___________________________________________________________ |
24-06-1892 Leeuwarder Courant, vrijdag
BINNENLAND. LEEUWARDEN, 23 Juni.
— Naar aanleiding van het in sommige dagbladen voorkomende bericht, alsof door H. M. de Koningin-Regentes zou zijn geweigerd, arbeiders-deputatiën ten gehoore te ontvangen, kunnen wij mededeelen, dat dit bericht ten eenenmale onjuist is. Alleen is op een drietal adressen , om Zondags in eene particuliere audiëntie door H. M. te worden ontvangen, geantwoord, dat dit niet kon geschieden.
Wat meer in het bijzonder betreft het verzoek van G. L. van der Zwaag en negen anderen, om in eene particuliere audiëntie te worden toegelaten, ten einde namens „het zelfbewuste proletariaat in Friesland” een adres aan H. M. te overhandigen en toe te lichten, vernemen wij, dat aan van der Zwaag werd medegedeeld, dat een drietal hunner Vrijdags ten gehoore zou worden toegelaten, en dat hun , met het oog op den beschikbaren tijd, in overweging werd gegeven, het adres zóo in te richten, dat de mondelinge toelichting zeer kort kon zijn. Van deze gelegenheid is door drie personen, waaronder van der Zwaag evenwel niet behoorde , gebruik gemaakt, evenals door de andere arbeiders-deputatiën.
— Wij laten hier gaarne alsnog volgen de toespraak aan H.H. M.M. de Koninginnen op het Raadhuis te Sneek door den burgemeester, mr. D. Alma, gehouden op maandag 20 dezer: Majesteiten,
met Uwe toestemming zij het mij vergund een woord van hulde en dank tot U te richten. Erkentelijk voor de hooge eer on onderscheiding, die de gemeente Sneek ten deel vallen, ben ik de tolk van den Gemeenteraad, waar ik Uwe Majesteiten de verzekering geef, dat de vertegenwoordiging der burgerij hoogelijk het voorrecht van Uw bezoek waardeert.
Met geestdrift werd de tijding van Uw voorgenomen komst vernomen en toegejuicht.
Thans is de lang verbeide dag daar, en hebben wij de eer Uwe Majesteiten te mogen ontvangen. Allereerst een woord van innigen dank aan Uwe Majesteit de Koningin-Weduwe , Regentes van het Koninkrijk, door ook de gemeente Sneek de eer van Uw bezoek te gunnen en daardoor ons de gelegenheid te openen, Uwe lieftallige dochter, onze geliefde Koningin, te huldigen. Aan Uwe trouwe moederhand geleid, heeft Hoogstderzelver tegenwoordigheid voor allen dubbele waarde en dubbele beteekenis.
Koningin Wilhelmina!
Onze eerbiedige heilgroet, klinke U tegen. Het is ons goed U te mogen begroeten in het schoonste tijdperk van Uw leven, de bloeiende zorgelooze jeugd, vol levenslust, vol levensgloed, vol levenspoëzie, U, wie wij, met het oog op de verhevene, doch tevens moeilijke en omvangrijke taak die U wacht, zalig, driewerf zalig prijzen een kind nog te zijn.
— Welgelukzalig echter het kind, dat, tot voorbereiding van en ter vervulling van die taak door eene even talent- als liefdevolle moeder wordt geleid. Hoe zoude ik Uwe Majesteit, geliefde Koningin, waardiger en duidelijker deelgenoot kunnen maken van hetgeen deze onvergetelijke dag ons zegt en van wat er omgaat in aller hart, dan door in herinnering te brengen de dichtregelen door onzen hooggeachten Dr. Nicolaas Beets U op Uwen tienden geboortedag toegezongen:
De driekleur schudt haar banen,
De Oranjewimpel zweeft;
Nooit zal zgn goudkleur tanen,
Nooit, nooit zoolang gij leeft!
En nooit de gloed verkoelen
In harten U gewijd,
Die zich gelukkig voelen
Als gij gelukkig zijt.
Wilhelm’a van Nassauwe
Aanvallig Koningskind!
U blijft het volk getrouwe,
Het volk, dat u bemint.
Zijn bidden en bedenken,
Zijn hart is U verpand:
Die U een haar zou krenken,
Geen zoon van Nederland.
