___________________________________________________________ |
Geboekt in ’t Dagregister Deel 2 folio 90 No 1908. den veertienden Septr. 1820
Memorie van aangifte der nalatenschap van wijlen Beike Charlotte Uilkens in leven zonder beroep en minderjarige dochter van Jacobus Albertus Uilkens en Hilligje Martens Teenstra.
Wij ondergetekenden Jacobus Albertus Uilkens, Professor in de Philosophie en Hilligje Martens Teenstra Ehelieden wonende te Groningen, voor ons zelven en eerstgemelde in kwaliteit als vader en voogd over zijne natenoemene minderjarige Kinderen, benevens Julia Johanna Uilkens Ehevrouw van Klaas Stuivinga Koornmolenaar wonende te Leens,
Kiezende tezamen domicilie ten huize van eerstgemelde staande te Groningen aan de Ossemarkt geteekend Lett G No 254 in onze Kwaliteit als Erfgenamen,
verklaren:
Dat op den 8 Maart 1820 ten bovengemelden huize in den jeudigen ouderdom van negen maanden overleden is Beike Charlotte Uilkens.
Dat het Actief van des overledenes nalatenschap bestaat in eenige weinige lijfstoebehoren door ons te zamen gewaardeerd op de Som van twaalf Guldens f 12-00 alwaaromme dezen boedle behoord tot dezulken welke bij art. 24 Sub 4to der Wet op het regt van Successie zijn vrijgesteld.
De Erfgenamen ab intestato zijn, des overledens ouders opgemeld voor de eene: en haar half Zusters en breder Julia Johanna Sophia Christophora, Theodorus Frederikus en Anna Louisa Uilkens tezamen voor de nadere helft.
Eindelijk verklaren Wij dat door dit overlijden geen fideï commis gedevolveerd, nog vruchtgebruik vervallen is; midsgaders dat er door de overledene (blijkens certificaat van den Burgemeester der Stad Groningen hierbij overgelegd) geene onroerende goederen zijn nagelaten.
Aldus opgemaakt en overgegeven ten Kantore der belasting op het regt van successie in Groningen den 14 September 1820
J. A. Uilkens
HMTeenstra
Julia J. Uilkens
Negatief
___________________________________________________________ |
Naar Jacob Albertus Uilkens | Dominee en Hoogleraar