| ___________________________________________________________ |
Doctor A.P. Driessen wegens de Edele Mogende H: Heeren van de Ommelanden tusschen de Eems en Lauwers Rigter der Fortresses Delfzijl.
Betuige met dezen openen versegelden Brieve dat persoonlijk voor mij gecompareert en erschenen is de Hoog Wel Geboren Heer W: Alberda van Rensuma, welke belede verkogt en overgedragen te hebben aan
de Eersame Hindrik Hindriks de Oudere en Onne Roelfs tot Zuurdijk (zo mede compareerden en dezen accepteerden)
de Beklemminge van Honderd Jukken Lands waar van Sevenentwintig Jukken, waarop der Koperen Behuisinge is staande binnen de Oude Dijk tot Zuurdijk gelegen en
de Overige Drie en Seventig Jukken tusschen de Oude en de Cadijk met de Queller en aanwas agter dese Landen tot aan het Reitdiep
zonder de Maten daarop te gedogen, alles invoegen hij Heer verkoper dezelfde kan verdedigen en zulks verkogt voor een Summa van Twee Duizend Car: Gls: (dico 2000 Car: Gls:) welke penningen de Heer verkoper verklaarde tot zijn volle Genoegen te hebben ontvangen, doende de Koperen daar voor mits desen ten volle Quiteren en Stellen in den wettigen eigendom en possessie van het verkogte.
Voorts beloofde de Koperen en Huirderen boven alle Ordinaire en Extra Ordinaires Lands Lasten op voorschreven Landen gelegen of nog te leggen (:waar onder het maken en onderhouden van de Dijken wel expresselijk mede begrepen is:) Jaarlijks tot Huire als na Landreghte te zullen betalen de Summa van vier Hondert Car: Gls: waar van het eersten Jaar op Midwinter 1776 is verschenen geweest en zoo van Jaar tot Jaar, welke Huure niet vermeerdert of vermindert zal mogen worden gelijk dese beklemminge ook nimmer zal mogen worden opgezegt, nog is bescheiden dat de Huurderen Sig zoo ten opzigte der geschenken als anders na de Staats Resolutien omtrent de beklemde Provincie Meijeren zullen moeten reguleren uitgesondert het Sesjarig geschenk waar van bevrijd zullen zijn,
zullende voorts de Meijeren verpligt blijven in dien de Swette tusschen haar Quelder en die van Hindrik Hindriks de Jongere uit Oorsaeke van den Uitwaterings Riet niet wel regt door kan gegraven worden Sonder hem te verhinderen in het gebruik van zijn Agter Quelder dezelve dan met elkander dus in te rigten en te graven, dat hij zijn Quelder over de Rijet gevoeglijk kan gebruiken, alles ander verhalen van der Huurderen goederen en Submissien aan alle Hoge en Lage Regten en Gerigten benevens derzelves parate reale Executie, in waarheids Oirconde en Meerder vestenisse heb ik Rigter opgemelt, desen benevens Comparanten eigenhandig vertekend en met mijn gewoon Zegul nader gecorrobueert in Groningen Den 14 Maij 1777.
Dr. A.P. Driessen
Op de buitenkant:
Numero een
Beklembrief van den plaats van Roelf Eijes (= Hayemaheerd; Ewer 17 Zuurdijk) 2-8
| ___________________________________________________________ |
Zegel Dr Albertus Petrus Driessen| ___________________________________________________________ |
Op 04-01-1850 werd de beklemde eigendom door een nazaat van Onno Tamminga Alberda verkocht.
De koper, Jan Arnold Engelhard, en Roelf Eijes Torringa wijzigden op 28-02-1850 de voorwaarden van de beklemming.
Op 22-06-1870 verkochten de Erven van Jan Arnold Engelhard bij veiling de eigendom aan Roelf Eijes Torringa.
| ___________________________________________________________ |
Naar 23-07-1776 toedeling boerderij Hayemaheerd
Naar boerderij Hayemaheerd