Zoo juichen en jubelen wij, en roemen in een treffend schoon heden en, den blik achterwaarts wendende ontvouwen zich ’s lands historie blaân, die op een groot verleden wijzen, hechte grondslagen te over om U, Koningin Wilhelmina ! hoopvol toe te roepen: „O, toekomst wees gegroet! Moge ook van Uwe regeering tot in lengte tin jaren kunnen worden getuigd: „Oranje en Nederland onder Gods zegen éen, krachtig en vrij.”
De Koninginnen in Groningen.
Dinsdag avond te 9 ½ uur werd door H.H. M.M. de Koninginnen opnieuw een groote rijtoer door de stad ter bezichtiging der illuminatie gedaan. Hoewel het weer zich goed hield, was de wind toch de oorzaak, dat de verlichting, o, a. der Hoogeschool, niet tot haar recht kwam. Van de vetpotten, honderden in getal, brandde ternauwernood de helft.
Om nog even bij de illuminatie stil te staan, dienen we te vermelden, dat Burg. en Weth. heden besloten Vrijdag avond het Raadhuis opnieuw te verlichten!.
Bij den even genoemden rijtoer verzamelden zich eenige socialisten op de Vischmarkt, waar zij een rood doek, met den eisch der invrijheidstelling van J.H. Geel, ontrolden. De ijverige politie maakte zich daarvan spoedig meester en eenige burgers onthaalden deze personen op krachtige vuistslagen. Zoo hevig was de haat der bevolking tegen alles wat „rood” was, dat zelfs een paar medische studenten, die met hunne half witte en half roode baretten aan de serenade hadden deelgenomen, en deze mutsen later nog ophadden, voor socialen werden aangezien en genoodzaakt werden ze af te zetten.
Ofschoon zonder hoofdcommissaris en zonder hoofdinspecteur gaat alles zoo netjes en ordelijk toe, dank zij ook de uitmuntende stemming van het publiek, dat de wakkere inspecteurs wel een pluimpje verdienen, en dat zegt veel in een stad van bijna 60,000 inwoners, waar men thans de bevolking gerust als verdubbeld mag heeten.
In ’t laatste gedeelte van den rijtoer gevoelde zich Koningin Wilhelmina ietwat afgemat, waarop Hare moeder verzocht het overige gedeelte in gestrekten draf af te leggen!
Van particuliere zijde vernam uw verslaggever, dat Zij uitmuntend gerust had, ’t geen blijkbaar was aan het recht frissche uiterlijk van heden.
Het concert in de Harmonie was druk bezocht.
Woensdag morgen 10 uur verleende H. M de Koningin-Weduwe, Regentes, audiëntie aan civiele en militaire corporatiën, commissiën en particulieren. Het Regeeringshotel is voor groote bezoeken te klein, ’t is slechts twee kamers diep, bevindt zich twee huizen van het Paleis van Justitie , waar H. M. per rijtuig werd heengebracht. Niemand zal van ons vergen, alle corporatiën te noemen waarom we ons bepalen tot het bezoek van een 35-tal burgemeesters, van een 32-tal professoren in vol ornaat, twee aan twee wandelende (de academie is in de onmiddellijke nabijheid), voorgegaan door de beide pedels. Vervolgens leden der Eerste Kamer, predikanten van alle kerkgenootschappen, schoolopzieners, leeraars van burgerscholen, kweekschool en gymnasium, doofstommen-instituut, geneeskundig staatstoezicht, postkantoor enz. enz.
Eene deputatie van 5 oud-strijders van ’30/31, waarvan de oudsten 91 jaar tellen, werden op bijzondere moederlijke wijze door H. M. toegesproken. Met veel belangstelling werd naar hunnen ouderdom, gezondheidstoestand enz. gevraagd, ’t Zou ons niet verwonderen, dat de oudjes, opgetogen als ze waren, door deze woorden van onze Vorstin, als ware het, verjongd werden.
De burger-eerewacht, bestaande uit ruim 40 personen, werd rondom H. M. geschaard. Van de socialisten verschenen G. Nanninga en E. J. Urban, de invrijheidstelling van J. H. Geel verzoekende.
Deze audiëntie moet wel vermoeiend voor H. M. geweest zijn, want ze duurde twee uren.
Als eene bijzonderheid dienen we nog te vermelden , dat zekere vrouw Brink uit Roden (Drenthe) zich herwaarts had begeven met hare twee kinderen, Margien, 29 jaar, en Heite (zoon), 31 jaar, twee dwergen op krukjes zich moeilijk voortbewegende, menschen niet grooter dan kinderen van twee jaar, wiens vader bovendien bijna blind is, om bij H M. te worden toegelaten met het verzoek om ondersteuning. Hieraan kon niet voldaan worden, evenals dat van eene in rouw gedompelde vrouw, die vóór het Paleis stond te schreien, omdat ze zich voor de bezoeken niet hadden laten inschrijven.
