23-02-1835 Inventaris nalatenschap Herman Adriani Middendorp

___________________________________________________________
 

23-02-1835, notaris H. van Bolhuis, repertorium 4033 

In het jaar achttienhonderd vijf en dertig, den drie en twintigsten van de maand Februarij, des voordemiddags te tien uren, ten verzoeke van 

Derk Jans Hoen, deurwaarder bij het Vredegeregt van het Kanton Hoogezand, wonende op het Hoogzand, in Kwaliteit als voogd over Wobbina Arendina Middendorp, oud veertien jaren en Rudolf Middendorp, oud dertien jaren, beide minderjarige kinderen van wijlen den Heer Herman Adriani Middendorp, in leven medicina docter, gewoond hebbende te Leens, en volgens verklaring der requirant overleden te Bremen, den negenden October achttienhonderd vier en dertig, en van wijlen deszelfs echtgenoote Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa, mede gewoond hebbende te Leens, en aldaar volgens des requirants verklaring den twintigsten Februarij achttienhonderd vier en dertig overleden, in de behuizinge numero een, alwaar thans wordt geprocedeerd; als zoodanig verkozen ingevolge familieraadsbesluit, gehouden onder voorzetting van den Heer Vrederegter van het Kanton Winsum, den derden October achttienhonderd vier en dertig, behoorlijk geregistreerd, waarvan eene expeditie hierbij is vertoond en dadelijk teruggeven. Zijnde de hiervorengemelde twee minderjarigen bekwaam om zich te gedragen als eenige beneficiaire erfgenamen naar de wet van wijlen hunne ouders den Heer Herman Adriani Middendorp en Mejuffrouw Ella Catharina Cleveringa hier vorengenoemd. 

In tegenwoordigheid van Ewolt Everts Holtman, kleêrmaker, wonende te Leens, in kwaliteit als toeziend voogd over de voorzeide minderjarigen, zeggende als zoodanig wettig te zijn verkozen bij familieraadsbesluit, gehouden onder voorzitting van den Heer Vrederegter van het Kanton Winsum.

Zijn wij Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hiernagenoemde en mede ondergetekende getuigen, overgegaan tot de inventarisatie en beschrijving van alle meubelen, klederen, linnen, goud- en zilverwerk, gereed geld, levendige have, titels, papieren, uit- en inschulden en in het algemeen van alle roerende goederen tot de nalatenschappen van wijlen den Heer Herman Adriani Middendorp en Mejuffrouw Ella Catharina Cleveringa behoorende; welk alles gevonden en berustende is op de hienagenoemde plaatsen, in de behuizinge, geteekend numero een, staande en gelegen te Leens, waarin de gemelde Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa, invoegen hiervoren gemeld, overleden is, en zulks op aanwijzing van Ewolt Everts Holtman, kleermaker, wonende te Leens, opgemeld, als aangesteld bewaarder der goederen en zegels, ter gelegenheid der hier na te meldene verzegeling, dewelke beloofd heeft eene getrouwe opgave te zullen doen, zonder iets achter te houden of te verdonkeren. 

De begrooting der goederen die daaraan onderworpen zijn, zal gedaan worden door Hitje Jans Kruisinga, deurwaarder, wonende te Adorp, in kwaliteit als deskundige, hiertoe verkozen en door Mijnheer den Vrederegter van het Kanton Winsum beëdigd; zullende de inventarisatie plaats hebben naar mate dat de goederen, verzegeld door Mijnheer den Vrederegter van het Kanton Winsum, bij deszelfs proces verbaal van den een en twintigsten Februarij achttien honderd vier en dertig, behoorlijk geregistreerd, wederom zullen zijn ontzegeld. 

Waarna de requirant voogd, de toeziend voogd en de deskundige nevens de bewaarder der goederen en zegels met Tonnis Klasen Zijlstra, winkelier, wonende te Leens, en Fokko Thomas Kuipers, daglooner, mede te Leens woonachtig, als getuigen ten dezen verzocht, en ons notaris na gedane voorlezing hier ter plaatse hebben geteekend. 

Dit gedaan zijnde, is men voortgegaan met de inventarisatie in maniere navolgende: 

In een voorkamer, uitziende met twee glazen naar het oosten en twee naar het zuiden: 

Een eiken houten Kabinet, geschat op f 

35,00

Drie spoelkommen op hetzelve, geschat op f 

1,50

Een pendule, geschat op f 

15,00

Een verlakt theebord, geschat op f 

2,00

Tien porceleinen kopjes en tien dito schoteltjes, geschat op f

0,50

Twee dito spoelkommen, geschat op f 

0,50

Een eiken houten secretaire, geschat op f 

20,00

Een dito spiegeltafel, geschat op f 

12,00

Een servies Engelsch theegoed, geschat op f 

6,00

Een spiegel, geschat op f 

1,0

Een presenteer – bord, geschat op f 

0,40

Tien bruine stoelen, geschat op f 

6,00

Vier schilderijen, geschat op f 

1,50

Een turfvat, geschat op f  

1,50

Een trekpot, geschat op f 

1,50

Een tafel, geschat op f 

0,75

Een vuurhaartje en tang, geschat op f 

1,50

Een koperen tabakscomfoor, geschat op f 

1,00

Een tabakskistje, geschat op f 

1,00

Een pijpenbak en stoof, geschat op f 

0,50

Vier boven-gordijnen, geschat op f 

1,00

In een voorkamer, uitziende met twee glazen naar het zuiden en twee naar het westen:

