___________________________________________________________ |
13-01-1779 Verdeling nalatenschap Jan Pieters Vork x Grietje Jans middels verkoop:
Verkoper: Pieter Jans Vork, Jacob Jans Vork en Pauwel Vork
Koper: Jan Jans Vork
___________________________________________________________ |
Henricus Cleveringa wegens de Adelijke Huisen van Wehe en Leens Geconstitueerde Rigter van Wehe cum annexis etc: Certificere dat personelijk voor mij zijn gecompareert de E Pieter Jans Vork en Trijntje Jacobs Ehelieden en de E Jacob Jans Vork voor hun selfs benevens de E Eje Frijdes als voormond Willem Cornellis sibbe en Melle Pieters vreemde voogden over Pauwel Jans Vork en wijlen Grietje sijnde onmondige soon van wijlen Jan Pieters Vork en wijlen Grietje Jans in leven Ehelieden op Zuirdijk, zijnde de voorstanders tot desen geauthoriseert bij apostille van het EE Gerigte van Wehe en Zuirdijk in dato den 7 Febr 1778 bij desen gesien en gelesen. Dewelke bekenden en beleden onherroepelijk verkogt geconiedeert en afgestaan te hebben aan hun broeder Jan Jans Vork, waar voor desselfs gestelde Curatoren Jan Jacobs Bos en Jan Cornellis als tot desen bij apostille van heden geaucthoriseert mede Compareerden en in Coop accepteerden,
hun verkopers partien van de mandelige ouderlijke boerenplaats op Zuirdijk staande op de grond van Harm Lammerts en vrouw van Vliedorp, met al wat daar aan aard spijker en nagelvast is, voorts steen pannen vermuirt en onvermuirt, Dak, deuren, vensters, schutten Wringen balkholt, en de mis, ook de uitgesaaijde boute, en verdere gewassen soo op heem en land zijn staande, alles in voegen hetselve op hun met de Koper voor t geheel gezamentlijk door het overlijden van hun ouderen Jan Pieters Vork en Grietje Jans is aangeërft, met nog van het regt der vaste en altoosduirende beklemminge van vier en vijftig en een half Jukken Land, in soo verre deselve volgens versegelde beklembrief door de Landeijgenaeren Harm Lammerts en vrouw in dato den 4 Decembr 1778 kan worden verdedigt, op welke Landerijen het Huis is staande, voorts met al diens vrij en Geregtigheden, ook servituten lasten en swarigheden soo groot en klein goet en quaat als deselve in eijnden en swetten worden bevonden en door de Coper dit alles is aangevaardet. Doende dese Landerijen jaarlijx tot een vaste huire in genere de Summa van Een Hondert en sestig Car: Gulden.
Dit alles was alsoo op den 7 Febr 1778 aan den Coper, als zijnde toen nog Compos Mentis, verkogt en de gehele weerde van al dit verkogte gerekent op een summa van Drie Duisend en Vijf Hondert en Veertijn Car: Gulden, van welke 3514 Gulden de koper zijn aandeel zijnde drie agtste portien van t geheel ter summa 1317,15: zijnde afgetrokken soo was gebleken dat de Koper aan verkoperen voor hunne portien moest betalen Twee Duisend Een Hondert ses en t Negentig Car: Gl: 5 st& Welke 2196 gl: 5 st& ook de Coper had aangenomen in drie termijnen te betalen als op 1mo Maij 1778 de geregte halfscheit ter Summa Een Duisend Agt en t Negentig Car: Guld: twee stuiv: vier duiten en op 1mis Maij 549 Car: Gl: 1 st& 2 duiten telkens, Waar mede als dan ’t gehele coopschat zou zijn betaalt, welke koop des copers curatoren mits desen beleden te homologeren, en van de verschenene en onbetaalde coopschatspenningen interessen ex mora of huire in plaats van rente na 4 procents over het jaar gerekent beloofden te betalen, en sich dien aangaande sonder opsaege ter eerster instanntie aan de parate reale executie jeder ogenblik onverjaard aanspraakbaar te stellen voorts blijft dit verkogte aan de verkoper eijgen en onverlaten ter tijd den laasten penning ten vollen sal zijn voldaan en betaalt. Waar voor boven dien de meergemelte curatoren des kopers in qlte gelijk de verkoperen voor de vrije en onbeswaarde leverantie elkanderen wederzijds pro portionibus haereditaeies ten onderpand stelden alle hun of qq hebbende en verkrijgende soo vaste als losse goederen geene exemt. Submitterende sich wederzijds wegens dit alles aan alle Hoge en Lage Regten en Gerigten, en diens parate reäle executie met afstand van alle tegenstrijdige exceptien. In oirkonde der waarheid, en tot vestenisse deses, heb ik Rigter opgemelt, desen op der Comparanten versoek en belijeng met mijn gewoon Zegul en Naams Subscriptie gecorroboreert, in t Jaar onses HEEREN 1700 Negen en Seventig op den Dertijnden Januarii 1779.
(was getekent) H: Cleveringa Rigter
___________________________________________________________ |
Pieter Jans Vork, landbouwer op de boerenplaats “De Wyrde” (Tuinsterwierde), later deeluitmakend van de boerderij “’t Ploatske”, Wierde 15 te Leens, * ?, † 1779 x 1769 Trijntje Jacobs Bos
Jacob Jans Vork, landbouwer “Achterbörg”, Schaapweg 1, Leens, † 14-05-1809 Leens, 64 jaar x Duurke Derks (Cleveringa), * 10-04-1765 Eenrum, † 01-01-1823 Leens, Leens, 57 jaar
Blijkbaar was Jan Jans Vork onder curatele gesteld zijn er zijn geen verdere gegevens van hem bekend
Ook van Pauwel Jans Vork zijn geen verdere gegevens bekend.
___________________________________________________________ |

19-01-1779 Groninger Courant
JAN JACOBS BOS en JAN CORNELIS als Curatoren over JAN JANS VORK, geven door deezen aan de gegadigden kennis dat op Vrydag avond den 22 Januari 1779, met Consent en Authorisatie van het E. E. Gerigte van Wehe en Zuurdyk, publyk by Strykgeld ten Regthuise van Wehe, gedenken te Verkoopen, de ouderlyke Boeren Plaatse van Jan Jans Vork, met de vaste Beklemminge van 54 ½ Juk Land in name, en plus minus 3 Juk Beklemt Kerke Land, alles staande en geleegen te Zuurdyk, waar van de Conditien drie dagen bevoorens ten Regthuize aldaar zullen knnnen worden gezien.
___________________________________________________________
07-10-1785 Groninger Courant
Er vermist een JONGMAN oud 35 Jaar, volslagen van Aangezigt bruin van Wesen, met flok swartagtig Haair, anhebbende een donker groen Camizool, een Bomezyne Broek en Laarsen, genaamt JAN JANS VORK die dezelve kan aanwyzen of te regte brengt by Cornelis Willems op Suurdyk zal een vereeringe hebben.
___________________________________________________________ |
Naar Boerderij Huizingheem