Van 1 ½ – 4 uur werd eene muziekuitvoering in het Sterrebosch door de stafmuziek van het 4e reg. infanterie uit Leiden gegeven, en ofschoon het daar vol was, verzamelden zich reeds een uur vóór den tijd duizenden in de nabijheid van de onbeplante Ossenmarkt, waar een 300-tal schoolkinderen, onder leiding van den heer C. A. M.. van Riet, eene gymnastiekuitvoering (loopoefeningen) gaven.
Twee meisjes boden H.H. M.M., die te 1 ¾ uur verschenen, bouquetten aan, terwijl het volgende lied werd gezongen:
Hoor aan een lied uit onzen mond,
Geliefde Koningin !
Een lied, ontweld uit ’s harten grond,
Een zuiv’re kindermin.
Wij zijn verheugd U hier te zien,
In onze goede stad,
En komen onze hulde biên
Met blij Iö vivat (bis).
God zij met U en ook met Haar,
Die Gij als Moeder mint;
Zijn gunst behoed’ U, edel paar,
U , Moeder , en U , Kind !
Wij kindren zingen U ter eer
Met opgeruimden zin,
En hart en mond juicht evenzeer:
Lang leev’ de Koningin ! (bis).
Intusschen stonden de ongelukkige leerlingen van het instituut voor doofstommen op de komst der Vorstinnen, voor hunne school opgesteld, vol verlangen, op te maken uit hunne gebaren, te wachten. In tegenwoordigheid van het bestuur dezer instelling werden H.H. M.M. door den voorzitter mr. Guyot als volgt toegesproken:
„Ik heb de eer U. M. uit naam van de geheele inrichting en niet het minst uit naam van de kweekelingen van deze plaats een eerbiedig en hartelijk welkom toe te roepen,
aan dezelfde plaats, waaraan zoo menig Vorst van uw Doorluchtig Huis vroeger gelijke welkomstgroet is gebracht geworden. Ik zal U. M. wel niet de verzekering behoeven te geven dat uw welwillend bezoek door ons allen op den hoogsten prijs wordt gesteld. Voor het vernieuwd blijk uwer belangstelling zij U onzen besten dank gebracht. Onze inrichting is natuurlijk geene volmaakte. Wetenschap en ervaring eischen daar voortdurend verbeteringen en veranderingen, aan welke uit den aard der zaak slechts langzamerhand kan worden tegemoet gekomen. Maar hoe dat ook zij, wij hopen, dat U. M. toch dezen indruk van de inrichting zullen medenemen, dat de kinderen hier ontvangen eene godsdienstige opvoeding en deugdelijk onderwijs, en dat dit een en ander hen in staat stelt om na hun ontslag als brave burgers in de maatschappij te leven en daar in hun eigen onderhoud te voorzien. Aan het hoofd van alles wat opvoeding en onderwijs betreft is geplaatst mr. H. Reuijl, tevens lid der hoofddirectie. Aan hem is dus de leiding der te volgen les opgedragen.”
Directeur en bestuursleden, benevens onderscheidene dames werden daarna aan H.H. M.M. voorgesteld. In drie klassen gaven de leerlingen blijken van hunne vorderingen. Door H. M. de Regentes werden verschillende vragen tot den directeur gericht. Na Hare ingenomenheid met deze instelling te hebben betuigd; na de handteekeningen van de verschillende Vorsten uit het Huis van Oranje-Nassau gezien te hebben, teekenden ook H.H. M.M. de namen in het album. Na hier een uur vertoefd te hebben werd de Ambachtsschool bezocht, waar door den voorzitter van het bestuur, jhr. mr. W. C. A. Alberda van Ekenstein, in kernachtige taal de waarheid van de stelling: de goed begrepen ontwikkeling van het volksonderwijs is de steun van het Koninkrijk, bewezen werd. Jonkvr. C. de Wendt Alberda van Ekenstein en mej. Wilhelmina Kiewiet de Jonge boden H.H. M.M. bouquetten aan. Door H. M. de Koningin werd welwillend een door de leerlingen fraai bewerkt salontafeltje aanvaard. In de verschillende werkplaatsen, waar de jongens ijverig bezig waren, werd ’t een en ander nauwkeurig door de Vorstinnen waargenomen.
