___________________________________________________________ |
11-06-1819 Huwelijksvoorwaarden, notaris H. van Bolhuis, akte 1108
Voor Ons Ondergetekende Mr Hendrik van Bolhuis, Openbaar Notaris residerende te Winsum hoofdplaats van het Canton van dien naam District Appingedam Provincie Groningen in tegenwoordigheid der hiernagenoemde en mede ondergetekende getuigen compareerde
den Heer Herman Adriani Middendorp Medicinae Doctor wonende te Leens meerderjarige zoon oud agt en twintig jaren van wijlen den Heer Martinus Middendorp in leven Predikant en wijlen Mejuffrouw Wobbina Arendina Adriani egtelieden gewoond hebbende te Colham,
handelend hij comparant voor zich zelven en in zijn eigen naam als bruidegom, ter eene zijde.
En Mejuffer Ella Catharina Cleveringa zonder bepaald beroep wonende te Leens meerderjarige dogter oud zeven twintig jaren, van den Heer Rudolphus Cleveringa Olieslager wonende te Leens en wijlen deszelfs echtgenote Anna Margarietha Mees bij hem in hebbende gewoond, handelende zij comparante mede voor haar zelven en in haar eigen naam, met toestemming en goedkeuring van haren vader genoemd en erbij tegenwoordig, als bruid ter andere zijde; zijnde de comparanten aan ons notaris en de getuigen wel bekend welke nopens de burgerlijke bedingen en voorwaarden van het voorgenomen huwelijk tusschen den Heer Herman Adriani Middendorp en Mejuffrouw Ella Catharina Cleveringa beide genoemd, zijn overeengekomen op volgende artikelen:
Artikel een. De aanstaande echtgenoten hebben verklaard te willen huwen buiten gemeenschap van alle hunne wederzijdsche hebbende zoo losse als vaste goederen welke bij erfopvolging, giften, legaten als anders aan de wederzijdsche aanstaande echtgenoten mogten opkomen, alleen winst en verlies staande huwelijk voorvallende zal zijn gemeen half en half.
Artikel twee. De aanstaande echtgenoten hebben verklaard, dat de tegenwoordige goederen van de bruidegom bestaan in zijne ouderlijke nalatenschappen, welke tot hiertoe nog oncerdeeld worden bezeten met deszelfs mede erfgenamen van hun, en de tegenwoordige goederen van de bruid in hare moederlijke nalatenschap, mede tot hiertoe nog onverdeeld en door haren vader wordende bezeten.
Artikel drie. De bruidegom voor de bruid of de bruid voor de bruidegom komende te overlijden als dan schenkt de eerst verstervende aan de langstlevende, in geval geen kind of kinderen uit het aanstaande huwelijk verwekt wordende, bij een van beider ouderen dood in leven zijn, ’t zij dezelven er geweest zijn of niet, het vrugtgebruik van des eerst overledenes geheele nalatenschap zonder eenige uitzondering, welk vrugtgebruik in cas de langstlevende een volgend huwelijk te mogt aangaan op de halfscheid zal verminderd worden, alsmede wanneer bij het overlijden van de eerst verstervende kind of kinderen in leven zijn zal de langstlevende insgelijks genieten levenslang het vrugtgebruik der halfscheid van den eerst overledenes geheele nalatenschap zonder eenige uitzondering, en alles zonder verpligting om borg voor vermindering te stellen, alleen om een goeden en deugdelijken Inventaris te doen opmaken en overgeven.
Op deze wijze is alles tusschen partijen overeengekomen en vastgesteld, en zijn de schenkingen hierbij gedaan over en weder aangenomen geworden.
Van al het welke de acte is opgemaakt en voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd te Leens ten huize van den Heer Rudolphus Cleveringa opgemeld op den elfden Junij achttien hondert negentien in tegenwoordigheid van Lammert Elles Ellens broodbakker wonende te Leens en Enne Pieters Tillema kuiper mede te Leens woonagtig als getuigen ten dezen verzogt, die deze nevens de Comparanten bruidegom, bruid, en bruids vader met ons notaris hebben ondertekend.
___________________________________________________________ |
Naar Herman Adriani Middendorp en Ella Catharina Cleveringa