Een apotheek, waarin twee en vijftig laden, veertig potten, vijftig glazen, zeven en dertig doosjes, een toonbank, twee metalen vijzels, vier koperen schalen met balansen, drie tinnen maten, een hakmes, een pillendraaijer, en eenige medicamenten, tezamen op f

100,00

Een hard bakken pot, geschat op f 

0,25

Een ijzeren haal, geschat op f 

0,50

Een bed, een peuluw, drie kussens, twee dekens en twee lakens, geschat op f 

15,00

In een achterkamertje, uitziende met een glasraam naar het westen:

Twee tuinbanken, geschat op f 

0,25

Een halfmaantje, geschat op f 

0,50

Een koperen bakemmertje, geschat op f 

1,00

Twee kisten, geschat op f 

0,50

Een kom en lampet, geschat op f 

0,75

Een schilderij, geschat op f 

0,25

Een tinnen- en twee blikken kandelaars, geschat op f 

0,75

Vier vleschen en drie witte borden, geschat op f 

0,75

Een theekistje en trom, geschat op f 

0,50

Een koffijmolen en strijkijzer, geschat op f 

1,50

Twee blikken lampen, geschat op f 

0,25

Drie tinnen lepels, zes vorken en een mes, geschat op f 

0,50

Vijf schoteltjes, zes kopjes, theegoed en kwispedoor, geschat op f 

0,40

In een achterkamertje aan de schuur: 

Een korf met dertig ledige vlessen, geschat op f 

1,50

Zeven vatjes, geschat op f 

1,50

Een lantaarn, geschat op f 

0,75

Een rattenval, geschat op f 

0,25

Eenig oud ballast, geschat op f 

0,75

In de kelder: 

Een ijzeren pot, geschat op f 

0,25

Zes potten, geschat op f  

1,00

Een pannekoekspan en hangijzer, geschat op f 

0,50

Vier witte borden, geschat op f 

0,30

Een partijtje appels, geschat op f 

0,50

In de achterkeuken, uitziende met drie glasraam naar het westen:

Een scharmer, vijf tuinstoelen en drie keukenstoelen, te zamen geschat op f 

1,00

Een groen gordijn en een stoelkussen, geschat op f 

0,25

Zeven blaauwbonte borden, geschat op f 

0,50

Een koperen koffijketel, geschat op f 

1,50

Een ket, een tang, een hangijzer en een potzeel, geschat op f 

0,75

Een spiegel en drie schilderijen, geschat op f 

0,50

Twee blikken theestoven en een dito schenkketel, geschat op f 

1,50

Een geel verlakte tinnen koffijpot, geschat op f 

2,00

Een oude Vriesche Klok, geschat op f 

10,00

Vier zijden droog spek, twee hammen en twintig worsten, geschat tezamen op f 

15,00

Een bed, een peuluw, drie kussens en drie dekens, geschat op f 

15,00

Drie stoven, geschat op f 

0,50

Een theeblad, negen witte porceleinen schoteltjes en negen dito kopjes theegoed, geschat op f 

1,50

Twee kommen, twee melkkannetjes, een tinnen lepels en een mes, geschat op f 

0,50

In het mangelhuis, uitziende met twee glasraams naar het westen en een naar het noorden:

Een gladmangel, geschat op f 

3,00

Een koperen aker, geschat op f 

2,00

Een trap en linnenrik, geschat op f 

1,00

Een tinnen waterpot en dito kom, geschat op f 

1,50

Twee koperen akertjes, geschat op f 

1,50

Een ijzeren pot, geschat op f 

1,20

Twee blikken Koffijpotten en dito bredtje, geschat op f 

0,75

Een koperen confoor, geschat op f 

0,50

Zes witte borden, geschat op f 

0,40

Twee tinnen schotels en dito doorslag, geschat op f 

2,00

Een dito watervlesch, dito pul en twee conforen, geschat op f 

3,00

Twee koperen steppen, dito kraan, dito lantaarn en koornschalen met balans en gewichten, geschat op f 

2,50

Een hakmes, twee toomen en een bijl, geschat op f 

1,00

Twee rooster-sleutels, geschat op f 

0,25

Een vat met ingezette boonen, geschat op f 

0,50

Een luiwagen en een Kamerbesem, geschat op f 

1,00

Eenig oud ballast, geschat op f 

0,50

In het Karnhuis 

Een karn met ijzeren beslag, geschat op f 

5,00

Vier tijnen, geschat op f 

4,00

Twee hakvaten en een molde, geschat op f 

1,00

Een melkbalie, een gieter, een zaag en een pot, te zamen geschat op f 

1,00

Een boterschotel, een nap, en een vorm geschat op f 

0,90

Een kromhout en een witter, geschat op f 

0,20

In den paardenstal.

