13-11-1838 Testament Adriaan van der Hoop

___________________________________________________________

13-11-1838 No 120

Testament van den Heer Adriaan Vander Hoop.
in dato 13. November 1838.

Extr: ¼ 23 Augustus 1854
Extr ⅖ 8 April 1854
Exp 5/19

Op den dertienden November des Jaars achttien honderd acht en dertig, compareerde voor mij Hendrik Joannes Weijland, openbaar Notaris, te Amsterdam residerende, in tegenwoordigheid van de twee hierna te noemene getuigen:
De WelEdelGeboren Heer Adriaan van der Hoop, Ridder van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, Lid van de Staten van Holland en van den Raad dezer Stad, koopman; wonende binnen deze Stad op de Keizersgracht bij het Molenpad; in Eerder huwelijk buiten gemeenschap van goederen getrouwd geweest met, en daarna Weduwenaar mitsgaders eenige en algeheele Erfgenaam gebleven van Vrouwe Antonia Immerentia Weveringh, thans buiten gemeenschap van goederen hertrouwd met Vrouwe Dieuwke Fontein, eerder Weduwe van den WelEdel Gestrengen Heer Jan Hofstede Junior.
Zijnde de Heer Comparant aan mij Notaris bekend, en om te disponeren volkomen instaat, zoo aan mij Notaris en de ondergenoemde getuigen duidelijk is gebleken.
En verklaarde de Heer Comparant genegen te zijn om over zijne natelatene goederen nadere voorziening te doen en dienvoegende:
Eerstelijk: van volkomen kracht en waarde te laten de huwelijksche voorwaarden door hem Heer Comparant, tezamen met zijne genoemde tegenwoordige Echtgenoote, op den vijfden Julij des Jaars achttien honderd vier en dertig, ten overstaan van den Notaris Andries Stinstra, op het buitengoed Salverd onder Franeker, in presentie van getuigen gepasseerd en geregistreerd.
En Voorts te herroepen en te vernietigen alle Testamenten en andere acten van uiterste wilsbeschikking, door hem Heer Testateur, vóór dato dezer, gemaakt of gepasseerd, geene, hoe ook genaamd, uitgezonderd, dan alleen:
Eerstelijk de Testamentaire beschikking door hem Heer Testateur op den dertiende April des Jaars achttien honderd drie en dertig, ten overstaan van den Notaris Mr Joannes Commelin in presentie van getuigen alhier gepasseerd; en ten
tweede: de Olographische dispositie door hem Heer Testateur alhier in bewaring gesteld, blijkens acte van bewaargeving door denzelven Notaris, bijgestaan door twee getuigen op den Eersten dezer loopende maand November alhier opgemaakt:
Welke beide Testamenten hij Heer Testateur verklaarde van volkomen kracht en waarde te laten, immers bij zoo verre dezelve niet bevonden mogten worden met dit zijn Testament strijdig of door hetzelve gewijzigd te zijn.
Verklarende hij Heer Testateur ook nog van volkomen kracht en waarde te laten de acte van Executeurschap, voor zooveel zijn Heer Testateur natelatene Engelsche fondsen betreft, door hem Heer Testateur, op den vierden Januarij des Jaars achttien honderd vier en dertig ten overstaan van mij Notaris en presentie van getuigen alhier gepasseerd.
En alzoo overigens geheel op Nieuw over zijne Nalatenschap disponerende bij deze verklaarde hij Heer Testateur, en wel:
Eerstelijk, ingeval hij Heer Testateur met achterlating van kind of kinderen uit zijn tegenwoordige Huwelijk met Vrouwe Dieuwke Fontein verwekt, of verdere wettige afkomelingen mogt komen te overlijden, in dat geval tot zijne eenige en algeheele Erfgenaam of Erfgenamen te noemen en te inflitueren; hetzelve of derzelve, door hem, uit gedacht huwelijk natelatene kind of kinderen en de wettige afkomelingen bij plaatsvervulling.
Doch, ten tweede, ingeval hij Heer Testateur zonder achterlating van eenig wettig afkomeling mogt komen te overlijden, als dan en in dat geval, verklaarde hij Heer Testateur,
Eerstelijk, te legateren en te bespreken aan het kind of de gezamelijke kinderen, van zijn Heer Testateurs behuwd Zuster, Vrouwe Suzanna Weveringh, Echtgenoote van den Heer Pieter Pama de Kempenaer, bij hoofden, en de wettige afkomelingen van vóóroverlijden kind of kinderen van dezelve zijne behuwd zuster bij plaatsvervulling, welke op zijn Heer Testateurs afsterven zal of zullen in he tleven zijn, in Comptanten zoodanige som in Nederlandsch geld, ééns, als door hem Heer Testateur is bepaald en schriftelijk opgegeven bij de Olographische dispositie, van welke het bestaan en de in bewaargeving hiervoren is vermeld; met bepaling ten opzigte van gemeld Legaat:
