19-03-1914 Lammert Helprigs Dijkhuis, begrafenis te Vierhuizen

___________________________________________________________

19-03-1914 Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 

Gisternamiddag drie uur had te Ulrum :de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer L. H. Dijkhuis, oud-lid van Ged. Staten.
Een 70-tal belangstellenden volgde de baar op het oude kerkhof. In den langen stoet merkten we o.a. op, buiten een groot aantal familieleden, den Commissaris der Koningin, mr. G. C. Geertsema, den griffier der Staten, mr. S. Sijbenga, den hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat, den heer J. de Jong, de leden van Ged. Staten, de h.h.: J. Sijpkens, en J. Westerdijk, de leden van de Prov. Staten, heeren A. K. Schuiringa, K. P. Feringa, J. E. Siccama. L. Wiersum Tzn., D. Bruins, H. Middendorp en L. H. Mansholt, den heer G. Zijlma, lid der Eerste Kamer, ds. W. Cannegieter, president der classis-Winsum, den burgemeester van Ulrum met den secretaris, den oud-burgemeester van Leens, P. A. de Rochefort, de secretaris van Eenrum, eenige openbare onderwijzers en het bestuur van de vereeniging „Hulp in Nood” te Zoutkamp. 

Mr. C. C. Geertsema herdacht de uitstekende eigenschappen en de groote werkkracht van den overledene, waarmede deze gedurende 25 jaren de zaken voor de provincie had behartigd. 

Menige nuttige wenk is van de overledene ter harte genomen, en kon hij ook niet altijd zijn zin krijgen, waarover hij moeilijk kon heenstappen, zijn medeleden moesten altijd erkennen dat hij zijne zaken voorstond met den gloed der overtuiging. Vooral zijne eerlijke en trouwe inborst deed hem vele vrienden verwerven en zijne zaakkennis, speciaal van zijne omgeving, is voor de Prov. Staten van groote waarde geweest. 

Men miste den heer Dijkhuis in het college van Ged. Staten en dat gemis zal nog lang gevoeld worden. Zijn aandenken zal door allen, die hem in zijn werken en streven hebben gekend, in eere worden gehouden. Hij ruste in vrede. 

Hierna werd het woord genomen door ds. W. Cannegieter te Adorp. Spreker vond het een genot te kunnen zeggen, dat de overleden vriend zich ook op kerkelijk gebied niet onbetuigd had gelaten, vooral nu velen zich, zoo ze zich al niet wars van de kerkelijke zaken toonen, van het kerkelijk leven hebben afgescheiden. Geheel anders was het met den overledene. Met genoegen was hij altijd ontvangen in de classis-vergaderingen en menige nuttige les door hem gegeven. Spr. kon de familie er op wijzen, dat de dierbare overledene volgens volle overtuiging geleefd en gedaan had, wat hij kon en moest doen. Met volle vertrouwen durfde spreker hem de rust toe wenschen, die hij zoo zeer verdiende. 

De zoon van den overledene, de heer R. L. Dijkhuis, burgemeester der gem. Leek, dankte namens de familie voor het gesprokene en voor de groote belangstelling, den overledene bewezen.

___________________________________________________________

Naar Lammert Helprigs Dijkhuis