13-01-1827 Openbare verkoop door Anna Hoving-Clevering

___________________________________________________________
 
22-12-1826 Groninger Courant 
Naar Anna Hoving-Cleveringa
___________________________________________________________
 

13-01-1827 aktenummer 2815 notaris H. van Bolhuis 

In het jaar achttienhonderd zeventwintig den dertienden van de maand Januari des nademiddags te drie uur ten huize van den deurwaarder Willem Wolthuis te Leens, compareerde voor ons ondergetekende mr Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris, residerende te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, kwartier Appingedam, Provincie Groningen, in tegenwoordigheid der hierna genoemde en mede ondergeteekende getuigen de Heeren 
Bernhard Ida Kiers Muntinghe, medicinae doctor, wonende in de Nieuwe Pekel A en 
Frederik Veith, boekhouder van de Etablissementen der Colonien van Veenhuizen, wonende te Westervelde, 
als gemagtigden van Mevrouw Anna Cleveringa, weduwe van wijlen den Heer oud Fiscaal Mr Willem Hendrik Hoving, eigenaresse, wonende te Groningen, ingevolge onderhandsche procuratie de dato negenden Januarij achttienhonderd zeventwintig, geregistreerd te Onderdendam den tienden Januarij achttienhonderd zeventwintig, deel vijf, folio eenendertig recto Vak twee, ontvangen voor regt en additioneel een gulden een cents bij den ontvanger C. H. van Naersen, hierbij overgegeven om aan deze minute te worden geannexeerd, dewelke verklaarden dat hare constituante had doen publiek maken voornemens te zijn heden, uur en plaats voorschreven te veilen en in dien daar toe termen zijn te verkoopen, de hierna vermelde onroerlijke goederen alle gelegen te Leens, gemeente van dien naam, Kanton Winsum, Kwartier Appingedam, Provincie Groningen, als: 

Numero een. Eene hegt, sterk en modern getimmerde Kapitale Steenen behuisenge geteekend No 1, 
voorzien van diverse beneden – en boven kamers, keuken, kelder, put en regen watersbak met ruime schuur waarin stalling voor paarden en koeijen en meer ander gerijf, benevens de vaste beklemming van diens grond en daarbij behoorende tuin, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen zes gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan Luitje J. Torringa, 
ten oosten de Breekweg, 
ten zuiden de straat en 
ten westen Luitje J. Torringa. 

Numero twee. Eene hegt, sterk en modern getimmerde Kapitale Steenen behuisenge geteekend No 58, met het Zomerhuis, benevens de vaste beklemming van de grond en daarbij behoorende tuin, welke jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur zal doen vier gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan de Straat, 
ten oosten Willem Wolthuis, 
ten zuiden Willem Jakobs Dijkhuis en 
ten westen de straat 

Numero drie. Eene behuisenge geteekend No 98, met de vaste beklemming van diens heem, zullende jaarlijks telkens op midwinter te verschijnen tot vaste huur doen twee gulden 
Zwettende 
ten noorden aan de weg, 
ten oosten de Heer F. R. Cleveringa en Klaas Sebes Zijlstra, 
ten zuiden Willem Jakobs Dijkhuis en 
ten westen de uitvaart van Luitje J. Torringa. 

Numero vier. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde  bunder groenland, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen twaalf gulden vijftig Cents, aan de breekweg gelegen. 
Zwettende 
ten noorden aan het perceel numero vijf, 
ten oosten aan numero zeven, 
ten zuiden den Heer H. A. Middendorp en ten westen de breekweg, 
zijnde bezwaard met de overrede van het perceel numero zeven; wordende thans door den Heer Herman Adriani Middendorp in losse hure gebruikt. 

Numero vijf. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder land, thans bezaaid met garst, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen twaalf gulden vijftig cents, aan de Breekweg gelegen. 
Zwettende 
ten noorden aan den Heer F. R. Cleveringa, 
ten oosten aan numero zes, 
ten zuiden het perceel numero vier en 
ten westen aan de breekweg; 
zijnde bezwaard met de overrede van het perceel numero zes. 
Zijnde thans aan Robert Jakobs Klaver verhuurd om ten halven te bouwen. 