Voor Eerst, dat het daarvan verschuldigde regt van Successie, met de alsdan daarop gelegde verhoogingen niet door zijn Heer Testateurs boedel en Erfgenamen, maar door de gelegateerden zelve, ieder naar gelang van desselfs aandeel, zal moeten gedragen en betaald worden.
En ten anderen, dat ingeval en, bij zoo verre de gedachte, door hem Heer Testateur gelegateerde en bepaalde som mogt te boven gaan: het Een vijfde gedeelte van zijne, na aftrek van alle schulden en lasten legaten en regt van Successie zuiver overschietende nalatenschap, dezelve som zal worden verminderd op en gereduceerd tot het geregte één vijfde gedeelte van zijnem als voren, zuiver overschietende Nalatenschap.
Verklarende de Heer Testateur in het gemelde geval, dat hij zonder eenig wettig afkomeling mogt komen te overlijden, op den last van het gemelde dor hem in dat geval besproken Legaar, en verdere bij de gedachte olographische dispositie reeds besprokene of nader nog te besprekene Legaten, mitsgaders verdere schulden en lasten van zijnen Boedel, en mitsdien in alle de verdere door hem Heer Testateur na te latene, zoo roerende als onroerende goederen, mitsgaders actien, crediten en geregtigden, niets uitgezonderd, tot zine Eenige en algeheele Erfgenamen te noemen en te instituëren, en wel:
Eerstelijk: in het geval dat, op zijn Heer Testateurs konderloos afsterven wettige kind, kinderen of verdere wettige afkomelingen mogt of mogten in het leven zijn van zijne Nichten Jonkvrouwen Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford, of van eene van haar beide, als dan en in dat geval:
Voor de ééne helft van zijn Heer Testateurs zuiver overschietende nalatenschap, gemelde zijne twee Nichten, Jonkvrouwen Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford, te zamen, en bij vóóroverlijden van eene of van beide, ieders wettige descendenten bij repraesentatie in der vóóroverledenes plaats, en die bij de ééne vóóroverledene voor het geheel ontbrekende, alsdan de andere of overgeblevene van dezelve zijn Heer Testateurs twee Nichten, en, bij haar mede vooroverlijden, hare wettige afkomelingen bij plaatsvulling alléén.
En voor de andere of wederhelft van dezelve zijn Heer Testateurs zuivere nalatenschap en wel:
Voor de eene helft in die wederhelft zijn Heer Testateurs Nicht, Vrouwe Cornelia Catharina Hodshon, Echtgenoote van den Heer Mr Willem Baron Röell, en, bij haar vóóroverlijden, hare wettige afkomelingen bij plaatsvulling.
En voor de andere helft in dezelve wederhelft van zijn Heer Testateurs zuivere Nalatenschap, het kind of de gezamentlijke kinderen van zijn Heer Testateurs Nicht, wijlen Vrouwe Agnes Hodshon, in leven Echtgenoote van den Heer Joan Hodshon bij hoofde, en de wettige afkomelingen van vóóroverledene kind of kinderen van dezelve zijn Heer Testateurs Nicht Agnes Hodshon, bij plaatsvulling, welke op zijn Heer Testateurs afsterven zal of zullen in het leven zijn.
Zullende, bij geheel ontbreken van alle de geroepenen tot eene des twee helften van gemelde wederhelft van des Heer Testateurs zuivere Nalatenschap, zoodanige helft accrereeren aan de geroepenen tot de andere helft van dezelve wederhelft.
Doch, ten tweede, in het geval dat op zijn Heer Testateurs kinderloos overlijden, geene wettige kind of kinderen of verdere wettige afkomelingen van gemelde zijne twee Nichten Jonkvrouwen Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford of van eene van haar, mogt of mogten in het leven zijn, in dat geval verklaarde hij Heer Testateur, op den Last hiervoren gemeld, tot zijne eenige en algeheele Erfgenamen te stellen en te instituëren, en wel:
Voor de eene helft zijne genoemde Nicht Vrouwe Cornelia Catharina Hodshon,Echtgenote van den Heer [] Willem Baron Röell en bij haar vóóroverlijden, hare wettige afkomelingen bij plaatsvulling.
