| ___________________________________________________________ |
01-07-1899 Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag
Nederl.-Amerikaansche Hypotheekbank.
In ‘t café „De Pool” werd hedenmiddag onder leiding van den heer D. K. Welt, lid der Eerste Kamer, de algemeene vergadering gehouden van de Nederl.-Amerikaansche Hypotheekbank te Uithuizen.
De voorzitter herdenkt in de eerste plaats wijlen jhr. F. X. J. van Nispen tot Zevenaar, wiens verdienste spr. schetst.
Aan de orde is lezing van de notulen van de vorige vergadering, maar daar deze geheim was wordt besloten die lezing te doen plaats hebben bij punt 5 van de agenda.
Voor het opnemen der stemmen en het resumeeren der notulen worden benoemd de h.h. D. J. Huizinga te Loppersum en D. J. Boukema te Rottum, die de benoeming aannemen.
Het jaarverslag wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan het verslag is het volgende ontleend: Op 31 December 1898 was een bedrag van f 1.210.500 aan pandbrieven in omloop. Op 31 December 1897 was het op hypotheek uitgezet bedrag f 1.250.500. In den loop van 1898 werd op eerste hypotheek belegd in 84 posten een bedrag van f 186.325, totaal f 1.436.825. Dit bedrag verminderde door de aflossing van 68 posten met f 156.012.50 en door overschrijving op het hoofd „vaste goederen” tengevolge der plaats gehad hebbende executiën met f 70.062.50, totaal f 226.075, zoodat op 31 Dec. 1898 op eerste hypotheek uitstaande was een bedrag van f 1.210.750.
Blijkens de balans was op 31 Dec. l.l. bij de banken in Amerika een belangrijk bedrag beschikbaar, dat, grootendeels in December reeds voor belegging op hypotheek toegezegd, in het voorjaar van 1899 bij het gereed komen der stukken tot uitbetaling kwam. Van het volgens de balans op 31 Dec. ll. belegde bedrag was uitgezet: f 1.210.750. Het aantal uitstaande hypothecaire leeningen was op 31 Dee. 1898: 540. Het gemiddeld bedrag van elke leening was dus ongeveer f 2242.
Aangenaam is het ons te kunnen constateeren, dat buiten teleurstellingen op het terrein van West-Washington de beleggingen der bank tot dusver uitmuntend zijn gebleken, zooals ook voldoende valt op te maken uit de winst- en verlies-rekening.
Zooals wij reeds aanduidden, is de toestand van het actief onzer bank zeer bevredigend. Op de posten in West-Washington, waarop verlies is te duchten, heeft eene voldoende afschrijving plaats gehad, en in de overige streken, die de bank zich tot dusver tot arbeidsveld koos, kan zij op meer voldoende resultaten wijzen. Aan verschenen renten werd geïnd in: 1896 f 73.529.25; 1897 f 89.412.825; 1898 f 93.449.725.
De tot 31 December 1897 gevormde reserves zijn vermeerderd met de in den loop van 1898 gekweekte renten van de daarvoor aangekochte fondsen, na aftrek van het daarop in 1898 geleden koersverlies.
Uit het vorenstaande blijkt, dat een gezamenlijk bedrag van niet minder dan f 20.500 voor buitengewone afschrijvingen is gebruikt.
Toch laat het overgebleven winstcijfer, onder bijvoeging van het saldo van vorige jaren, nog de uitkeering toe van 3⅓ pct. dividend op het aandeelenkapitaal, nadat ingevolge art. 31 der statuten 10 pct. van de zuivere winst of f 752.49 is gevoegd bij de gewone reserve, die daardoor stijgt tot f 9.559.125. De balans sluit met een bedrag van f 1.457.376.63, de winst- en verliesrekening met f 106.117.451:2, met een saldowinst van f 7524.94.
De heer Bouwes doet naar aanleiding van de rekening een vraag die door den heer Borleffs wordt beantwoord. Balans- en winst- en verliesrekening worden goedgekeurd.
Aan de orde is de benoeming van een bestuurslid in plaats van den voorzitter, die aan de beurt is van aftreden.
De heer Talens vraagt dit punt tot no. 5 van de agenda uit te stellen. Spr. wil het bewijs leveren, dat het in het belang van dit lichaam is, dat de heer Welt „de laan uitgaat,” dit naar aanleiding van in de vorige vergadering geuite beschuldigingen door den heer Van Swinderen tegen spr.
Spr. meent echter, dat de heer Welt, dank zij de hulp van zijn „ondergeschikten,” het pleit wel zal winnen.
Daar het hier een zaak geldt, die hem persoonlijk betreft, geeft de heer Welt den voorzittershamer over aan den heer A. Bloembergen Ezn.
Op voorstel van den voorzitter wordt den vertegenwoordigers van de pers verzocht tijdelijk de vergadering te verlaten; hoewel de heer Talens verklaart, dat hij er niets tegen heeft, waaneer de Pers blijft.
Na her-opening van de vergadering brengt de voorzitter ter kennis dat in de besloten vergadering bij meerderheid van stemmen is herkozen tot commissaris de heer D. K. Welt.
Aan de orde komt de verkiezing van twee commissarissen in plaats van jhr. F. X. van Nispen tot Pannerden, overleden, en den heer R. P. Dojes, opgetreden als directeur.
Op voorstel van den voorzitter wordt echter besloten voorloopig alleen een commissaris te kiezen in plaats van den heer Van Nispen en met het oog op het buitentijds optreden als directeur van den heer Dojes.
Gekozen wordt de heer Arnold Gilissen te Rotterdam met 100 stemmen.
Ingeleverd waren 125 Biljetten.
Op den heer M. Talens Hzn. waren uitgebracht 10, op dr. Evers 12 en in blanco 3 stemmen. Hiermee is de agenda afgeloopen.
De voorzitter, onverwacht geroepen het voorzitterschap waar te nemen, betuigt zijn dank voor de wijze waarop hem die taak is gemakkelijk gemaakt, ook waar verschil van opinie heerschte en tevens dank aan de commissie van resumptie voor haar werk. Hiermee wordt de vergadering gesloten.
| ___________________________________________________________ |
Naar Strubbelingen binnen de Nederlandsch-Amerikaansche Hypotheekbank