| ___________________________________________________________ |
09-02-1953 Vrijheid en Democratie
In memoriam Dr Ir S. L. Louwes
Een der sprekers bij de treffende uitvaartplechtigheid van wijlen dr ir S. L. Louwes in het Gebouw voor K. en W. in Den Haag dezer dagen gehouden, zeide het zo treffend en juist:
in de bezettingsjaren was de naam Louwes een begrip geworden.
Zo was het.
Als Louwes het zeide, dan aanvaardden in de bezettingsjaren honderdduizenden het, ook al begrepen zij niet altijd het waarom van een maatregel en ook al hadden zij inwendig wellicht opmerkingen of aanmerkingen op een maatregel.
Maar voor allen, die werkten bij het apparaat van de Voedselvoorziening in ons land en dat waren er vele duizenden, maar ook voor alle andere goede Nederlanders stond het vast, dat als deze grote, imponerende en zo warm met een ieder meevoelende man het noodzakelijk achtte, dat een bepaalde maatregel genomen werd, dat dat in het belang van ons land, van ons volk was.
Het was een voorecht deze man te mogen spreken, juist in de tijden, die zwaarder waren dan ooit in de geschiedenis van ons vaderland. Een man, die met klaarheid en helderheid feiten en cijfers op tafel wist te brengen, die grote en diepe bewondering wekte.
Een man ook, die er vast van overtuigd bleef, dat uiteindelijk de bezetting over ons vaderland zou wijken en dat de bevrijding zou komen.
En dat met die bevrijding weer andere en grote problemen zouden opduiken, niet alleen op het terrein, waar hij zelf het meeste op dat. ogenblik bij betrokken was, maar in veel ruimer verband.
Hij begon met vertrouwen te stellen in zijn medewerkers en het was, alsof intuïtief een ieder voelde, dat men het vertrouwen van deze man niet mocht beschamen.
Zo kon het dan ook gebeuren, dat er hard, zeer hard gewerkt werd op het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening, maar dat iedereen dat gaarne deed onder de inspirerende leiding van de directeur-generaal.
Want leiding wist hij te geven, of ’t nu een vergadering in groot verband was, of in kleine kring.
Wij herinneren ons een vergadering van het C.C.D.-apparaat in Krasnapolsky in Amsterdam, waar voor de aanvang naar aanleiding van uitingen van Goering een zeer gespannen stemming heerste.
Louwes voelde dat onmiddellijk aan en wist op meesterlijke wijze de sfeer om te buigen.
En ook in kleine vertrouwde kring, als hij aan hen, van wie mocht worden aangenomen, dat zij na de oorlogsjaren weer in de journalistiek zouden gaan, op de meest volledige wijze inlichtingen gaf over het hoe en waarom van allerlei zaken, welke ver uitgingen buiten het eigenlijke onderwerp, waarvoor de samenkomst belegd was: de voedselvoorziening.
●●●
Louwes was in de vooroorlogse jaren actief werkzaam geweest in de politiek, in het bijzonder als lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel, waar hij zitting had voor de Vrjjzinnig-Democratische Bond.
Hij behoorde tot hen, die zich van harte verheugden over de samensmelting van de Partij van de Vrijheid met het Comité-Oud en wij achtten het dan ook ’n voorrecht, dat ir Louwes tot de leden van onze partij heeft behoord.
Bij die samensmelting is er nog sprake van geweest, dat ir Louwes op een der topplaatsen in 1948 zou zijn gecandideerd, maar na een lang gesprek, waar ook de heren Stikker en Oud bij waren, meende hij toch daaraan geen gevolg meer te moeten geven.
„Louwes,” zo zeide een andere spreker tijdens de plechtigheid in het Gebouw voor K. en W., was een nationale figuur geworden. Die hebben wij niet zoveel in ons land en het stemt tot des te meer dankbaarheid, als die nationale figuur uit de kring van onze geestverwanten is gekomen.
●●●
Nederland is zuinig met namen, zuinig met standbeelden te geven voor hen, die zijn heengegaan. Dat ligt nu eenmaal in de aard van ons volk, waarvan ir Louwes zo’n karakteristiek voorbeeld was.
Maar zou het niet een plicht van ons volk zijn, als uit dankbaarheid voor hem, die de organisatie van onze voedselvoorziening in de bezettingsjaren zo wist te leiden, dat er tot het laatste toe voedsel gedistribueerd kon worden, een herinneringsbeeld ook voor de komende geslachten werd opgericht?
Zij, die bewust de jaren van 1940—1945 hebben meegemaakt, zullen dit begrip „Louwes” ook zonder blijvend herinneringsbeeld nooit vergeten, maar moeten wij zulke mannen niet als voorbeeld stellen aan hen, die na ons komen?
DE WEEDE
| ___________________________________________________________ |
Naar Gebroeders Louwes