Numero zes. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder bouwland, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen twaalf gulden vijftig cents. 
Zwettende 
ten noorden aan Marcus Mindelts Pootholt, 
ten oosten dezelfde, 
ten zuiden numero zeven en 
ten westen numero vijf; 
hebbende zijn uitvaart over numero vijf naar de breekweg. 
Zijnde aan Robert Jakobs Klaver verhuurd tot den laatsten December dezes jaars voor vijftig gulden, om met aardappelen te bebouwen. 

Numero zeven. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een en een vierde bunder groenland, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen, twaalf gulden vijftig cents. 
Zwettende
ten noorden aan numero zes, 
ten oosten Marcus Pootholt Mindelts, 
ten zuiden numero acht, en 
ten westen numero vier; 
hebbende zijn uitvaart over numero vier naar de breekweg. 
Wordende thans door den Heer Herman Adriani Middendorp in losse hure gebruikt. 

Numero acht. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer drie vierde bunder groen land, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen Zeven gulden vijftig Cents. 
Zwettende 
ten noorden aan het perceel numero zeven, 
ten oosten aan Luitje J. Torringa, 
ten zuiden numero negen en 
ten westen de Heer Herman Adriani Middendorp; 
hebbende zijn uitvaart over de perceelen numero negen en numero tien bijlangs het perceel numero zeventien, naar de straat. Wordende thans door Roelf Sikkens in losse hure gebruikt. 

Numero negen. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een bunder land, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen tien gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan numero acht, 
ten oosten Luitje J. Torringa, 
ten zuiden numero tien en 
ten westen aan den Heer H. A. Middendorp; 
zijnde bezwaard met de overrede van numero acht en hebbende zijn overvaart over numero tien bijlangs het perceel numero zeventien naar de straat, wordende thans door Geert Reurts Kooij in losse hure gebruikt. 

Numero tien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer drie vierde  bunder groenland met de uitvaart naar de straat, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen zeven gulden vijftig cents. 
Zwettende 
ten noorden aan numero negen, 
ten oosten aan Luitje J. Torringa, 
ten zuiden het perceel numero zeventien (de noorder tuin genaamd) en de straat en 
ten westen den Heer H. A. Middendorp en Tjipke Laurens Lion; 
zijnde bezwaard met de overreden van de perceelen numero acht en numero negen, 
wordende thans door Lammert Elles Ellens in losse hure gebruikt. 

Numero elf. De vaste en altoos durende beklemming van ongeveer twee bunders groenland in twee stukken, doende jaarlijks op Midwinter tot huur aan de pastorij van Leens vierentwintig gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan de weg, 
ten oosten Lammert E. Ellens, 
ten zuiden Luitje J. Torringa en het perceel numero twaalf en 
ten westen onderscheidene heemsteden. 
Wordende thans door Ties Andries Huizenga in losse hure gebruikt. 
Zijnde dit bezwaard met eene overrede van het huis en heem, thans door Ties Andries Huizenga worden bezeten. 

Numero twaalf. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een half 
bunder groenland, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen vijf  gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan het perceel numero elf, 
ten oosten Luitje J. Torringa, 
ten zuiden numero dertien en 
ten westen aan het perceel numero achttien (de Zuider tuin genaamd) 
hebbende zijn overvaart over het perceel numero veertien, naar de weg. 

Numero dertien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een bunder groen land, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen tien gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan numero twaalf en Luitje J. Torringa, 
ten oosten aan Luitje J. Torringa, 
ten zuiden aan de hellenster weg, en 
ten westen aan het perceel numero veertien, 
zullende zijn uitvaart hebben naar de hellenster weg, en tot dat einde aldaar een dam met een pomp in dezelve mogen leggen en behoorlijk moeten onderhouden, om geene verhindering aan de afwatering aan andere landen toe te brengen. 