Een paard, geschat op f 

160,00

Ee tobbe en een vat, geschat op f 

1,50

Een tinnen melkmaat en een blikje, geschat op f 

0,50

Een blikken leeuw, geschat op f 

0,45

Op de Koestallen

Een vaarkmelk – zwart blaarde koe, geschat op f 

25,00

Een dito kalfkoe, geschat op f 

35,00

Een wit bont jong beest, geschat op f 

20,00

In de Schuur

Een chais, geschat op f 

50,00

Een zadel, een chais gereide en een hoofdstel met toom, te zamen geschat op f 

3,00

Een kist en vleeschblok, geschat op f 

0,25

Een kopstubber, een sloothoek en drie vorken, geschat op f 

1,00

Een koffer, twee melkbalies en eenig oud ballast op de zolder, geschat op f 

2,00

Op de Voorzolder. 

Drie oude gereiden, eenig leder en dragten, geschat op f 

4,00

Een rustbank, geschat op f 

1,50

Een ijzeren bengel, geschat op f 

2,00

Een dusselboom, geschat op f 

2,00

Twee kasten, geschat op f 

0,80

Een linnenrik, geschat op f 

1,00

Een bundel en korf, geschat op f 

0,40

Vier kasten, geschat op f 

2,00

Eenige vleschjes, geschat op f 

0,20

Een rattenklooster, geschat op f 

0,25

Een ledikant, geschat op f 

1,00

Op een bovenkamer, met twee glazen naar het westen uitziende:

 Eene partij boeken, geschat op f 

10,00

Een hard bakken pot, geschat op f 

2,00

Een tafeltje en een zweep, geschat op f 

0,80

Op een bovenkamer, uitziende met drie glazen naar het zuiden: 

 Zeven stoelen, geschat op f

7,00

Een chifonière, geschat op f 

15,00

Een horologie Kast, geschat op f

0,75

Een likeur-kastje, met twee theekistjes, geschat op f

4,00

Twee kopjes en twee schoteltjes, geschat op f

0,80

Een verlakt theebord, geschat op f

1,20

Een vuurkorf, twee kussens en twee greinen bedgordijnen, geschat op f

2,00

Een koperen waschketel, geschat op f

10,00

Twee koperen pannen, geschat op f

2,00

In de gang tusschen de beide bovenkamers, uitziende met een glasraam naar het zuiden.

Zes schilderijen met een landkaart, geschat op f

4,00

Op een bovenkamer, uitziende met twee glazen naar het oosten en twee naar het zuiden: 

Twee dito schenkketels, twee dito conforn en een koffijpotje, geschat op

3,50

Twee geel koperen conforen, geschat op 

0,80

Een tinnen koffijpot, geschat op 

1,00

Drie schilderijen, geschat op 

0,60

Twee wagenkussens en een chaiskussen, geschat op 

3,00

Drie paardekappen, een gordijn, een vuurkorfkleed en een vrouwen Kachemizen Jas, geschat op 

4,00

Een hard bakken pot, geschat op 

1,00

Vier boven- en vier ondergordijnen, geschat op 

1,00

Vijf gordijnen, geschat op 

0,25

Zeven en dertig roemers, geschat op 

3,00

Zeven glazen, geschat op 

0,75

Achttien bierglazen, geschat op 

1,20

Zeven stuks glazen zoutvaten, geschat op 

0,35

Vijf caraffen, geschat op 

1,25

Een flesch met brandewijn, geschat op 

0,25

Een zetter, geschat op 

0,75

Acht witte saladebordjes, geschat op

0,80

Negen rood bonte porceleinen borden, geschat op

1,00

Twee gebloemde glazen borden, geschat op

0,20

Een servies verguld porcelein, geschat op

6,00

Zes en twintig witte borden, geschat op

2,00

Een kom, een melkkan en een theepot, geschat op

0,75

Drie kopjes en drie schoteltjes verguld porcelein, geschat op

0,50

Tien witte kopjes, geschat op

0,50

Een melkkan en een peperstrooijer, geschat op

0,10

Een blikken broodbaktje, twee dito trommen en twee presenteerbordjes, geschat op

1,00

Twee suikerpotten, een kom en een theestoofje, geschat op

0,30

Zes groote assiëtten, geschat op

0,75

Vier baktjes, geschat op

1,00

Een verlakte tinnen koffijpot, geschat op

1,50

Nog in de Schuur.

 Een kapwagen, geschat op

50,00

Een arrenslede, geschat op

2,50

Een leiboom, geschat op

3,00

Een ploeg, geschat op

4,00

Een drijfhout, geschat op

1,00

Een draaistel, geschat op

1,00

Een hakselbak, geschat op

1,00

Een vat, geschat op

0,25

Een egge, geschat op

2,50

Een Kerse ladder, geschat op

0,50

Een kalkbak, geschat op

0,10

Een belgereide, geschat op

2,00

Op het heem.