En voor de andere of wederhelft het kind of de gezamenlijke kinderen van zijn Heer Testateurs Nicht wijlen Vrouwe Agnes Hodshon, in leven Echtgenoote van den Heer Joan Hodshon, bij hoofden, en de wettige afkomelingen van vóóroverledene kind of kinderen van dezelve zijn Heer Testateurs Nicht Agnes Hodshon, bij plaatvulling, welke op zijn Heer Testateurs afsterven zal of zullen in het leven zijn.
Zullende bij ontbreken van alle de geroepenen tot eene der gemelde twee helften van zijn Heer Testateurs zuivere Nalatenschap, zoodanige helft accresceren aan de geroepenen tot de andere helft.
(accresceren = aanwassen)
Geschiedende echter de voorschrevene, – in het geval van niet aanwezen op zijn Heer testateurs kinderloos afsterven van wettige kind, kinderen of verdere wettige afkomelingen van zijne Nichten Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford, of va eene van dezelve, – gedane erfstelling, niet anders dan onder de navolgende uitdrukkelijke voorwaarden mitsgaders op den Last en onder het bezwaar, te weten:
Eerstelijk, dat, bij de Scheiding en Verdeling van zijn Heer Testateur zuivere nalatenschap, de Eene helft van dezelve zal worden gesteld ter beschikking zijner Erfgenamen, om onder dezelven te worden verdeeld in de verhouding, waarin zij hiervoor geroepen zijn; terwijl uit de wederhelft vooraf zal worden uitbetaald aan zijn Heer Testateurs genoemde twee Nichten Jonkvrouwen Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford, te zamen, en, bij vóóroverlijden van de Eene aan de andere of overgeblevene van beide alléén, in Comptanten, eene Som van Honderd duizend Guldens, Nederlandsch geld, eens, alswelke Som Honderd duizend Guldens, hij Heer Testateur in het onderhavige geval, verklaarde aan dezelve zijne twee Nichten te zamen, of aan de op zijn afsterven in leven zijnde van haar beide allen, uit voorschrevene wederhelft zijner nalatenschap, te maken en te bespreken bij deze; en het, na uitbetaling van gemeld Legaat, overschietende van de gezegde wederhelft van zijn Heer Testateurs zuivere nalatenschap, dadelijk komen en, gedurende het leven van der Testateurs meergenoemde Nichten Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford, en tot op het afsterven van de langst geleefd hebbende van haar beide, verblijven onder de custodie en administratie van de hierna door hem Heer Testateur te benoemen Administrateuren en derzelver Successeuren in Commissie, die verpligt zullen zijn de renten en inkomsten van gemeld door hen geädministreerd wordende Kapitaal, na aftrek van alle lasten en Onkosten, te verantwoorden en uit te keeren aan de genoemde den Heer Testateurs twee Nichten Agnes Clifford en Maria Dorothea Clifford, te zamen, en bij overlijden van de Eene, aan de andere of overgeblevene van haar beide alleen en voor het geheel; als verklarende hij Heer Testateur de zuivere Intressen en inkmsten van de, na aftrek alsvoren, zuiver overschietende wederhelft zijne nalatenschap, te maken en te bespreken aan dezelve zijne tweeNichten, gedurende beider leven, te zamen, en bij overlijden van de Eene, aan de andere of overgeblevene van haar beide alleen en voor het geval, levenslang.
Het regt van Successie ten gevolge van de hiervoren over de wederhelft van de Heer Testateurs zuiver Nalatenschap gemaakte beschikkingen verschuldigd, zal voor het geheel uit het aan Vruchtgebruik onderworpen Kapitaal moeten betaald worden.
Verklarende de Heer Testateur tot Administrateuren van het met Vruchtgebruik belaste gedeelte zijner Nalatenschap te verzoeken en aan te stellen de Heeren Johannes Bernardus Stoop, koopman en Mr Johannes Commelin, Notaris, beide wonende binnen deze stad, gevende en verleenende de Heer Testateur aan de benoemde Heeren Administrateuren en derzelven Opvolgeren in Commissie, alle de, tot de uitvoering van die commissie noodige magt en gezag, en in het bijzonder die van adsumtie en surrogatie, toe het Einde der Commissie toe.
