___________________________________________________________ |
05-08-1823 Leeuwarder Courant, dingsdag
LEEUWARDEN, den 2 Augustus.
Z. M. de Koning, bij Hoogstdeszelfs besluit van 31 mei ll. vastgesteld hebbende, dat, ter aanmoediging der aankweeking van paarden in deze provincie, in de eerste acht dagen van de maand augustus van ieder jaar, in deze refidentie, ten overstaan van den heere Gouverneur dezer provincie, en geadsisteerd door eene commissie uit de heeren gedeputeerde staten en commissie van landbouw, zoude worden verharddraafd eene gouden zweep, en tevens voor ieder jaar eene som van vijf honderd guldens tot dat einde aanwijzende, – zoo heeft de heer Gouverneur, dien ten gevolge, den dag van dit feest bepaald op vrijdag, den eersten augustus. Gedacht besluit van Z. M. een zoo duidelijk bewijs opleverende van de bijzondere deelneming, welke Z. M. in den bloei der paarden-fokkerij van die gewest stelt, was het uit belangstelling tevens, dat uit alle oorden van de provincie eene buitengewone menigte aanschouwers ter bijwoning van dit feest, op gisteren in deze stad waren zaamgevloeid.
Vroeg in den morgen wapperden reeds de vlaggen van de torens en publieke gebouwen, en des namiddags ten een uur kondigde het gelui der klokken den aanvang der harddraverij aan. Vier en twintig, meest alle der beroemdste harddravers dezer en der naburige provincien, hadden zich ter wedloop doen aanbieden, en, nadat alles in de juiste orde was afgeloopen, werd de uitgeloofde fraai bewerkte gouden prijs, door den heer S. M. Visser, te Ackrum, behaald; terwijl na zulks zich de winnaar nevens het balkon vervoegde, waarop de heer Gouverneur, leden van de gedeputeerde staten en leden van de commissie van landbouw, benevens vele aanzienlijken zich bevonden, alwaar, door den heer Gouverneur, met gepaste bewoordingen, de gouden zweep aan den winnaar werd overhandigd, dat met een driewerf herhaald hoezé, door de menigte werd beantwoord. De heer Gouverneur, van zijnen kant dezen dag allen luister willende bijzetten, deed denzelven eindigen door een prachtig diner ten zijnen huize; waardoor alzoo dit nationaal feest besloten werd, hetwelk, begunstigd door het fraaije weder, en door de bijzondere goede orde, welke overal heerschte, tot genoegen van alle de duizenden aanwezigen afliep.
___________________________________________________________ |
Tekst KB:
Wij WILLEM, bij de Gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje – Nassau, Groot – Hertog van Luxemburg, enz,, enz., enz.
Willende, ter gelegenheid van de, gedurende Ons tegenwoordig verblijf in Onze residentie Leeuwarden, plaats hebbende harddraverij, een blijk geven van belangstelling in de aankweeking drr paarden; hebben besloten en besluiten:
Art. 1. Jaarlijks zal, binnen de eerste acht dagen van de maand augustus, ten overstaan, Onzentwege, van den gouverneur der provincie Vriesliand, en onderr deszelfs bestuur, geadsisteerd door eene commissie, zamengesteld uit twee leden van de gedeputeerde Staten en uit twee leden van de commissie van landbouw dezer provincie, telkens door den gouverneur te kiezen, eene gouden zweep worden verharddraafd.
2. De betaalmeester van Ons Huis wordt gemagtigd, om, tot dat einde, voor dit jaar eene somma van vijf honderd guldens (f 500: 00) ter beschikking van den gouverneur voornoemd te stellen, Ons voorbehoudende, om eene gelijke som voor de volgende jaren nader aan te wijzen. Onze gouverneur in de provincie Vriesland en de betaalmeester van Ons huis, zijn respectivelijk belast met de executie dezes, waarvan hun een afschrift zal worden gezonden. Gegeven te Leeuwarden, den 31sten mei des jaars 1823, het tiende Onzer regering.
(Geteekend) WILLEM.
Van wege den Koning.
(Geteekend) W. G. van de Poll Jr.
Voor eensluidend afschrift,
De secretaris van het kabinet des Konings,
(Geteekend) W. G. van De Poll Jr.
___________________________________________________________ |
Terug naar Draverij Deelnames Torringa, Visser, de Hoop, de Boer, etc