Een mest, geschat op

15,00

Een kar, geschat op

1,00

Nog op de bovenkamer, met twee glazen naar het oosten en twee naar het zuiden uitziende:

Een bed, vier kussens, een peuluw, drie dekens en twee lakens, geschat op  

50,00

Een tinnen waterpot, geschat op 

1,00

Vervolgens hebben wij ons wederom naar de eertgemelde Kamer begeven, en is aldaar uit het reeds geinventariseerde eiken houten Kabinet ten voorschijn gebragt. 

Twaalf onder- en bovenlakens, geschat op 

12,00

Drie tafellakens, geschat op

3,50

Negen witte kussen sloopen, geschat op

1,50

Vijf tafellakens, geschat op

5,00

Vier en veertig servetten en een tafelllaken, geschat op

10,00

Een stuk ongemaakt tafelgoed, geschat op

2,50

Negen vrouwen rokken, geschat op

9,00

Vier vrouwen jakken, geschat op

4,00

Een omslagdoek, geschat op

2,50

Twee boven- en twee ondermutsen met een overhemd, geschat op

1,00

Twee nachtmutsen en een kraagje, geschat op

0,50

Drie paar witte kousen, geschat op 

0,75

Een kussensloop, een servet en drie doeken, geschat op

1,50

Vier voorschoden, geschat op 

4,00

Drie vrouwen hembden, geschat op 

3,00

Twee bedkleeden en twee glasgordijnen, geschat op 

0,50

Drie overhembden, twee glasgordijnen, een slaapmuts en een boxumkleed, geschat op 

1,50

Drie vrouwen rokken, twee bonte voorschoden, een bonte mantel en een onderborstrok, te zamen geschat op 

4,50

Op dezelfde eerstgemelde Kamer in he reeds geinventariseerde eiken-houten Secretaire

Een doosje met eenig oud koperen gewigt, geschat op f

0,50

Twee kerkboeken, geschat op f

1,50

 Een servet en een oude blikken trom, geschat op f

0,75

Op dezelfde Kamer in een spiegeltafel: 

Drie vrouwen japons, een zijden rok en een bont jak te zamen geschat op f

5,00

In het, op de hiervorengemelde bovenkamer met twee glazen naar het oosten en twee naar het zuiden uitziende, reeds geinventariseerde bureau.  

Zes kussensloopen en acht bedlakens, geschat op f

6,00

Vier hembden en een voorschood, geschat op f

1,25

Een regenkleed, een bont vrouwenjak en vier bonte doeken, te zamen geschat op f

2,00

Vijftien servetten en een tafellaken, geschat op f

3,00

Een vrouwen bonte rok en jak en een geel zijden manspantalon, geschat op 

1,50

In het, op de hiervoren gemelde bovenkamer, uitziende met twee glazen naar het zuiden en en een naar het westen, reeds geinventriseerde chifonière: 

Twee omslagdoeken en een geruite doek, geschat op f 

5,00

Vijf bovenmutsen, een vrouwen – en twee mansdoeken en een kleine doek, te zamen geschat op f

1,00

Een zijden vrouwen rok en japon, geschat op f

10,00

Drie vrouwen rokken en een doek, geschat op f

3,00

Een fluwelen rood Kinder doopkleed en een zijden Kinderdeken, geschat op f

8,00

Wijders geinventariserd geerkt goud en zilver: 

Een zilveren kandelaar, oude keur, zonder merk, wegende vijf ons en een lood, gewaardeerd op f

28,80

Een dito tabaks-confoor, oude keur, wegende twee oncen, gewaardeerd op 

11,70

Veertien zilveren lepels, oude keur, wegende te zamen zes oncen en vijf looden, gewaardeerd op 

36,00

Vijftien zilveren vorken, oude keur, wegende zes oncen en vijf loden, gewaardeerd op 

36,00

Een zilveren tafelschel en een dito soeplepel, oude keur, wegende twee ons en zeven loden, geschat op 

14,40

Twee zilveren suikerstrooijers, een dito paplepel, drie dito eijerlepeltjes, een dito eau de reine doosje, een dito suikerlepeltje, een dito vinerhoed, een dito reipijp, een dito gesp en twee dito haken, wegende te zamen een ons en vijf loden, alles oude keur, gewaardeerd op 

7,65

Een zilveren schenkblad, oude keur, wegende tien once, gewaardeerd op 

57,60

Twee messen met groote zilveren ringen, gewaardeerd op 

1,00

Twaalf messen met porceleinen hechten en kleine zilveren ringen, geschat op 

3,00

Twee zilveren medailles, wegende twee oncen en negen looden, geschat op 

15,75

Een mesje met zilveren ring, geschat op 

0,25

Eenig klein zilvergoed, alles oude keur, wegende een once en twee looden, geschat op 

