17-07-1972 De eerste schone auto reed in 1835 in Groningen

___________________________________________________________

17-07-1972 Nieuwsblad van het Noorden, maandag

De eerste schone auto reed in 1835 in Groningen
RUIM HONDERD JAAR GELEDEN reed er op een tafelblad in Groningen een voor die tijd uiterst revolutionair wagentje, dat ook tegenwoordig, nu er gezocht wordt naar minder luchtvervuilende auto’s, geen gek figuur zou slaan. Het was een electro-magnetisch voortbewogen driewielig wagentje dat, vanwege de hernieuwde belangstelling voor schone motoren, samen met enkele heteluchtmotoren uit de vorige eeuw geëxposeerd staat in het Universiteits Museum in Groningen.

Het elektro-magnetische wagentje (met als stroombron een op het wagentje gemonteerd galvanisch element) dateert uit 1835 en is gemaakt door professor Stratingh en de instrumentmaker Becker.
Het is bij een tafelmodel gebleven, alhoewel beide uitvinders de bedoeling hadden er een werkelijk groot en bruikbaar voertuig van te maken. Ze hadden al bewezen zoiets te kunnen, want in 1834 reden beide heren in een door hen ontwikkeld stoomrijtuig door Groningen. Ze ondernamen in september van datzelfde jaar zelfs tochten in de omgeving, tot aan Assen toe. De snelheid van het stoomrijtuig kwam, zoals men in die tijd meldde, overeen met een goede paardendraf. Het voertuig werd met de linkerhand bestuurd, met de rechterhand moest men stoken. De stoomdruk bedroeg twee à drie atmosfeer.

Op zichzelf was het natuurlijk geen unieke vinding. De eerste stoomtrein onderhield al in 1830 een regelmatige dienst tussen Liverpool en Manchester, maar het zou nog vijf jaar duren, voordat het tussen Amsterdam en Haarlem zover was.
Voor Nederland en vooral voor Groningen was het daarom een hele gebeurtenis, die niet onopgemerkt bleef. In de Provinciale Groninger Courant werd er uitvoerig over bericht, toen Koning Willem I een bezoek bracht aan Groningen, nam hij ook een kijkje in Stratinghs huis aan de Ossemarkt, waar hem het stoomrijtuig en elektro-magnetische wagentje gedemonstreerd werden.
De Koning beloonde Beckers bijdrage met een bedrag van f 600.

Het was Stratingh en Becker er niet zozeer om begonnen een stoomwagen uit te vinden (men kende het principe van de stoomtrein immers al), maar men wilde aantonen dat er ook een soortgelijk vervoermiddel gemaakt kon worden, dat onafhankelijk van rails op gewone klinkerwegen zou kunnen rijden.
Trots werd dan ook vermeld, dat de wagen geen hinder van oneffenheden in de weg ondervond en dat zelfs de hoge brug tussen Groningen en De Punt zonder speciale voorzorgen genomen kon worden, terwijl ook een hevige regenbui onderweg de ketel niet zoveel had afgekoeld, dat men daar hinder van ondervond. Waarom het voertuig geen navolging vond is niet bekend; waarschijnlijk kleefden er toch nog teveel bezwaren en onvolkomenheden aan. Of was de tijd er nog niet rijp voor?

Zeker is in elk geval, dat Stratingh er zelf niet tevreden over was. Een paar van zijn bezwaren waren bijvoorbeeld het explosiegevaar en de grote plaats, die voor de brandstof ingeruimd moest worden.

Een wagen voortgedreven door elektriciteit leek hem eenvoudiger en veiliger. Stratingh kwam op het idee van „elektromagnetische bewegingskracht en de aanwending daarvan tot ’n elektromagnetische wagen,” naar aanleiding van een uitvinding van Jacobi, een werktuigkundige te Koningsberg.
Deze had een toestel ontwikkeld,
„waarin een schijf met elektromagnetische staven, door wier omwindingen een gestadige stroom liep, die een dergelijke schijf in beweging bracht, doordat de stroom in dit tweede stel staven onophoudelijk werd omgekeerd en weer omgekeerd.”
Stratingh ontdekte dat Jacobi een aantal van het door zijn toestel opgewekte krachten ongebruikt liet en vervaardigde samen met Becker de elektromagnetische wagen, waarbij wel van alle opgewekte krachten gebruik gemaakt werd.
„Op ene vlakke houten tafel loopt nu dit voertuig, beladen met elektromotor en zuur tezamen ter zwaarte van bijna 3 Nederlandse ponden 15 à 20 minuten met genoegzame gelijke snelheid rond en kan al met half gewicht aan vracht bezwaard worden”, berichtte Stratingh.

Samen met Becker maakte Stratingh nog een verbeterde versie van het wagentje evenals een elektromagnetisch voortbewogen bootje, waarmee hij in 1840 in de gracht van zijn buitenverblijf Hunzeroord in de Paddepoel voer.

De wagen (een der eerste in haar soort) noch het bootje werden verder ontwikkeld en daar zal de plotselinge dood (in 1841) van de in 1785 in Adorp geboren Stratingh niet vreemd aan zijn geweest. Bovendien vertrok de bij Hannover geboren Becker al gauw uit Groningen en emigreerde in 1854 naar Amerika, waar hij in 1890 overleed. Zijn zoons stichtten in Rotterdam de firma Beckers Sons balansen en gewichten.

Het elektromagnetische wagentje van Stratingh en Becker is al sedert het midden van de vorige eeuw niet meer in beweging te krijgen. Vermoedelijk, zoals men toen al berichtte, doordat de windingen niet meer voldoende geïsoleerd waren en de stroom een kortere weg koos.

[tabel id=81 /]
Naarste “Wagentje” van Stratingh en Becker