 2,50; 3 paar kouzen geschat op 1,00; 1 bedkleed, en 1 lapje linnen geschat op 0,50;
1 Zilveren beugeltas, 2 zilveren lepels en 1 zilveren landereine doosje, alles oude keur wegende vier looden geschat op 4,00;
Aan Nederlandsche Zilvermuntspecien f 9,90
Schulden ten laste deze boedel zijn opgegeven alsvolgt:
Aan Jan Pieters Vork landbouwer te Zuurdijk (zijnde de voogd hiervoren vermelt) wegens bekomen regt van cessie van de Heer F. Snethlage ter zake van opgeschoten penningen f 2910,00
Aan dezelfde ingevolge obligatie wegens opgeschoten penningen 1400,00
Renten van beide Capitalen verschuldigd tot Mei achttienhodert twee en twintig 344,00;
Aan dezelfde geleend geld 40,00;
Aan dezelfde wegens Kosten voor benoeming als voogd, toeziende voogd, en beediging van deskundigen 21,35
Aan dezelfde de lopende renten der voorschreven beide eerstgenoemde Capitalen Promemoria
Aan Freerk Derks Cleveringa landbouwer te Adorp (zijnde de toeziende voogd) wegens opgeschoten penningen ingevolge obligatie 1000,00
Drie jaren van die verscheenen renten op Mei achttienhondert twee en twintig 120,00
Het lopende jaar Promemoria
Aan de Wedu Eppe Klazen te Leens geleverde Winkelgoederen 42,55
Aan dezelfde 121,40
Aan Klaas Sebes Zijlstra Smit te Leens 39,15
Aan Enne P. Tillema Kuiper te Leens 102,00
Aan de Wedu Eppe Klazen te Leens als nog 10,55
Aan Lubbert Egges B[]ma op den Hoorn 13,30
Aan Jacob Eisses Tamminga Koopman te Ulrum 60,70
Aan de Heer H. Adriana Middendorp te Leens 51,90
Aan Lammert Elles Ellens te Leens 13,35
Eindelijk is nog door de requiranten opgegeven dat tot deze nalatenschappen behoorde
Eene boerenbehuizinge getekend No 133 met de vaste beklemming van een en dertig en een half Jukken land doende jaarlijks tot huur een hondert gulden staande en gelegen te Leens, waarvan de bewijzen van aankomst onder Jan Pieters Vork waren berustende als hierover het regt van gereserveerde eigendom hebbende.
Voorts hebben de requiranten nog verklaard uit de nalatenschap van de Moeder Duurke Derks Cleveringa vooruit te repeteren als een schuld daarop leggende de Sum van Twee hondert een en zestig gulden zo den eerste requirant en den beide minderjarigen na het overlijden van hunnen vader Jacob Jans Vork hadden aangeërfd uit de nalatenschap van wijlen Jan Jans Vork en wijlen Pauwel Jans Vork f 261,00
Aan Landhuur verschuldigd 100,00
Aan bodeloon verschuldigd 1,30
Nadat deze inventaris aldus was afgelopen hebben wij den eed van de eerste requirnt welke zedert het overlijden van Duurke Derks Cleveringa daarvan in het bezit geweest is, afgenomen daarbij verklarende dat geene der goederen door hem vervreemd zijn of weet dat iets vervreemd is en dat niets meer te inventariseren is overgebleven, na insgelijks op onze daartoe gedane aanvrage de verklaring van de voogd en toeziende voogd te hebben aangehoord dat de minderjarigen niets meer aan hun verschuldigd zijn dan hiervoren is opgegeven zo hebben wij dezen inventaris gesloten, waarvan de goederen daarop gemeld zijn gebleven in de bewaring van de eerste requirant.
Waarna de requiranten, de toeziende voogd, de deskundige nevens den getuigen in het hoofd deses gemeld met ons notaris na gedane voorlezing hebben getekend ten sterfhuize van Duurke Derks Cleveringa te Leens in No 133 op dag maand en jaar voorschreven zijnde hiertoe gevaceerd van ’s morgens tien tot ’s nademiddap twee uren.
Van al het welk de acte is opgemaakt en voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd te Leens ten Kantore van voornoemde notaris op den negentwintigsten Junij achttienhondert twee en twintig en als getuigen ten deze verzogt, die deze benevens de Comparanten en Ons Notaris hebben ondertekend.
___________________________________________________________ |
Naar Boerderij Achter Börg