6,52

Een zilveren brandewijnskop, oude keur, wegende drie once en acht looden, geschat op 

21,15

Vijf strengen bloed coralen met gouden slotje, oude keur, gewaardeerd op 

7,00

Twee strengen witte Caroline Coralen met klein gouden slotje, oude keur, gewaardeerd op 

4,00

Twee gouden spelden en een dito ring, oude keur, wegende twee wigjes, geschat op 

2,00

Een vrouwen oorijzer met een paar gouden stiften, zonder keur, en zonder merk, wegende de stiften een lood en vijf wigjes, geschat op 

24,00

Met al het vorenstaande bezig geweest zijnde van des voordemiddags tien tot ’s avonds tien uren geslagen zijnde de hiervoren geïnventariseerde goederen, benevens de nog niet ontzegelde, gelaten in het bezit van den bewaarder Ewolt Everts Holtman, die zulks erkent en zich belast om dezelve ten voorschijn te brengen wanneer en aan wien het behooren zal; er is met goedvinden van partijen de vacatie tot het vervolgen van dit inventaris uitgesteld en bepaald op morgen, dinsdag den vier en twintigsten Februarij aanstaande, des voordemiddags te negen uren, en heeft de requirant voogd, den toeziend voogd, de deskundige en de bewaarder nevens de getuigen in het hoofd dezes gemeld met ons notaris na gedane voorlezing dit geteekend te Leens, ten sterfhuize van Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa, op de dag, maand en jaar als boven. 
[handtekeningen

In het jaar achttienhonderd vijf en dertig, den vier en twintigsten van de maand Februarij, des voordemiddags te negen uren, ten sterfhuize van Mejuffrouw Ella Catharina Cleveringa, te Leens, geteekend numero een, tengvolge de bepaling in het slot der voorgaande vacatie gemaakt, zijn wij Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hiernagenoemd en mede ondergeteekende getuigen, ten verzoeke als voren, overgegaan met het vervolgen van de inventarisatie als volgt: 

Titels en papieren 

Een authentiek afschrift eener authentieke acte, gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Winsum, in presentie van getuigen, den elfden Junij achttienhonderd negentien, behoorlijk geregistreerd, inhoudende de huwelijks-voorwaarden tusschen nu wijlen den Heer Herman Adrianie Middendorp en Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en gequoteerd met numero een. 

Een authentiek afschrift van een proces-verbaal van verkoop, gepasseerd voor dezelfde notaris, in presentie van getuigen, den dertienden Januarij achttienhonderd zeven en twintig, behoorlijk geregistreerd, waarbij de Heer Herman Adriani Middendorp, voor zich en namens derzelfs echtgenoote Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa heeft aangekocht: 

Vooreerst. Eene Heeren-behuizinge, geteekend numero een, met diens grond en daarbij behoorende tuin, jaarlijks tot huur doende zes gulden, staande en gelegen te Leens. 
Ten tweeden. De vaste altoosdurende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder land, jaarlijks aan de erven van wijlen Mevrouw de Weduwe Hoving tot huur doende twaalf gulden vijftig cents, gelegen te Leens. 
Ten derden. De vaste altoosdurende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder land, jaarlijks aan de erven van wijlen Mevrouw de Weduwe Hoving tot huur doende twaalf gulden vijftig centen, gelegen te Leens. 
Ten vierden. De vaste altoosdurende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder land, jaarlijks aan de erven van wijlen Mevrouw de Weduwe Hoving tot huur doende twaalf gulden vijftig centen, gelegen te Leens 
Ten vijfden. De vaste altoosdurende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder land, jaarlijks aan de erven van wijlen Mevrouw de Weduwe Hoving tot huur doende twaalf gulden vijftig centen, gelegen te Leens. 
Ten zesden. De vaste altoosdurende en onopzegbare beklemming van een tuin of appelhof, de zuider tuin genaamd, jaarlijks aan de erven van wijlen Mevrouw de Weduwe Hoving tot huur doende vijf  gulden, gelegen te Leens. 
Ten zevenden. De eigendom van de grond en tuin bij Vooreerst hiervoren vermeld   
Zijnde voorschreven afschrift van opgemeld proces verbaal geparapheerd en gequoteerd met numero twee. 

Een authentiek afschrift van een proces-verbaal van verkoop, gepasseerd voor dezelfde notaris, in presentie van getuigen, den negentwintigsten December achttienhonderd zes en twintig, behoorlijk geregistreerd, waarbij door den Heer Herman Adriani Middendorp te Leens zijn aangekocht de volgende eigendommen van behuisde heemsteden; als. 

