___________________________________________________________ |
03-05-1953 Nieuw Weekblad voor de Cinematografie
In memoriam P. R. van Duinen Jr.
We hebben in ons vorig nummer nog juist kunnen mededelen, dat de heer P. R. van Duinen Jr. onverwachts was overleden. Dit bericht kwam voor ons wel heel onverwacht, we hadden van een ongesteldheid van de heer Van Duinen nooit iets vernomen.
Het contact van de heer Van Duinen met het bedrijf was na zijn terugkeer uit Amerika na de bevrijding niet groot meer en zodoende verloren we hem als het ware uit het oog. Voor de jongeren uit het bedrijf was hij dan ook een onbekende, want in Maart 1940 was hij naar Amerika gegaan. Maar de ouderen zullen hem toch niet vergeten, want jaren lang heeft hij zeer actief een rol in het bedrijf gespeeld.
Velen zullen zich herinneren, dat N.V. Kinotechniek in vroegere jaren de naam had: firma P. R. van Duinen. Deze naam was niet ontleend aan de thans overleden heer P. R. van Duinen, deze was afkomstig van zijn oom, die in 1910, op de eerste Mei, tezamen met zijn neef, de heer N. R. Besseling, en exportzaak oprichtte.
Reeds het volgend jaar, in 1911, leverde deze exportzaak de eerste films aan Nederlandsch Indië. Het compagnonschap bleef bestaan tot 1919. De heer P. R. van Duinen Jr., ook een neef van de oude heer Van Duinen Pzn. (bedoeld is Ozn.), was inmiddels uit Indië teruggekomen, waar hij bij de H.V.A. werkzaam was geweest. Toen zijn oom in 1919 uit de zaak trad om leeftijdsredenen werd de heer P. R. van Duinen Jr. de compagnon van de heer N. R. Besseling. Deze beide jonge energieke krachten ontwikkelden een grote werkzaamheid en de zaak breidde zich zowel op filmverhuur- als op Kinotechnisch gebied sterk uit.
Vooral kwam er op het gebied van de filmverhuur een grote verandering, toen men besloot de zaken van N.V. Filma Bureau van Cinematografie, dat in financiële moeilijkheden verkeerde en waarbij de firma van Duinen als crediteur sterk betrokken was, ten behoeve crediteuren voort te zetten.
Er kwamen twee N.V.’s, n.l. N.V. Kinotechniek v.h. firma P. R. van Duinen en N.V. Filma.
De Firma van Duinen, vanaf dat ogenblik Kinotechniek, nam het kinotechnisch bedrijf tot zich, waarbij ook bleven de kinder- en cultuur-films van Kinotechniek.
Hiervoor behield de heer Besseling de leiding, de heer P. R. van Duinen Jr. nam de zorg op zich voor het Filmverhuurkantoor Filma.
Filma ontwikkelde zich inde daarop volgende vijf jaren tot een filmverhuurbedrijf van betekenis en het was ook Filma dat in die jaren — toen er menige Nederlandse film vervaardigd werd — met twee Nederlandse producties kwam, n.l. „Het Meisjes met de blauwe Hoed” en „Het Leven is niet zo kwaad”, beide met Lou Bandy. Bij deze producties was er een krachtige samenwerking tussen de beide compagnons.
De P. R. van Duinen had zich reeds eerder aan de filmafabricage gewaagd en wel met het maken van een twee-acter, „Het Proces Begeer” de bekende Amsterdamse inbraakaffaire, waarvan toen de H.A.P. Film de exploitatie op zich nam.
In 1937, in de maand Maart, verdween Filma van het toneel als filmverhuurster, deze rechten werden na langdurig overleg met de N.B.B. en de R.K.O. aan de laatste afgestaan, de N. V. Filma bepaalde zich daarna tot de financiering van transacties op filmgebied.
In Maart 1940 vertrok P. R. van Duinen Rzn. naar Amerika om na afloop van de oorlog in Nederland terug te keren.
In November 1946 besloot de heer Van Duinen zich uit de N.V. Kinotechniek terug te trekken en de heer Besseling stond zijn rechten op Filma aan de heer Van Duinen af.
Door de wijzigingen in het bedrijf was er voor de heer Van Duinen weinig aanleiding meer om zich daarvoor in te spannen en hij heeft dan ook dit eens zo bekende filmverhuurkantoor geliquideerd.
Bij de crematie op Maandagochtend waren vele vrienden en familieleden van de heer Van Duinen aanwezig, onder die aanwezigen waren ook enige medewerkers van heer Van Duinen van de N.V. Kinotechniek.
Een broer van de overledene sprak een roerend afscheidswoord en een schoonzoon, de heer Tjeenk Willink uitte een woord van dank namens Mevrouw Van Duinen en zijn echtgenote.
Richtlijnen voor de Nationede Herdenking De commissie Nationale Herdenking heeft richtlijnen vastgesteld voor de herdenking van de gevallenen op 4 Mei, die in hoofdzaak gelijk zijn aan die van vorig jaar. Zij bevatten onder meer: het half-stok-vlaggen van 18 uur af het houden van stille tochten van half acht tot acht uur klokgelui van kwart voor acht tot een halve minuut voor acht, stilte van 20.00 tot 20.02 uur, herdenkingsbijeenkomsten in kerken of andere gebouwen.
___________________________________________________________
Het is gewenst dat de burgemeesters het daarheen leiden dat van 18 uur af geen openbare vermakelijkheden worden gehouden en dat alle verkooplokaliteiten zijn gesloten. De Bedrijfshoreca heeft geadviseerd die avond van 19 00 tot 21.00 uur het cafébedrijf tot de kleinst mogelijke omvang te beperken, de buitenverlichting te doven en slechts het Nederlandse radioprogramma ten gehore te brengen. De Bioscoop-Bond heeft haar leden aangeraden de theaters van 18.00 tot 21.00 te sluiten en de gehele avond geen gevelreclames te bezigen.
___________________________________________________________ |
01-01-1954 Nieuw Weekblad voor de Cinematografie
Einde Maart overleed onverwacht op 62-jarige leeftijd de heer P. R. van Duinen jr. Hoewel na de oorlogsjaren, die hij in Amerika doorbracht, het contact, dat de heer Van Duinen met het bedrijf onderhield, niet zeer groot was, voor de oorlog speelde hij jarenlang een zeer actieve rol.
In 1919 immers, volgde hij zijn oom als directeur van de firma P. R. van Duinen op, waaruit zich later de N.V. Kinotechniek ontwikkelde.
Onder hem en zijn compagnon, de heer N. R. Besseling nam de firma een grote vlucht, temeer, omdat zij naast dit technisch bedrijf ook het filmverhuurkantoor Filma gingen exploiteren, waarmede de heer Van Duinen zich belastte.
Hoe breed hij zijn taak zag in het Nederlandse filmleven bleek wel daaruit, dat ook Filma twee films produceerde, nl. „Het meisje met de blauwe hoed” en „Het leven is met zo kwaad”.
Trouwens reeds voordien had de heer Van Duinen zich op het gebied van de filmproductie gewaagd met een twee-acter „Het Proces Begeer.”
In 1937 verdween het filmverhuurkantoor Filma van het toneel en in 1940 vertrok de heer Van Duinen naar de V. Staten.
Na zijn terugkeer trok de heer van Duinen zich uit de zaken terug. Tal van vrienden waren bij de crematie aanwezig.
___________________________________________________________ |
Firma P. R. van Duinen