___________________________________________________________ |
Brieven van Jan Blink geschreven aan zijn zuster Roelfien Barkmeijer-Blink (gehuwd in 1907):
(1e blad ontbreekt)
1907 2nd page
Helene neemt ofschoon zeer langzaam in beterschap toe, en als u zich bij komt geloof ik zal zij u wel weer [] zij zegt, je te vragen waarom jelui geen huwlijksch reisje naar hier had gemaakt, ons huis is groot genoeg om jelui te hebben.
Als alles naar wensch gaat zijn wij van plan met paar jaar overtekomen met de heele kraam, en [] voor een paar maanden naar Parijs te gaan en komen misschien voor een maand in Groningen.
Het is intusschen jammer dat de meisjes geen woord Hollandsch verstaan; en derhalve niet veel met Tante kunnen communiceeren.
Ik ontving onlangs een brief van Tjaart waar hij mij onder meer berichtte dat zijn vrouw in beterschap toe nam, en dat Mr Marringa nog altijd flink en in goede gezondheid de herfst van het leve genoot.
Schoon zus, ik zou gaarne in jou brief een uitvoerig bericht hebben van alle familie leden, hoe zij het maken. te etc.
Groet je man van ons, en ontvang intusschen de beste groeten ook namens Helene en de meisjes
van je liefhebbende oudste broer
Jan
___________________________________________________________
12-05-1932 Tampa
Beste Zus,
Sedert eenigen tijd heb ik uitgezien of the langs brenger post een brief had van jou, en begin waarlijk te vreezen dat alles met jelui niet in de haak is.
Je vorige brief was niet erg rooskleurig, en hoop toch niet dat het middelwijl verergerd is.
De berichten welke ik eenige dagen geleden van een Hollandsche zee kapitein, over lading in deze haven, ontving, schilderde den actueelen toestand in Holland met donkere kleuren. Zeker zoo is het hier.
Tallooze politieke raddraaiers, hebben allerlei middelen aan de hand, voor de werkeloosheid, die evenwel op niets uitloopen.
De verkiezing van een president en nieuwe leden van het congres, is aanhangig, en kandidaten beloven hemel en aarde alles in het werk te stellen het lieve publiek te helpen, doch eenmaal gekozen en gezeten zien zij uit voor zich zelven voor wat hun mandaat kan inbrengen en zeer waarschijnlijk met eene merkwaardige vergetelheid openbaren voor hunne beloften voor de verkiezing.
De toestand hier begint inderdaad met den dag hachelijker te worden, en indien er niet spoedig eene verbetering intreed, is het niet te [voorzien wat?] met zich zal voeren.
Wel beste zus hoe gaat het je allen en met de naaste familie, en hoe gaat het toch met onze eenige hoogbejaarde tante Johanna, is zij steeds haantje de voorste?
Als je mij schrijft zus ga dan eens over de lijst van de naaste bloedverwanten van vader en moederszijde, en bericht mij hunne omstandigheden.
What mij betreft geniet ik eene goede gezondheid, houdt kantoor van ’s morgens 8 tot ’s avonds 5.30, en indien mijne lieve Helena nog in leven was, zoude ik met niemand ter wereld willen ruilen.
Mijne kinderen, uitgezondert Jan die mij zoo voor en [na] komt opzoeken, hoor ik niets en het is jaren geleden [] haren heb gezien of gesproken, en twijfel in[dien ik] hen ontmoette, hen zoude herkennen.
Het [feit] dat zij mij zoo veel mogelijk vermijden [] is zeer te betreuren en een ongelukkige verstand[hou]ding, doch na al wat is voorgevallen kan en wil [ik n]iet de eerste toenadering zijn worden.
[Beste] zus schrijf mij per omgaande en ontvang de [beste] groeten van je liefhebbende broer
Jan
___________________________________________________________ |
In zijn brief uit 1932 haalt Jan een gebeurtenis aan waardoor er verwijdering is ontstaan tussen hem en de kinderen. Hij zal doelen op het incident tussen hem en zijn dochter in 1929
___________________________________________________________ |
In 1932 werd Franklin Delano Roosevelt (1882 – 1945) (democraat), als opvolger van Herbert Hoover (Republikein), gekozen als president gekozen voor een ambtstermijn van 1933 – 1937. Hij werd 3 maal herkozen en overleed op 12-04-1945. Harry S. Truman, de vice-present, volgende hem op.
___________________________________________________________ |
Terug naar Jan Blink in Tampa