  1. Een bij Melis Sikkes van der Laan onder beklemming in gebruik ’s jaars voor drie gulden, gelegen te Leens.
  2. Adidem bij Jan Lubberts van der Maar en vrouw onder beklemming in gebruik ’s jaars voor drie gulden, mede aldaar gelegen.
  3. Adidem bij Johannes Pheifer en vrouw in gebruik ’s jaars voor twee gulden, mede aldaar. 
  4. Adidem bij Jan Kornelis Ammeraal en vrouw in gebruik ’s jaars voor twee gulden, mede aldaar. 
  5. Adidem bij Pieter Jans Oostenrijk en vrouw in gebruik ’s jaars voor een gulden vijftig cents, mede aldaar. 
  6. Adidem bij de weduwe Arend Rieuwerts Blink in gebruik ’s jaars voor een gulden vijftig cents, mede aldaar gelegen.  
    Zijnde voorschreven afschrift van opgemeld proces verbaal geparapheerd en gequoteerd met numero drie. 

Een particulier afschrift, op ongezegeld papier geschreven en ongeteekend, van eene acte van scheiding en deeling tusschen den Heer Fredericus Rudolphus Cleveringa, olijslager, wonende te Leens en Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa, vrouw van en ten dezen gesterkt en geauthoriseerd met haren eheman den Heer Herman Adriani Middendorp, medicina doctor te Leens, te zamen de kinderen en eenige erfgenamen van wijlen den Heer Rudolphus Cleveringa, in leven olijslager, en wijlen Mejufvrouw Anna Margaretha Mees, deszelfs echtgenoote, gewoond hebbende en overleden te Leens; zijnde gemelde acte gepasseerd voor Meester Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, in presentie van getuigen, den vierden December achttienhonderd zes en twintig, behoorlijk geregistreerd, waarbij aan nu wijlen Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa, wegens hare ouderlijke nalatenschappen is toegedeeld geworden: 

  1. Eene behuizing en schuur, getekend numero twee, met de daarbij behoorende grond en tuin, zijnde vrij eigen grond, staand een gelegen onder Leens. 
  2. Ongeveer vijf bunders eigen land, in vijf stukken, en het tuintje daarbij behoorende, gelegen bij de Houw onder Leens.
  3. Den eigendom van ongeveer acht en dertig bunder land, gelegen te Startenhuizen onder Garsthuizen, Kantoor Loppersum, wordende bij de weduwe Hindrik Arends Staal onder hare behuizinge daarop staande onder beklemming gebruikt ’s jaars voor eene op Midwinter verschijnende huur van twee honderd zeven en veertig guldens. 

De overige posten welke in gemelde acte van scheiding voorkomen als aan Mejufvrouw Ella Catharina Cleveringa te zijn toegedeeld, zijn in dezen boedel niet gevonden; en wierd hierbij door Ewold Everts Holtman, toeziend voogd der minderjarigen, verklaard, dat hem wel bewust was dat de daarop voorkomende effecten reeds voor langen tijd door de erflaters verkocht waren; en is dit particulieren afschrift van voorzeide acte van scheiding door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero vier.  

Tien loten van de Groothertogelijke hessische geldleening, onder de nummers 29401 tot en met nummer 29407, als mede 43328, 43329 en die 43331; alle welke loten door ons notaris zijn geparapheerd en geteekend met numero vijf.  
Een lang folio schrijfboek, gebonden in een Schaaplederen band, inhoudende eenige weinige en zeer dubieuse pretensien, wegens geleverde medicamenten en gedane medicinale diensten; welk boek door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero zes.  
Een gewoon folio Schrijfboek gebonden in een Schaaplederen band, evenals het voorgaande inhoudende eenige weinige en zeer dubieuse pretentien, zijnde hetzelve door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero zeven.  
Een dito Schrijfboek, even als het vorige eenige weinige pretensien inhoudende, als onbetaald daarin voorkomende, hoezeer er, volgens verklaring van den toezienden voogd, eenigen onder zijn die reeds lang zijn betaald geweest; en is dit boek door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero acht.  
Vier boektjes in quarto ingenaaid, inhoudende lijsten van uitgezondene rekeningen over de jaren achttienhonderd dertig, achttienhonderd een en dertig, achttienhonderd twee en dertig en achttienhonderd drie en dertig; welke alle vier door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero negen.  
Een authentieke acte, gepasseerd voor Adam Tebbens, Juris Utxiusquë doctor, rigter van het groote en Kleine reedschap, den derden Januarij zeventienhonderd acht en negentig, vóór de invoering der registratie, inhoudende een restant Koopschat groot eenhonderd vijf en tachtig guldens, ten laste van Jan Wessels en Sibbeltje Wijgers, ehelieden op de Zoutkamp over eenen behuizinge met de beklemming van het heem, staande en gelegen in de Zoutkamp, en, zulks ten behoeve van R. Cleveringa en zijn ehevrouw Margaretha Mees, welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero tien.  
Een authentieke acte, gepasseerd voor Doctor Froon, geconstitueerde rigter van ’t groote en kleine reedschap, volgens welke Jan Arends en zijn vrouw Trientje Jans, op de Zoutkamp, schuldig zijn aan de Heer R. Cleveringa te Leens, eene sum van tweehonderd guldens, rentende naar vier ten honderd; zijnde gemelde authentieke acte van den zesden Maart zeventienhonderd negentig, vóór de invoering der registratie; door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero elf.  
Een onderhandsche obligatie, gedagteekend den dertigsten Januarij achttienhonderd twee en twintig, volgens welke Klaas Alles van der Laan te Ulrum, schuldig is aan Rudolph Frederik Cleveringa, olijmolenaar te Leens, de som van een honderd vijf en veertig gulden, rentende naar veertig cents per maand ten honderd; welk stuk door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero twaalf.  
Elf stuks Kansbiljetten, zijnde nummer []. Zijnde gemelde kansbiljetten door ons notaris is geparapheerd en geteekend met numero dertien in dorso. Zijnde ieder Kansbiljet groot een duizend guldens. 
Elf Certificaten uitgestelde nationale Schuld, mede ieder groot duizend guldens, alle geparapheerd en geteekend met numero veertien in dorso.
Hierbij heeft de toeziende voogd Ewolt Everts Holtman verklaard, dat hem niet anders bekend was alsdat de stukken en bescheiden, voorkomende op dit inventaris onder numero elf, numero twaalf, numero dertien en numero veertien, behoorde tot de nalatenschappen van wijlen den Heer Rudolphus Cleveringa en wijlen Mejufvrouw Anna Margaretha Mees, waartoe de opgemelde minderjarigen, als Kleinkinderen voor de helft geregtigd zijn. 