Numero veertien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een half bunder groen land, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen vijf  gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan de Zoogenaamde Zuider tuin, 
ten oosten het voorgaande perceel, 
ten zuiden de hellenster weg en 
ten westen de weg; 
zijnde bezwaard met de overrede dan het perceel numero twaalf. 

Numero vijftien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een bunder groenland, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen tien gulden, in de Valge gelegen, 
Zwettende 
ten noorden aan Rembt Knooihuizen en Lammert Ellens, 
ten oosten de Wedu H. Warendorp, 
ten zuiden het perceel numero zestien en 
ten westen Luitje J. Torringa; 
zijnde bezwaard met de overrede van ongeveer een bunder land, toebehorende aan de Wedu H. Warendorp, alsmede van het perceel numero zestien. 
Wordende thans door Harm Roberts Klaver in losse hure gebruikt. 

Numero zestien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van ongeveer een bunder Groenland, zullende jaarlijks telkens op Midwinter te verschijnen tot vaste huur doen, tien gulden, in de Valge gelegen. 
Zwettende 
ten Noorden aan het perceel numero vijftien en de Wedu H. Warendorp, 
ten oosten Luitje J. Torringa en Jan Jans Jansse, 
ten zuiden Luitje J. Torringa en 
ten westen wederom Luitje J. Torringa; 
hebbende zijn uitvaart over nummers vijftien naar de weg. 
Wordende thans door Tjipke Rennes Huizinga in losse  huren gebruikt. 

Numero zeventien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van een tuin of appelhof (de noorder tuin genaamd) benevens de daarin zijnde duiventil en Zomerhuis, met de vrijheid om op dit perceel te mogen huizen; zullende jaarlijks telkens op midwinter te verschijnen tot vaste huur doen vijf gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan het perceel numero tien, 
ten oosten Lubbert Bulthuis, 
ten zuiden de weg en 
ten westen numero tien. 

Numero achttien. De vaste altoos durende en onopzegbare beklemming van een tuin of appelhof (de zuider tuin genaamd) met de vrijheid om hierop te mogen huizen, zullende jaarlijks telkens op midwinter te verschijnen tot vaste huur doen vijf gulden. 
Zwettende 
ten noorden aan de Erven Klaas Haaijes en Aries Onnes van der Borg, 
ten oosten numero twaalf 
ten zuiden numero veertien, en 
ten westen de weg. 

Numero negentien. De vaste altoosdurende en onopzegbare beklemming van ongeveer een half bunder land, zullende jaarlijks telkens op midwinter te verschijnen tot vaste huur doen vijf gulden, wordende thans bij den Heer F. R. Cleveringa in losse huur gebruikt ’s jaars voor acht gulden, mede te Leens gelegen onverscheiden in ongeveer drie vierde bunder land welke zijn 
bezwet 
ten noorden aan Marcus Pootholt Mindelts, 
ten oosten de Wedu Enne Geerts Tammens, 
ten zuiden Jan Jans Jansse en 
ten westen het Kosterijland van Leens; 
hebbende zijn uitvaart over het land van Jan Jans Jansse en van Johannes Verdenius naar de Valge weg. 

Numero twintig. De eigendom van de grond en tuin bij numero een behoorende, welke jaarlijks op Midwinter tot huur zal doen zes gulden.

Numero eenëntwintig. De eigendom van de grond en tuin bij numero twee behoorende, welke jaarlijks op Midwinter tot huur zal doen vier gulden. 

Numero tweeëntwintig. De eigendom van de grond en tuin bij numero drie behoorende, welke jaarlijks op Midwinter tot huur zal doen twee gulden. 

Numero drieëntwintig. De eigendom van de tuin of appelhof (de noorder tuin genaamd) welke jaarlijks op Midwinter tot huur zal doen vijf gulden. 

Numero vierëntwintig. De eigendom van de tuin of appelhof (de zuider tuin genaamd) welke jaarlijks op Midwinter tot huur zal doen vijf gulden. 

Numero vijfëntwintig. De eigendom van een behuisd heem gelegen te Leens bij Ties Adries Huizenga en vrouw onder beklemming in gebruik ’s jaars voor vier gulden vijftig cents. 

