___________________________________________________________ |
23-01-1926 Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag
Waterschap Hunsingo.
ONDERDENDAM, 21 Jan.
Na de vergadering van het hoofdbestuur, waarvan in ons vorig nummer verslag is gedaan, werd eene vergadering gehouden van ’t hoofdbestuur met de leden der onderdeelsbesturen, ter behandeling van de begrooting 1926-27.
De voorzitter, de heer R. P. Dojes hield de volgende rede:
Mijne Heeren! Ik open de algemeene vergadering van de bestuursleden van Hunsingo. Ik heet u allen welkom, in ’t bijzonder den heer Van der Tuuk, het nieuwe lid. De economische toestand in ons waterschap was over het afgeloopen jaar niet onbevredigend, wel waren de prijzen der landbouwproducten lager dan in 1924, de uitkomsten van den oogst waren behoorlijk terwijl ook de veehouderij redelijke resultaten heeft opgeleverd. Wat den waterstaatkundigen toestand betreft, ook die was gedurende bijna geheel het afgeloopen jaar naar wensch.
Het bezoemgemaal van Electra bij Lammerburen verleende bij waterbezwaar goede diensten.
In 1925 is er te Lammerburen gewerkt, berekend naar één pomp in Januari 388 uren, in Februari 650 in Nov. 284 en in Dec. 1034 uren. Totaal 2356 uren. De kosten voor electrischen stroom voor het- boezemgemaal bedragen thans, de kolentoeslag inbegrepen, per pomp en per uur plm. f 10. De andere onkosten als van bediening, olie, vet, enz. bedragen totaal f 5000 per jaar.
Van 10 Dec. jl. af steeg de waterstand van Electra op ongewone wijze. Gedurende Dec. ’25 en Jan. ’26 zou het boezemgemaal op een zwaren proef worden gesteld.
Op 5 Nov. 1920 is door H. M. de Koningin het boezemgemaal van Electra voor ’t eerst in werking gesteld.
In de verloopen 5 jaar was het gemaal nog nimmer op een zware proef gesteld. Wel was 1923 een nat jaar, maar de waterstand kon uitnemend beheerscht worden. Wij hadden in de 5 verloopen jaren nimmer een groote sneeuwval met plotseling invallenden sterken dooi, gedurende 14 dagen zwaren regenval en voortdurenden Westenwind gehad als in Dec. j.l. en nu in Jan.
Nu zou voor Electra de krachtproef komen.
Het bestuur van Electra had altijd wel vermoed, dat wanneer eens, zooals nu, alle ongunstige factoren aanwezig zouden zijn, wij wel eens voor korten tijd watertoestanden zouden kunnen hebben, hooger dan wij in de laatste jaren gewend waren. Wanneer de boezemkanalen vol ijs zitten — daarbij een groote hoeveelheid sneeuw, hetwelk vele tochten en wateringen geheel verstopt, met de dooi, voortdurend regen en hooge ebstanden in de Lauwerzee — dan zou de toevoer naar het boezemgemaal wel eens te wenschen kunnen overlaten.
En welke is nu de conclusie, waartoe men na dezen krachtproef moet komen?
Deze, dat het boezemgemaal aan de gestelde eischen heeft voldaan en een zegen is voor ons waterschap. Dat het is een knap stuk ingenieurswerk.
Slechts korte perioden is de waterstand hooger geweest dan 60 a 70 c.M. boven peil. Hadden wij Electra, niet gehad, dan hadden wij wekenlang gelijk vroeger waterstanden gehad van 1 M. tot 1.20 M. boven peil. Dan hadden onze middellanden weer weken onder water gestaan en was de schade enorm geweest.
Met de meeste bereidwilligheid is aan het bestuur van Electra verstrekt een afschrift van een rapport van den hoofdingenieur van den provincialen waterstaat aan het college van Ged. Staten onzer provincie nopens de boezembemaling van Electra gedurende de laatste hoogwaterperiode.
Spr. bracht een woord van dank en waardeering aan de ambtenaren van het waterschap Electra, vooral den waterbouwkundigen ambtenaar den heer Breukel, den machinist Van Aaldren en den sluismeester Bosscher, welke beide laatsten meer dan een maand lang dag en nacht en ook de Zondagen in de weer zijn geweest, om het waterbezwaar zoo spoedig doenlijk op te heffen. Wat de machinist Van Aaldren, de sluismeester Bosscher en hunne helpers in de laatste weken hebben gepresteerd, verdient in hooge mate waardeering.
Vervolgens kwam de begrooting aan de orde. Zonder verandering — artikelsgewijze behandeld — werd ze en bloc aangenomen. Enkele vragen werden tijdens de behandeling gedaan.
De heer Dijkhuis wou de schouwvacatiën beter vergoed zien. Het voor- en tegen werd gehoord, ’t Slot was dat ’t hoofdbestuur dit punt later nog eens zal overwegen.
Dezelfde vrager vroeg inlichtingen over de bedijking van den zeedijk te Vierhuizen. De voorzitter lichtte dit uitvoerig toe. Gecommitteerden blijven in dezen competent.
Uit de begrooting stippen we de volgende cijfers aan: Ontvangsten en uitgaven f 340.955.97 ½. De voornaamste ontvangsten zijn: Vorig dienstjaar f 67.368.28, waterschapswerken f 5255.57 ½, heem- en landhuren f 1884.75, omslag f 194.425.07.
Uitgaven: Jaarwedden f 19.820, schouwvacatiën f 4000, administratiekosten f 4290, voor het leggen enz. van pompen en verbetering van het waterafvoervermogen f 5000. Voor het verhoogen en verzwaren met grond van den zeedijk te Vierhuizen of ter bevordering van de indijking van de Kerkekwelder achter Vierhuizen is f 18.000 uitgetrokken, daar Ged. Staten indertijd hebben medegedeeld op bedoeld werk te zullen terugkomen. Het onderhoud van werken is geraamd op f 68.750. De voornaamste hiervan zijn: de sluizen,’met de daarover liggende bruggen enz. f 4500, herstellingen aan de beweegbare en vaste bruggen enz. te Oosterdijkshorn en de Rollen f 12.000, voor exploitatie van de baggermolens f 15.000, voortzetting baggering Boterdiep f 20.000, schoonhouden en ruiden van wateren f 5000, herstellen van kanaalboorden en uitbaggeren in de kanalen en maren, o.a. het Potmaar en Temmaar f 5000, voor vergoeding van beschadigde vruchten en grondberging f 6000, voor onderhoud en verbetering van de eigendommen en bezittingen is f 2500 uitgetrokken. Voor rente en aflossing is f 35.667.50 noodig. Electra zal f 87.687.12 kosten. Onvoorzien f 16.363.10 ½.
De totale grootte van het waterschap is thans 35350.01.27 H.A.
Besloten werd tot het heffen van een omslag van f 5.50 per H.A., hetgeen een bedrag zal worden, van f 194.425.07.
Bij de rondvraag sprak de heer Dijkhuis over het ingezonden stuk van den heer Zijlma. Daarin komt o.a. voor — zei spr. — dat er geen belangstelling was van de zijde der ingelanden voor de vergadering met de onderdeelsbesturen. Dit werd toegegeven. Onjuist echter is dat de bestuurslichamen geen belangstelling hebben. Deze hebben echter geen invloed bij Electra. Ieder ingeland kan zich tot het bestuur van E. wenden om inlichtingen.
Sluiting.
___________________________________________________________ |
Naar 1928 en 1929 “Electra een mislukking?”