___________________________________________________________ |
18-11-1896 Nieuwsblad van het Noorden
Provinciale Staten.
De zitting van heden wordt te 10 uur geopend.
[]
Hierna komt aan de orde de voordracht tot teekening van een renteloos voorschot van f 100 ‘s jaars per kilometer, gedurende 15 jaren, aan de heeren Reinders en Knol Bruins en P. M. A. Huurman, alhier, voor den aanleg en de exploitatie van een paardentramweg van Ulrum over Leens, Wehe, den Hoorn en Mensingeweer naar het spoorwegstation te Winsum.
De centrale afdeeling stelt voor, de voordracht aan te nemen, behoudens enkele wijzigingen in het ontwerp-besluit. De voornaamste is deze, dat het maatschappelijk kapitaal zal worden vastgesteld onder goedkeuring van Ged. Staten.
De heer G. Nauta vindt de som van f 180.000 voor aanlegkosten te hoog. Er zijn kunstwerken noodig, maar hoeveel? Daar is geen kaart overgelegd. Waar het kapitaal te hoog is, worden de aandeelen te hoog en om dan dividend te maken, zal de tram slecht moeten worden geëxploiteerd. Spreker wilde ook de tram doorgetrokken hebben tot Zoutkamp, — dat is slechts 3½ kilometer langer, waarna de exploitatie zoo goed als niets zal kosten, omdat het traject Winsum-Ulrum voor één paard toch te ver is. Voorshands zal hij tegen de voordracht stemmen.
De heer Doornbosch begint met zijn compliment te maken aan den vorigen spreker. Hij raadt hem aan, een amendement in te dienen om de voordracht te renvoieeren naar Ged. Staten. De som van f 180.000 lijkt ook spr. veel te hoog. Er is een goedgekeurde begrooting voor de route Baflo—Ulrum, die f 90.000, en voor Baflo—Zoutkamp, die f 165.000 zou kosten.
De heer Romkes wil in ’t algemeen den aanleg van tramwegen steunen. Maar het komt spr. voor, dat de technische zijde van deze zaak niet grondig is onderzocht.
De heer L. H. Dijkhuis verdedigt de voordracht en zoo doet ook de heer Zijlma.
De heer Wouters deelt mee, dat in de centrale afdeeling ook wel de opmerking is gemaakt, dat de som van f l80.000 te hoog zou zijn, maar de centrale stelt nu immers ook voor, dat het maatschappelijk kapitaal zal worden vastgesteld onder goedkeuring van Ged. Staten.
De heer Doornbosch dient een amendement in, bedoelende dat de voordracht zal worden gerenvoyeerd naar Ged. Staten ter fine van onderzoek, met verzoek advies uit te brengen in de volgende zomervergadering.
Nadat nog een gerekte discussie is gevoerd, waarin door den heer Dijkhuis met nadruk gewezen is op de werken, die te Winsum zullen moeien worden uitgevoerd, waardoor de begrooting hoog mag schijnen, wordt het amendement van den heer Doornbosch verworpen met 23 tegen 21 stemmen.
De conclusie van het centraal rapport wordt daarna aangenomen met 33 tegen 11 stemmen.
De voordracht tot toekenning van een renteloos voorschot van f 100 ’s jaars per kilometer gedurende 15 jaren, aan den heer Harm Wind, voor den aanleg en de exploitatie van een paarde tramweg Kantens— Winsum, doet bij den heer G. Nauta niet dàt bezwaar rijzen als de vorige voordracht. Het eindcijfer (f 90.000 voor 11.7 kilometer,) is minder hoog, maar toch is dit cijfer oneindig grooter, dan waarvoor de Eerste Groninger Tramwegmij. haar wegen heeft gelegd.
Er worden ook weer in de stukken, die deze voordracht vergezellen, naar spr.’s meening te weinig inlichtingen gegeven.
De heeren L. H. Dijkhuis en Doornbosch verdedigen de voordracht, die daarna zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
Ook in deze voordracht is op voorstel van de centrale afdeeling opgegenomen de bepaling, dat het maatschappelijk kapitaal zal worden vastgesteld onder goedkeuring van Ged. Staten.
___________________________________________________________ |
Naar Tramweg-maatschappij „Winsum-Ulrum”