Numero zesentwintig. De eigendom van een dito mede aldaar bij Klaas Willems en vrouw onder beklemming in gebruik ’s jaars voor een gulden vijftig centen. 

Numero zevenentwintig. De eigendom van van een dito mede aldaar, bij Lubbert Bulthuis en vrouw onder beklemming in gebruik ’s jaars voor vier gulden. 

Numero achtëntwintig. De eigendom van een dito, mede aldaar, bij Hilje Wessels onder beklemming in gebruik ’s jaars voor twee gulden. 

Numero negenentwintig. De eigendom van een dito, mede aldaar, bij Boele Harmannus Zeilinga en vrouw onder beklemming in gebruik ’s jaars voor twee gulden. 

Tot verkoop waarvan de comparanten qq hebben opgegeven de volgende Conditien welke wij nevens den aanvang van dit procesverbaal in tegenwoordigheid der hiernagenoemde en mede ondergeteekende getuigen aan de te zamen gekomen gegadigden hebben voorgelezen. 

Artikel een. Voorschreven goederen worden verkocht, zoo als dezelve ten dage van verkoop worden bevonden, ook zoo groot en klein, goed en kwaad als hun einders en zwetten zijn gelegen, zonder wegens onder of overmaat of misstelling van zwetten, aanspraakbaar te zijn, noch verpligt te kunnen worden voor zoo verre de eigendommen belangt, zwetten dies wegens op te geven, waarop de gegadigden zich zelven kunnen informeren. Wijders alles met alle lusten, lasten, servituten en zwarigheden, zoo van voetpaden en overreden als anders daarop liggende, voorts zoo wel met alle extra ordinaire als ordinaire lasten, zigtbare of onzigtbare, tegenwoordige of toekomende, genoemde of ongenoemde, land of plaatselijke, zonder eenige uitzondering, invoegen dezelve door verkopersche bezeten en verdedigd kunnen worden. Evenwel zullen geene losse goederen hoe ook genaamd in den verkoop zijn begrepen dan alleen in de behuizingen de losse breden met de tijlings in de bedsteden en bij de landerijen de daarvoor aanwezige schutten en wringen, zoo dezelve niet aan de huurders toebehooren. 
Artikel twee. De beklemde meijeren der thans geconstitueerde beklemmingen van numero een, numero twee, numero drie, numero vier, numero vijf, numero zes, numero zeven, numero acht, numero negen, numero tien, numero twaalf, numero dertien, numero veertien, numero vijftien, numero zestien, numero zeventien, numero achttien, en numero negentien, zullen jaarlijks telkens op midwinter te verschijnen en wel voor het eerst op midwinter achttien honderd zeventwintig en zoo vervolgens ieder jaar aan de eigenaren ter woonstede van dezelve (mits dezelve in deze Provincie woonachtig zijn) boven alle lasten in het eerste artikel vermeld welke ten allen tijde tn laste van de beklemde meijeren zullen verblijven, in goed gangbaar geld, Nederlandsche muntspeciën, moeten betalen de gefixeerde huur, invoegen bij elk perceel staat uitgedrukt; welke huur nimmer of om eenige reden zal kunnen worden verhoogd of verlaagd; gelijk ook de beklemde meijeren voor altijd vrij zijn zullen van zesjarig geschenk, en zullende beklemmingen bij de meijeren als vast en onopzegbaar worden bezeten, zoo wel in de tijd als op en deelgaande lienie vererven, en tevens het regt hebben om de landerijen naar hun welgevallen te mogen bouwen  of groen gebruiken. In cas van verkoop of ander overdracht dezer beklemminge, zal door af en aangaande meijer ieder een jaar huur, tot geschenk voor de uit en inboeken, aan de eigenaren, worden voldaan; als mede in geval van trouwen of hertrouwen, erf en versterf in de op en neergaande linien, zal een jaar huur tot geschenk worden betaald, terwijl bij vererving in de zijdlinie de eigenaren twee jaren huur tot geschenk zullen genieten. Evenwel zullen dezelve niet gehouden zijn, maar als een meijer, of man en vrouw te zamen te boek te brengen, ten zij deze beklemmingen mogten vererven op minderjarigen, of meerderjarigen en minderjarigen te zamen, wanneer eerst de gezamenlijke erfgenamen tot aan de meerderjarigheid van de jongste deerzelven, en daarna of eerder de beklemming in eene hand zal gekomen zijn, een va hun zich bij de eigenaren zal moeten laten in boeken; wederom onder betaling van een jaar huur tot geschenk. 
