18-07-1939 Bezoek Unie van Waterschapsbonden

___________________________________________________________

18-07-1939 Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag
Unie van Waterschapsbonden
Een excursie naar De Slikken, Onderdendam en Electra 

De Groninger Waterschapsbond heeft het vorige jaar de verschillende Waterschapsbonden in ons land, te zamen vereenigd in de Unie van Waterschapsbonden, uitgenoodigd tot het maken van een excursie door het Noorden der provincie Groningen. Aan deze uitnoodiging hebben de leden dezer Unie gisteren gevolg gegeven. De deelnemers, die te half elf per trein uit het Zuiden arriveerden, werden aan het Station verwelkomd door den heer G. E. SCHUIRINGA, te Zuidhom, voorzitter van den Groninger Waterschapsbond, en mr H J. Buwalda te Groningen, secretaris van dien Bond. 

Na een korte begroeting werd de reis per autobus aanvaard, natuurlijk niet, zonder dat de deelnemers eerst nog een korte rondrit door de mooiste gedeelten van onze stad hadden gemaakt. Het eerste bezoek der excursisten gold het Waterschapshuis van Hunsingo te Onderdendam waarin hun door den voorzitter van het waterschap, den heer H. Westers, te Leens plechtig op de ouderwetsche wijze, door middel van „de klop op de deur”, toegang werd verschaft. In de gelagkamer beneden werd de koffie gepresenteerd. 

Daar sprak de heer SCHUIRINGA een woord ter verwelkoming, waarbij hij tevens de bedoeling der excursie uiteenzette en een kort historisch overzicht gaf van de wijze, waarop in den loop der eeuwen de bevolking onzer provincie den strijd tegen het water heeft gevoerd aanvankelijk door het opwerpen van terpen en wierden, later door het aanleggen van dijken. Daarnaast wilde men de excursisten toonen dat de Groninger boer den aan het water ontwoekerden grond nuttig exploiteert En ten slotte zou men hen voeren langs de mooie boerenplaatsen, waaraan het Noorden van de provincie Groningen zoo rijk is, naar de inpoldering van De Slikken en naar den dijkaanleg.   Omtrent deze beide laatste werken gaf de Rijksinspecteur voor de Werkverschaffing, de heer A. KWAST, een aantal bijzonderheden over de grootte van De Slikken, de totale kosten voor den bouwrijpen grond en den aanleg der benoodigde wegen voor de oevereigenaren, die in samenwerking met het Departement van Sociale Zaken tot deze inpoldering zijn gekomen; over het aantal arbeiders, dat bij beide objecten te werk is gesteld en nog zal worden gesteld en de bedragen, die hier aan werkloonen moeten worden uitbetaald om tot volledige uitvoering dezer werken te komen. 

Spr. wees aan het slot van zijn uiteenzetting op de groote voordeden, die er voor de bevolking zullen voortvloeien als weder 400 H.A. bebouwbare grond aan de provincie zal zijn toegevoegd. De heer Ir. N. BIEZEVELD, technisch leider van den dijkaanleg, deelde verschillende technische bijzonderheden mede omtrent dezen 6 K.M. langen dijk, die wordt gelegd ter bescherming van de nieuwe inpoldering, waarvan de diepte varieert van 900 tot 350 Meter. Van de bijzonderheden omtrent de wijze van aanleg, breedte van den kruin, het profiel, de samenstelling etc, hebben wij vroeger al eens melding gemaakt. 

Met voldoening constateerde ir. Biezeveld, dat, na den tegenslag, die men in den beginnen met den aanleg had, er in Mei zeer vlot is gewerkt; op dit moment is het verlies weer ingehaald, zoodat verwacht mag worden, dat de dijk in September, als de tijd der zware stormen komt, gereed zal zijn. De heer VAN EERDEN, ambtenaar van ’s Rijks domeinen besprak vervolgens de taak van de Domeinen en zette het systeem der landaanwinning uiteen, dat er op gericht is, om de slikstoffen te doen bezinken. 