Mondeling wierd door den requirant Derk Jans Hoen, alsmede door den toeziend voogd opgegeven, dat tot deze boedel behoorde de vaste beklemming van ongeveer twee en een halve bunder land, jaarlijks aan den HoogWelGeboren Heer van Starkenborgh Stachouwer van Wehe tot huur doende veertig gulden, gelegen te Leens, achter de behuizinge geteekend numero twee; van welk land geene titels of bewijzen van aankomst in dezen boedel gevonden zijn.  

Wijders wierd door de requirant Derk Jans Hoen opgegeven, dat bij dezelve ten behoeve van nu wijlen den Heer Herman Adriani Middendorp ontvangen was; als: 
Vooreerst. Uit de nalatenschap van wijlen des erflaters moei, Mejufvrouw Anna Margaretha Adriani, gewoond hebbende en overleden te Westerbroek, eene som van f 1394,65 
Ten tweeden. Van de weduwe Egbert Lanting te Wetsing, wegens medicinale diensten, f 211,00 
Ten derden. Van Geert Fongers te Hornhuizen, restant van rekening, f 14,40 
Ten vierden. Van Hindrik Bazuin te Haren, voor eene verkochte veldwagen f 46,50 
Ten vijfden. Van Rieuwert Jans Dussel te Leens, wegens landhuur f 60,00 
Voorts, dat Victor Bruining, landbouwer te Leens, schuldig is wegens eene door den erflater aan hem verkochte veldwagen, de sum van f 40,00 

Te Vorderen: 
van Trientje Reinders Elema, weduwe Hindrik Arends Staal te Startenhuizen restant, ingevolge vonnis gewezen bij de regtbank van eersten aanleg te Appingedam den drie en twintigsten Januarij achttienhonderd vier en dertig, behoorlijk geregistreerd, de som van f 141,00 
Van dezelfde wegens verschuldigde landhuur verschenen Midwinter achttienhonderd drie en dertig en Midwinter achttienhonderd vier en dertig f 494,00 
Van Meester Hendrik van Bolhuis, notaris te Leens, wegens landhuur, verschenen primo November achttienhonderd vier en dertig, volgens proces verbaal van verhuring de dato derden Maart achttienhonderd twee en dertig, behoorlijk geregistreerd, f 240,00 
Van dezelve, restant der door hem ingecasseerde gelden, van Trientje Reinders Elema te Startenhuizen, de sum van f 10,86 
De toeziend voogd Ewolt Everts Holtman declareerde, dat bij hem nog aan Contanten in Cas is de som van f 22,80 

De schulden ten laste dezer nalatenschappen zijn opgegeven in volgende maniere: 
Aan Derk Jans Hoen, deurwaarder op het Hoogezand, en gevolge onderhandsche obligatie van den eersten November achttienhonderd drie en zestig, de som van f 1200,00 
Kosten wegens registratie op die obligatie gevallen f 76,56 
Een jaar rente van voorschreven Kapitaal, verschenen den eersten November achttienhonderd vier en dertig f 48,00 
Het loopende jaar rent pro memoria 
Aan dezelfde, wegens diverse gedane betalingen, zoo aan den erflater zelve, als aan andere personen volgens blijken onder denzelven berustende, in genere eene som van f 1244,89 
Aan Meester Hendrik van Bolhuis te Leens, ingevolge onderhandsche obligaties van den zesden Februarij achttienhonderd vier en dertig, eene hoofdsom van f 300,00 
Legale interessen Pro memoria Aan de erven van wijlen Mevrouw de weduwe Hoving verschuldigd, twee jaren landhuur, ter somma van f 100,00 
Aan den Hoog Welgeboren Heer van Starkenborgh Stachouwer te Wehe, twee jaren huur van een tuin de som van f 10,00 
Aan Evert Hindriks Munting te Baflo, restant kapitaal wegens opgeschoten penningen door deszelfs vooroverledene echtgenoote Jantje Menses Alberda de som van f 800,00 
De hierop verschuldigde renten pro memoria  