Artikel drie. De aanvaarding zal plaats moeten hebben van de percelen numero een, numero twee en numero drie op die eersten Mei dezes jaars, terwijl de aanvaarding der overige perceelen zal plaats hebben op den twaalfden Maart aanstaande, doch de koopers van de perceelen numero vier, numero vijf, numero zes, numero zeven, numero acht, numero negen, numero tien, numero elf, numero vijftien en numero zestien, zullen de tegenwoordige huurders in hunne huurjaren moeten laten continueren, waarvan de huur welke op den eersten November achttien honderd Zeventwintig en vervolgens komt te verschijnen ten voordeele van de koopers zal komen, alles overeenkomstig het procesverbaal van verhuring dienaangaande opgemaakt en gepasseerd voor mr Hendrik van Bolhuis, openbaar notaris residerende te Leens in presentie van getuigen den vijfentwintigsten Februarij achttien honderd zesentwintig, behoorlijk geregistreerd en ten fine van visie voor de gegadigden berustende ten Kantore van den notaris die over deze verkoop staat, in welke regten en verpligtingen van de verkoopersche de koopers optreden, speciaal ook in het regt en de verpligting daarbij vermeld in art. 3, luidende „De verhuurder behoudt echter aan zich de vrijheid ook ieder jaar de huur te kunnen doen eindigen, mits daarvan voor primo Januarij schriftelijk aan de huurders kennis gevende en onder voldoening van een half jaar huur tot schadeloosstelling.” 
Voorts zal de kooper van het perceel numero vijf, de tegenwoordige gebruiker Robert Jakobs Klaver  aan wien dit perceel voor het jaar achttien honderd zeventwintig is uitgedaan onder beding om de daarvan afkomende vrucht met de verhuurdersche om de helft te deelen, moeten laten continueren en de kooper optreden in de regten en verpligtingen van de verkoopersche, zoo ten aanzien van dit perceel als ook van de perceelen numero zes en numero negentien. 
Artikel vier. Te rekenen vanaf den eersten Januarij achttienhonderd zeventwintig zullen de koopers verpligt zijn te dragen en te betalen alle grond en verdere lasten op voorschreven perceelen liggende en ieder voor zoo ver zijn gekochtte betreft zorgen, dat die perceelen op hunne namen respectievelijk op de registers worden overgebracht. 
Artikel vijf. De betaling der kooppenningen zal moeten geschieden in klinkende muntspecie en wel in twee egale termijnen op den eersten Mei achttienhonderd zeventwintig en den eersten Mei achttienhonderd achtentwintig; echter zullende koopers van de perceelen numero een en numero twee, des verkiezende en waaromtrent zij zich voor primo Januarij achttienhonderd achtentwintig schriftelijk zullen moeten declareren, het laatste termijn kooppenningen over het verkochtte kunnen blijven behouden tegen vijf procento interest jaarlijks, eerste maal te verschijnen op den eersten Mei achttienhonderd negentwintig en vervolgens ieder jaar op den zelfden datum, heen ter tijd die kooppenningen ten vollen zullen zijn betaald, welke betaling ook ieder jaar op den verschijndag der interest zal kunnen en moeten gedaan worden in klinkende gangbare Nederlandsche muntspecie, wanneer van de een of ander zijde drie maanden bevorens behoorlijke opzage of aanzegging zij geschied, zullende in alle gevallen de kosten der opzage ten laste van de debiteur gebragt worden. 
