| ___________________________________________________________ |
04-02-1953 De Boerderij
Een man van grote besognes
Inde afgelopen week werd het stoffelijk overschot van Dr Ir S. L. Louwes ter aarde besteld. Meer dan 30 jaren heeft hij vooraanstaande plaatsen op agrarisch terrein ingenomen. Reeds jong was hij achtereenvolgens enkele jaren Directeur van de R.L.W.S. te Meppel te Hengelo (O).
Daarna werd hij secretaris van de Ov. Landb. Mij te Zwolle, in welke functie hij vooral op organisatorisch gebied veel presteerde. Uit die tijd dateren de oprichting van het Boekhoudbureau, de Comm. voor Landbouwonderwijs en het Veevoederbureau voor Overijssel.
Ook in de totstandkoming van de voorbeeldbedrijven en de proefboerderij in Overijssel en het Centraal Veevoederbureau voor Nederland, had hij de hand, terwijl hij bovendien in landelijke organisaties een grote invloed uitoefende.
Vooral in de initiatieven van de Zwitserse landbouwprofessor Laur, was veel, dat hem aantrok. In de dertiger jaren werd hij Landelijk Voedselcommissaris en later Directeur-Generaal van de Voedselvoorziening.
Tevens nam hij belangrijke functies waar op internationaal terrein.
In de dertiger jaren ontmoette hij vrij veel critiek, omdat de meermalen onvoldoende resultaten, die de crisismaatregelen voor de boeren konden opleveren, door hem moesten worden verdedigd.
Na de bevrijdlng is scherpe, maar veelszins onverdiende critiek uitgeoefend op zijn beleid gedurende de bezetting.
Het uiterst belangrijke en moeitevolle werk, dat hij toen met zijn naaste medewerkers heeft verricht, om onze bevolking te vrijwaren voor de hongerdood, vond van bepaalde zijde achterna in de verste verte niet de waardering, welke passend ware geweest.
Kleinzieligheid kende hij niet. Ofschoon in „De Boerderij” ook in de dertiger jaren van de zijde der benarde boeren meermalen scherpe critiek is uitgeoefend op het zeer ontoereikende van de destijds genomen crisismaatregelen, was hij na de bevrijdlng een der eersten, die met anderen een verklaring afgaf, waarin een spoedige herverschijning van dit blad in het belang van landbouw en boerenstand werd aanbevolen.
Een daad als deze, was kenmerkend voor zijn karakter.
Evenals van een Talma, ’n Troelstra, een Schaepman, en anderen, mag van hem worden getuigd, dat hij een man was met buitengewone gaven, die ondanks zijn grote werkkracht nochtans lange jaren meer heeft gepresteerd, dan zelfs met zijn krachtig lichaam in overeenstemming was te brengen…..
Hij ruste in vrede.
___________________________________________________________
Naar de Gebroeders Louwes