Aan den Heer Everhardus van Ingen, ontvanger der directe belastingen te Leens wegens verschuldigde grond- en personele belasting, patent gelden en zegels, na aftrek van het geen dezen boedel, wegens verschuldigde huishuur competeert ingevolge ingekomen nota de som van f 274,23 
Aan Jan Lammerts Lammerts te Mensingeweer, voor turf, f 14,06 ½ 
Aan Johannes Mug, pettemaker te Leens, f 4,70 
Aan den Koopman Lubbert Derks Kuipers te Houwerzijl, f 19,85 
Aan den olijslager Derk Flaam te Houwerzijl, f 15,20 
Aan den Koopman Nicolaas Middendorp te Ulrum, f 26,35 
Aan Tobinga te Groningen f 0,65 
Aan den Kuiper Enne Pieters Tillema te Leens, f 62,88 ½ 
Aan den ijzersmid Klaas Sebes Zijlstra te Leens, f 28,40 
Aan de koopman Jurrien Lammerts te Warfhuizen, f 19,15 
Aan de Weduwe Hilbrand Postema, winkeliersche te Leens, f 12,01 
Aan den Koopman Zonder te Kloosterburen, f 11,00 
Aan de Veearts van Setten te Onderdendam, f 7,20 
Aan Harm Scharft te Leens, f 4,77 ½ 
Aan Onne Galbrands van Slooten, arbeider te Leens, f 7,90 
Nog aan den ijzersmid Klaas Sebes Zijlstra te Leens, f 3,45 
Aan den houtkooper Jan Rietema te Leens, f 52,22 
Aan Lammert Ellens, broodbakker te Leens, f 19,35 
Nog aan Enne Pieters Tillema, f 4,00 
Aan den Koopman Jurjen Abrahans de Boer te Ulrum, 11,77 ½ 
Aan den Koopman Popko ten Cate op het Hoogezand, f 14,16 ½ 
Aan de Heer Sormani en Compagnie te Groningen, f 42,27 ½ 
Aan den Koopman Engelen te Groningen, 17,70 
Aan den boekverkooper Hazelhoff te Groningen, f 13,63 ½ 
Aan den IJzerkooper Strating te Groningen, f 33,00 
Aan Pieter Ouwes van Duinen te Leens, f 10,65  
Aan Martje Jakobs de Vries te Leens, dagloonster, 11,55 
Aan den deurwaarder Kruisinga te Adorp, wegens geleend geld, f 7,00 
Aan Evert Everts Holtman te Leens, wegens Kostgelden, geleende gelden, werkloonen in genere, f 343,00 
Aan dezelfde, als zegelbewaarder, nader op te geven pro memoria 
Aan Pieter Ouwes van Duinen te Leens, nog wegens restant, 4,96 

De overige schulden waarmede deze boedel is bezwaard, verklaarde de requirant niet te kunnen opgeven, als zijnde hem tot dusverre onbekend en waarvan geene aanteekeningen gevonden zijn. 

Nadat dit inventaris aldus was afgeloopen, hebben wij den eed van den requirant voogd alsmede van den toezienden voogd, laatstgemelde tevens als bewaarder der goederen en zegels afgenomen, daarbij verklarende, dat geene der goederen door hun vervreemd zijn of weten dat iets vervreemd is, ’t geen op dit inventaris behoort, dat niets meer te inventariseren is overgebleven, en dat de minderjarigen ook niets meer aan hun verschuldigd waren dan hiervoren is opgegeven, zoo hebben wij dit inventaris gesloten, waarvan de goederen daarop gemeld met de titels en papieren met toestemming van den toeziend voogd zijn gelaten in de bewaring van den requirant voogd, die zich daarmede belast en aanneemt alles ten voorschijn te zullen brengen wanneer en aan wien het behooren zal; terwijl voorts den bewaarder der zegels wegens zijne bewaring is ontslagen.
Waarna de requirant voogd, den toeziend voogd tevens als bewaarder en de deskundige nevens de getuigen in het hoofd dezes vermeld; met namen: Tonnis Klasen Zijlstra, winkelier, en Fokke Thomas Kuipers, daglooner, beide te Leens woonachtig, met ons notaris na gedane voorlezing dit hebben onderteekend te Leens, ten sterfhuize van Mejuffrouw Ella Catharina Ckeveringaa meergemeld, op de dag, maand en jaar voorschreven; zijnde tot dit alles gevaceerd van ’s morgens negen tot des nademiddags vier uren geslagen. 
[handtekeningen]

___________________________________________________________

Naar Herman Adriani Middendorp