Artikel zes. Tot aan den dag der volledige betaling, blijven de verkochte goederen, speciaal ten behoeve van verkoopersche verbonden, bij privilegie ten dien einde expresselijk voorbehouden; niet te min zullen de koopers ook nog verpligt zijn bij de finale toeslag, des gevraagd wordende, ten genoegen van verkoopersche, zelfschuldige borge te stellen, bij gebreke waarvan die geene die daaraan dadelijk niet kan voldoen, gerekend zal worden niet te hebben geboden en alzoo elk bieder gehouden wordt afstand te doen van de magt bij artikel 1590 van het Burgerlijk Wetboek verleend, aan den geenen  die beloofd heeft te koopen, zullende zich over zulks geen bieder van zijn bot kunnen ontslagen, door teruggave van het dubbeld strijkgeld. 
Artikel zeven. Nagedane volledige betaling zullende gequiteerde grossen, voor zoo verre tot ieder perceel betrekkelijk aan de koopers worden overgedragen. 
Artikel acht. De koopers zullen verpligt zijn om binnen veertien dagen na den finalen toeslag ten kantore van den notaris te voldoen de kosten van verkoop wegens bekendmaking in de Couranten en aanslag biljetten begroot op dertig gulden; voorts de kosten van registratie, zegels, grosse en expeditie met die van overschrijving en uitveilen, benevens het honorarium van den notaris, alles prorato van een ieders gekochtte, zonder van het een of ander iets aan den Koopprijs te kunnen korten; blijvende de strijk en bot gelden met de verteering welke ten dage van veiling vanwege de verkoopersche gemakt wordt voor haar rekening. 
Artikel negen. De voorschreven perceelen zullen eerst ieder afzonderlijk te koop gepresenteerd worden, naar de orde in welke derzelve hiervoren vermeld staan. Daarna behoudt de verkoopersche aan zich de vrijheid, om de veilingen nog zoo dikwijls en op zoodanige voet en wijze te houden, als haar zal goeddunken, en zoodanigen van de bovengemelde perceelen te zamen te trekken en in eene massa te presenteren, als zij zal goedvinden, en zulks tot aan den finalen toeslag van het laatste perceel toe; echter zonder dat de bieders op ieder afzonderlijk perceel, door een hogere bot op de te zamen getrokkene perceelen van hunne botten en verpligtingen ontslagen zullen zijn, op ieder afzonderlijk perceel, en met volledige vrijheid aan zijde der verkoopersche, om des niet tegenstaande gemelde perceelen in te houden, of den finalen toeslag, het zij van een, het zij van meerdere van dezelve, of aan de te zamen getrokkene in eene massa, aan de respectieve hoogste bieders te gunnen. 
Artikel tien. Na afloop der laatste uitveiling behoudt de verkoopersche aan zich den tijd van beraad, voor het verleenen of weigeren van den finalen toeslag tot op den vijftienden Januarij achttienhonderd zeventwintig, als wanneer de verkoopersche des avonds te zeven uren, ten huize van veiling aan de respective bieders zich zal declareeren, of zij de gepresenteerde goederen of een gedeelte van derzelve voor de gebodene sommen wil toeslagen of intrekken – En zelfs zal de verkoopersche wanneer een of ander bieder na afloop der laatste veiling, namelijk, voor het procesverbaal ondertekend te hebben, zich mogte verwijderen, zoo als ook wanneer hij in gebreke blijft te compareren op tijd en plaats tot het verleenen of weigeren van den finalen toeslag boven bepaald kunnen volstaan aan zodanigen afwezigen bieder ten zijnen koste bij deurwaarders exploit, binnen veertien dagen na dato insinuatie te doen van gedane intrekking of van gegeven toeslag op dat hij daarvan geene onwetenheid kunne of moge voorwenden. 