Met groote belangstelling werden de sprekers aangehoord, zooals telkens bleek uit het hartelijke applaus. 

Aan de lunch, die daarna in de bovenzaal van het Waterschapshuis werd aangeboden door het Waterschap Electra, waarvan de heer G. E. Schuiringa tevens voorz. is, bracht de heer MR. DR. F. VONK DE BOTH, voorzitter der Unie van Waterschappen, den sprekers dank, en inzonderheid den heer Schuiringa voor de vriendelijke ontvangst en de in diens toespraak gegeven toelichting omtrent het doel der excursie, waaruit spreker is gebleken, hoe goed de voorzitter van den Groninger Waterschapsbond niet alleen zijn provincie kent in haar tegenwoordigen toestand op waterschapsgebied maar tevens diens grondige studie harer ‘historie. 

De heer H. WESTERS, voorzitter van het Waterschap Hunsingo, was verzocht hierna nog een kort overzicht te geven van de ontwikkeling van het Waterschapswezen en een verklaring te geven omtrent de in de naastgelegen zaal geëxposeerde voorwerpen, die nog in het vroegere Zylvesterhuis, thans Waterschapshuis, aanwezig zijn. Met het oog op den tijd zag de heer Westers zich echter genoodzaakt op zijn voornemen terug te komen.

De tocht door slik en water

Na de lunch werd de tocht naar het Noorden verder voortgezet over Middelstum, Kantens, Zandeweer, Uithuizen (waar een korte wandeling rondom den Menkemaborgh werd gemaakt), Usquert, Warffum, naar de werkverschaffing. Daar werden de werkkampen: de keuken, het nachtlogies, de dagverblijven, etc, in oogenschouw genomen en vervolgens een wandeling door den kwelder en over den dijk-in-aanleg gemaakt. Een moeilijke tocht, over glibberige kleikluiten, waarin men dikwijls tot de enkels wegzakte, en door poelen en plassen. Maar dat was het ergste niet. Dat zou pas komen, toen het einde van den tocht in zicht was. De lucht, die er van het begin af al bedenkelijk had uitgezien, begon meer en meer op te zetten; de donder rolde, bliksemschichten doorkliefden de lucht. Nog regende het niet, maar elk oogenblik kon men een plasbui verwachten. Geen wonder dus, dat het meerendeel der deelnemers van verder trekken afzag en trachtte de eerste de beste boerderij door den kwelder te bereiken. Het werd een algemeen sauve qui peut, toen op ongeveer honderd meter van de reddende boerenwoning de bui losbarstte. Een deel van de excursisten moest zijn heil zoeken in den houten koestal, op het open veld, voorafgehold door een koe en een vaars, die uit instinct ook beschutting zochten in hun veilig thuis. Een ander deel van het gezelschap bereikte met een flink nat pak de schuur.

Na een oponthoud van een goed kwartier werd de wandeling voortgezet naar de op twintig minuten afstand wachtende auto’s, die gelukkig de ontredderde divisie een eindweegs tegemoet kwamen rijden. Het was een avontuur, dat ongetwijfeld het langst in het geheugen der deelnemers zal blijven hangen, waarover zij later nog wel met een lachend gezicht zullen praten, maar dat hun dezen middag toch niet bijzonder prettig heeft gestemd, al was ook het leed over een kletsnatte regenjas, uit de plooi geraakte pantalon bespat met kleierige souvenirs van de Groninger Wadden spoedig vergeten.

Tegen half zes kwamen de excursisten op het watergemaal Electra aan, waarvan een der groote pompen in werking werd gesteld om hen een denkbeeld te geven van de wijze, waarop de ontwatering der laaggelegen landen geschiedt en van de geweldige massa’s water (3600 M3. per uur bij volledige in werking stelling), die dit grootste gemaal van Nederland naar zee kan doen afloozen.

Via Den Ham en Aduard bereikte men te kwart over zes weer het Station Groningen, waarna de deelnemers uit het Zuiden, na een hartelijk afscheid, met den trein van 7 uur weer huiswaarts keerden.

___________________________________________________________

Naar Bezoekers Electra