Daarna werd de echtgenoot van den heer J. van den Berg, hoofd eener school, door den Commissaris der Koningin aan de Vorstinnen voorgesteld, als de vrouw, die aan dienstboden en vrouwen les in de nuttige handwerken geeft. Mej. v. d. Berg—Stomp ontving hiervoor de overtuiging van de belangstelling van H. M. de Koningin-Regentes in dit werk, terwijl H. M. de Koningin met een handdruk dankte.
Ternauwernood binnen het Regeeringshôtel, ontlastte zich een geweldige regenbui, die ongeveer een uur duurde.
Door den Raad werd te 6 ½ uur H.H. M.M. een diner aangeboden, bestaande uit 65 couverts. Het Raadhuis, rijk versierd met kostbare planten en antieke banken, ziet er, evenals de tafel, vorstelijk uit.
Door het strijkorkest van het 4de regiment infanterie uit Leiden werd aan tafel met een zestal nummers voor muziek gezorgd. Reeds zeer vroeg verzamelde zich op de Groote Markt eene ontelbare menigte om van het door den heer Ruijsch, van Utrecht, geleverde vuurwerk te genieten. Al hield het weder zich tijdens het afsteken bijzonder goed, dit verhinderde niet, dat de opgestelde stukken te veel van het water geleden hadden, om een effect te geven, dat anders zeer indrukwekkend zou geweest zijn. Bij den aanvang vertoonden H.H. M.M. zich voor een der ramen van het Raadhuis, vanwaar zij met aandacht de opeengepakte door Bengaalsch vuur verlichte menigte en de nummers van het vuurwerk-programma gadesloegen. De talrijke ovaties werden telkens met wuiven der zakdoeken beantwoord. Te ongeveer 10 ½ uur begaven zich de Vorstinnen naar het Regeeringshôtel en verspreidde zich de menigte in alle richtingen.
Groote Markt en Vischmarkt waren evenals Gulden- en Boteringestraat weder schitterend verlicht, wat nog meer effect dan gisteren avond maakte, daar de wind minder sterk was.
Gisteren werden, namens de Koningin-Regentes, door eene hofdame belangrijke aankoopen van zilverwerken gedaan bij den fabrikant in goud- en zilverwerken, den heer L. Spaanstra, vroeger te Heerenveen, die, zooals men weet, den aan H. M. de Koningin aangeboden Martini-toren in miniatuur, van zilver bewerkt, heeft vervaardigd.
Ruim 12 uur zijn de Koninginnen heden te Winschoten aangekomen.
Tien meisjes hadden zich bij den trein geschaard, waarvan de jonge dames van Orth en Wichers bouquetten aanboden. Met een kort woord door den burgemeester werden H.H. M.M. ontvangen. ’t Dejeuner van 78 couverts, door de Staten aangeboden, werd geopend met ’t Wilhelmus door de muziek der schutterij van Groningen. Als geschenk der provincie ontving H.M. Koningin Wilhelmina een prachtig bewerkt zilveren byouteriekistje, in den vorm van een sarcophaag; op het deksel prijkte eene afbeelding van het monument te Heiligerlee, welk voorwerp vervaardigd is in de fabriek van den heer van Kempen te Voorschoten. Door het oudste lid der Staten werd het geschenk onder warme bewoordingen van liefde en trouw aan het Oranjehuis, aangeboden. De Koningin-Regentes dankte in krachtige taal voor het geschenk.
In de „Harmonie“, bij de matinee, werden de Vorstinnen toegesproken door den voorzitter, den heer H. Schuurmans. Het Mannenkoor zong een heilgroet, muziek van den heer Stoetz te Leeuwarden.
De geestdrift is groot en de stad rijk versierd.
Het bezoek aan het monument te Heiligerlee was indrukwekkend. De kinderen strooiden bloemen. Ds. Penon, van Westerlee, hield eene korte rede, herinnerende aan de heldenfeiten.
De Vorstinnen wandelden om het monument. Aan vier oud-strijders werd de hand gedrukt. De Vorstinnen hebben haar namen geteekend in het album. Per rijtuig vertrok de Vorstelijke stoet naar het station Scheemda, waar de schoolkinderen liederen zongen. Het weder was afwisselend.
Heden avond vuurwerk van den heer Schuurmans, van Leeuwarden.
___________________________________________________________ |
Naar 25-06-1892 Leeuwarder Courant, zaterdag
Naar 21 – 25 juni 1892: Verslaglegging Bezoek Koningin Wilhelmina en Emma aan Groningen