Hierna requireerden de comparanten tot de veiling en verkoop over te gaan en na dat als toen diverse veilingen en opbiedingen hadden plaats gehad, is eindelijk van 

het perceel numero een hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van twee duizend twee honderd vijf en veertig gulden den Heer Herman Adriani Middendorp, medicinae doctor wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en daar bij gedeclareerd dit bot mede namens deszelfs echtgenoote Mejuffrouw Ella Catharina Cleveringa gedaan te hebben, waar op hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[H Adriani Middendorp] 

Vervolgens zijn de perceelen numero vier, numero vijf, numero zes en numero zeven in massa gepresenteerd waarvan hoogst bieder is geweest en tot kooper verklaard voor de som van tweeduizend tee honderd vijf en vijftig gulden den Heer Herman Adriani Middendorp, medicinae doctor wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en daar bij gedeclareerd dit bot mede namens deszelfs echtgenoote Mejuffrouw Ella Catharina Cleveringa gedaan te hebben, waar op hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[H Adriani Middendorp] 

Daarna zijn de perceelen numero acht, numero negen, numero tien en numero zeventien in massa gepresenteerd waarvan hoogste bieder is geweest en tot kooper verklaard voor de sum van een duizend acht honderd en zestig gulden Lammert Elles Ellens, broodbakker, wonende te Leens die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dat bot mede namens deszelfs echtgenote Grietje Alderts gedaan te hebben waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[L. E. Ellens] 

Van het perceel numero twee is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van eenduizend een honderd en dertig gulden Oewe Pieters van Duinen, buiten beroep, wonende te Leens ter zake van emancipatie ten dezen zoo ver noodig gesterkt met des zelfs curator Pieter Oewes van Duinen, herbergier, wonende te Leens die zulks heeft aangenomen en daarbj gedeclareerd dit bot voor zich zelve gedaan te hebben, waarop hij dadelijk in contante penningen aan de verkooperen qq heeft toe geteld het eerste termijn kooppenningen ter sum van vijfhonderd vijf en zestig gulden, dewelke zulks hebben naar zich genomen voor het eerste termijn alzoo bij dezen quiterende en nevens de kooper met des zelfs curator na voorlezing hier ter plaatse geteekend. 
[O. P. van Duinen P. O. van Duinen BJ Kiers Muntinghe F. Veith] 

Van het perceel numero drie is tot kooper verklaard voor de sum van eenhonderd vijf en zestig gulden Luitje Jannes Torringa, landbouwer, wonende te Leens die zulks heeft aangenomen en na voorlezing geteekend. 
[L: J: Torringa] 

Van numero twaalf is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van vier honderd vijf en twintig gulden Jan Jans Rijtema, koopman, wonende te Ulrum, die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dit bot mede namens zijn echtgenote Elizabeth Lubberts Kuipers gedaan te hebben, waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[J J Rijtema] 

Van het perceel numero elf is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van eenduizend vijfentwintig gulden Ties Andries Huizenga, landgebruiker, wonende te Leens, die zulks  heeft aangenomen en gedeclareerd dit bot mede namens zijn echtgenote Geertje Arijs van Weerden  gedaan te hebben en heeft zich hiervoor als zelfschuldige borge ingelaten Andries Pieters Huizenga, rentenier, wonende te Leens, waarna kooper en borge na voorlezing hier ter plaatse hebben  geteekend. 
[T A Huizenga A P Huizenga] 

Van het perceel numero dertien is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van vijf honderd en tien gulden Roelf Jans Sikkens, broodbakker, wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en daarbij  gedeclareerd dit bot mede gedaan te hebben namens deszelfs echtgenote  Auktje Douwes Antuma, waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[R J Sikkens] 

Van het perceel numero veertien is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van vierhonderd en dertig gulden Jan Jans Rijtema, koopman, wonende te Ulrum, die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dit bot mede gedaan te hebben namens deszelfs echtgenote Elizabeth Lubberts Kuipers, waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[J: J Rijtema] 