Eindelijk verklaarde de Heer Testateur zoowel in het geval dat hij met, als in het geval dat hij zonder – achterlating van wettige afkomelingen mogt komen te overlijden,e beide gevallen.
Eerstelijk; zonder eenige korting, en alzoo ook geheel vrij van de belasting op het regt van Successie, en alle andere lasten en [], hoe ook genaamd, te legateren en te bespreken, en wel:
Aan den Heer H. T. Amsberg, Ridder van de Militaire Willems Orde, thans Luitenant van de Eerste Klasse bij de Koninklijke Nederlandsche Marine, in Comptanten, eene som van Twintig dizend Guldens, Nederlandsch geld, Eens.
En aan de Diaconie Armen der Hervormde Nederduitsche Gemeente hier ter stede, ter distributie van de Heeren Diakenen van dezelfde gemeente intertijd, in Comptanten, eene Som van Tien duizend Guldens, Nederlandsch geld Eens.
En ten Tweede; Zijne Echtgenoote, Welgemelde Vrouwe Dieuwke Fontein, met en benevens de genoemde Heeren Johannes Bernardus Stoop en Mr Johannes Commelin, te benoemen tot Executrice en Executeurs van Zijne uiterste Wils beschikkingen, tot Directrice en Directeurs van zijn Sterfhuis en begrafenis, en om zijnen Boedel te vereffenen en alles tot liquiditeit te brengen, en zulks met alle de tot uitvoering van die Commissien noodige magt, last en gezag, en alzoo ook in het bijzonder de bezitneming van alle de goederen zijner nalatenschap, gedurende den tijd bij de Wet bepaald, of zoo veel langer als de vereffening van zijnen Boedel en de uitvoering zijner uiterste wils beschikkingen zulks mogt noodzakelijk maken.
Verzoekende de Heer Testateur aan ieder der Heeren Executeurs, welke die Commissie zal hebben aanvaard, als een blijk zijner erkentenis, voor de door hem te nemene moeite wel te willen aannemen eene Som van Vijf duizend Guldens, Nederlandsch geld ééns, welke hij Heer Testateur aan ieder van hen beide, zonder eenige korting en alzoo ook geheel vrij van de belasting op het regt van Successie, verklaarde te maken en te bespreken bij deze.
Ingeval een der twee door den Heer Testateurs benoemde Heeren Executeuren en Administrateuren vóór hem Testateur mogt overleden, en tevens voor hem Heer Testateur op zijn afsterven geen ander in diens plaats benoemd zijn, in dat geval verklaarde hij Heer Testateur [] overgeblevenen Heer Executeur en Administrateur uitdrukkelijk te verzoeken zich, dadelijk na den Heer Testateurs overlijden, eenen tweede, tot mede Executeur, mede Directeur en mede Boedel Redderaar, mitsgaders mede Administrateur te adsumeren, met gelijke magt, en, wat de Executele betreft, onder genot van een gelijk Legaat, als door hem Heer Testateur bij dit zijn testament aan ieder zijner Executeuren is besproken; den alzoo eenig overgeblevene tot gemelde adsumtie bij deze verleenende alle noodige magt.
Vorenstaand Testament is, nadat de Heer Testateur aan mij Notaris zijnen wil zakelijk had opgegeven, door mij Notaris, dienovereenkomstig, in duidelijke bewoordingen eigenhandig geschreven, en als nu, nadat de Heer Testateurs zijnen wil, in presentie der getuigen, nader zakelijk had herhaald, hem, in tegenwoordigheid van dezelfde getuigen, duidelijk voorgelzen.
En heeft de Heer Testateurs, op de daartoe door mij, Notaris, in tegenwoordigheid der getuigen, aan hem uitdrukkelijk gedane afvraging, verklaard, dat het voorgelezene zijnen uitersten wil bevatte, en hij, als nog, daarbij volhardde.
Gedaan en gepasseerd binnen Amsterdam, ten dage en Jare voorschreven, ten Kantore van mij Notaris op de Keizersgracht bij de Molenstraat, in tegenwoordigheid van Jan Hendrik Schmidt en Jan Jacob Mijnssen, beide kantoorbedienden, en mede binnen deze Stad woonachtig, de Eerste op de Vijzelgracht bij de Baangracht Nr 34, en de andere op de Heerengracht over de Bergstraat Nr 378, als getuigen hiertoe verzocht, en ingevoege de Wet bevoegd, die de Minute dezer, nevens den Heer Testateur en mij Notaris, na gedane Voorlezing van alles, hebben Onderteekend.

___________________________________________________________


Testamenten en Huwelijksvoorwaarden Adriaan van der Hoop