02-08-1752: Instructie voor het Jagt Gerichte

___________________________________________________________

INSTRUCTIE VOOR HET JAGT GERICHTE. 

Wij, ANNE, bij der Gratie Godts Kroon-Princesse van Groot Brittannien, Princesse Douariére van Orange en Nassau, Gouvernante en Voogdesse van Zijne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau, Erf stadhouder, Capitain en Admiraal Generaal van de zeven Vereenigde Nederlanden; als mede Erf-Capitain enAdmiraal Generaal van de Unie &c. &c. &c. 

Alzoo Wij tot conservatie van de goede ordre op het stuk van de Jagt en Visscherije en van het Wilt en de Wildbaene in de Provincie van Groningen en Ommelanden, benevens de Heerlijkheid van Wedde en Westerwoldingerlant hebben goedgevonden, neffens Onzen Lieutenant Houtvester aan te stellen zes Meesterknaapen, en daar uit te formeeren een Jagtgerichte over de voorsz. Provincie, benevens Wedde en Wetterwoldingerlant, en dat het zelve met nodige instructie ten dien einde moet worden voorzien, Zoo hebben Wij gestatueert en statueren mits dezen. 

Art. I.
Dat met Onzen Lieutenant Houtvester en zes Meesterknaapen geconstitueert zal zijn het Jagtgerichte over de Provincie van Groningen en Ommelanden benevens de Heerlijkheid Wedde en Westerwoldingerlant. 

Art. II.
Dat het zelve zal worden geassisteert door een Fiscaal en voorzien wezen met een Secretaris, welke zal genieten voor de registrature van ieder Gerechtigheid zes stuivers, voor de Extracten, Ætens, Sententien enz. invoegen bij de Hooge Justitie Kamer is gesixeert. 

Art. III.
Dat de begevinge van alle de voorsz. Ambten in cas van vacature zal zijn en blijven aan Ons, uitgezondert den Fiscaal, van welke post Wij de aanstellinge laten aan Onzen Lieutenant Houtvester, onder Onze approbatie. 

Art. IV.
Dat de Lieutenant Houtvester in het zelve Collegie zal Præsideren, Delibereren, Resolveren en Concluderen; uitgezondert in zaken daar hij Eisscher of Verweerder is, in welk geval de eerste Meester-Knaap in rang zal hebben de faculteit,om de stemmen vandeverdereMeester-Knapenopte nemen, en met de pluraliteit te concluderen. 

Art. V.
Dat de Lieutenant Houtvester het Collegie zal mogen beschrijven zoo menigmaal Onze ordre, of de nood het zal vereischen, en bij vacature of absentie de eerste Meester-Knaap in rang. 

Art. VI.
Dat het zelve Gerichte zal wijzen bij arrest, zonder eenige revisie, appel of provocatie subject te zijn. 

Art. VII.
Dat alle de Delinquanten ofte overtreders van Ons Reglement op de Jagt en Visscherije geëmaneert of verder te emaneren directelijk door den Deurwaarder van het Jagtgerichte zullen worden geciteert om te compareren voor den gemelden gerichte. 

Art. VIII.
Dat alle Sententien zoo wel ten platten Lande als in de Stad Groningen door den Deurwaarder van het Jagtgerichte zullen worden geëxecuteert, behoudelijk dat zulks in de Stad zal geschieden, met kennisse van den præsiderenden Borgermeester in der tijd, en in de Ommelanden en elders ten platten Lande, met kennisse van het Gerichte ter plaatze. 

Art. IX.
Dat de kosten van Crimineele procedures en executien zullen worden gebragt tot laste van de Provincie, en voorvallende wegens begaane contraventien in Wedde en Westerwoldingerlant tot laste van gemelde Heerlijkheid bij declaratie van den Fiscaal ingevalle dezelve van de Delinquanten niet zullen zijn te bekomen. 

Art. X.
Dat dit Gerichte zal mogen gespannen worden naar exigentie van zaken, onaangezien de absentie van drie Meester-Knaapen, dogh indien vermeent wierd dat de zake crimineel was, of de excessen van de Jagt en Visscherije zoo verre gaande waren, dat dezelve van een crimineel gevolg zouden kunnen zijn, zoo zullen niet minder dan vijf Meester-Knaapen præsent mogen zijn om te kunnen vonnissen. 

Art. XI.
Dat de Lieutenant Houtvester beëedigde Bediendens in de respective Districten van de Provincie, en Wedde en Westerwoldingerlant zal vermogen aan te stellen, en zullen derzelver actens van aanstellinge of commissien ter Secretarije van het Jagtgerichte moeten worden geregistreert, welke verklaringe geloove zal meriteren, als naar gelegentheid der zake bevonden zal worden te behoren. 

Art. XII.
Dat dezen Gerichte ordinaris viermaal ‘s Jaars zal worden gehouden, ten ware het de nood anders vereischte, teweten den laatsten Donderdagh in Januarii, April, Julii en October, en zullen de citatien volle acht dagen voor de respective Rechtdagen moeten worden gedaan. 

Art. XIII.
Dat twee derde parten van de Breuken zullen komen ten profijte van den Lieutenant Houtvester, en een derde part voor den Aenbrenger. 

Aldus gedaan en gearresteert te Dieren den 2 Augusti 1752.
ANNE 

Ter Ordonnantie van Haare Koninklijke Hoogheid
J: DE BACK.

___________________________________________________________

Naar Roelf Eijes (van Kammen): Jacht en Visserij