Van het perceel numero vijftien is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van vier honderd vijfentwintig gulden Boele Harmannus Zeilinga, verwer, wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en gedeclareerd, dit bot mede namens deszelfs echtgenote Jantje Klasen Borgman gedaan te hebben; voorts is hierbij gecompareerd den Heer Frederikus Rudolphus Cleveringa, rentenier, wonende te Leens, dewelke verklaarde tot securiteit tot de verkooperen qq zich te stellen als zelfstandige borge voor de kooper, waarop zij beide na voorlezing hier ter plaatse hebben geteekend. 
[B H Zeilenga F R Cleveringa] 

Van het perceel numero zestien is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van vierhonderd vijfentwintig gulden Tjipke Rennes Huizenga, landgebruiker, wonende te Leens die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dit bot mede namens deszelfs echtgenote Grietje Ebels Nanninga gedaan te hebben en heeft zich hiervoor als zelfschuldige borge ingelaten Rieuwert Arends Blink, landbouwer, wonende te Leens waarop zij beide na voorlezing hier ter plaatse hebben  geteekend. 
[Tjepke R Huisinga R A Blink]  

Van het perceel numero achttien is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van een honderd en zestig gulden den Heer Herman Adriani Middendorp, medicinae doctor te Leens, die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dit bot mede namens deszelfs echtgenote Ella Catharina Cleveringa gedaan te hebben, waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend 
[H Adriani Middendorp] 

Van het perceel numero negentien is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van twee honderd en dertig gulden den Heer Frederikus Rudolphus Cleveringa, rentenier, wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en daarbij gedeclareerd dit bot mede namens deszelfs echtgenote Rika Maria van der Leij gedaan te hebben, waarop hij na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend 
[F R Cleveringa] 

Van het perceel numero twintig is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de som van eenhonderd vijf en vijftig gulden Here Bernardus Bot, timmerman, wonende te Warfhuizen, welke na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. Na vooraf te hebben gedeclareerd dat het bot in commissie gedaan te hebben voor die Heer Herman Adriani Middendorp, medicina docter, wonende te Leens, hier tegenwoordig, sulks erkennende en mede dit onderteeekend. 
[H B Bot H Adriani Middendorp]    

Het perceel numero eenëntwintig waar voor geboden is een honderd en tien gulden hebbende requiranten ingetrokken. 

Van het perceel numero tweeentwintig is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum ad veertig gulden Luitje Jannes Torringa, landbouwer te Leens, die na voorlezing heeft geteekend. 
[L: J: Torringa] 

Van de perceelen numero drieentwintig, numero vieren twintig en numero vijfentwintig is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van drie honderd en zestig gulden den HoogwelGeboren Heer Jonkheer Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, eigenaar wonende op den huize Borgweer te Wehe, die zulks heeft aangenomen en na voorlezing hier ter plaatse geteekend. 
[E. T. van Starkenborgh Stachouwer] 

Aan de perceelen numero zesentwintig en numero achtentwintig is in massa hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van twee en zeventig gulden Klaas Jas Beukema, buiten beroep, wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en hier na voorlezing geteekend. 
[K: J Beukema] 

Van het perceel numero zeventwintig is hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum  van eenhonderd gulden Jan Gerrits Rijkens, schoolmeester, wonende te Wehe, die na voorlezing heeft getekend. 
[J: G Rijkens] 

Van het perceel numero negentwintig, hoogste bieder geweest en tot kooper verklaard voor de sum van tweeenveertig gulden Boele Harmannus Zeilenga, verwer, wonende te Leens, die zulks heeft aangenomen en na voorlezing hier ter plaatse heeft geteekend. 
[B H Zeilenga] 

Van al het welk dit procesverbaal is opgemaakt en voorgelezen. 
Gedaan en gepasseerd op plaats, dag, maand en jaar voorschreven, in tegenwoordigheid van Jan Jans Janse, landbouwer, wonende te Leens en van Arijs Onnes van de Borg, veldwagter, wonende te Wehe, als getuigen ten dezen verzocht, die dit nevens de requiranten qq met ons notaris hebben onderteekend. 

___________________________________________________________

Naar Herman Adriani Middendorp en Ella Catharina Cleveringa
Naar 14-12-1835 Openbare verkoop registergoederen nalatenschap Middendorp-Cleveringa