___________________________________________________________ |
26-01-1793 Hendericus Cleveringa Rigter
Verkoper: Jan Jacobs Bos x Antje Ites, landbouwers “Pollux”
Koper: Ekke Roelfs x Grietje Onnes, landbouwers “Heuvelheem”
Grootte: 42 jukken
Koopsom: 4.300 Car. guldens
Beklemhuur: 110
Grondeigenaar: Jan Jacobs Bos x Antje Ites
___________________________________________________________ |
Hindericus Cleveringa geconstitueerde Rigter van Weehe en Zuurdijk Certificeere dat persoonlijk voor mij zijn gecompareerd de [E] Jan Jacobs Bos woonagtig op Zuurdijk en caveerende dezake voor zijne Ehevrouw Antje Ites.
Dewelke bekende en beleede, steedevast en onwederroepelijk verkogt en overgedragen te hebben aan de E Ekke Roelfs en Grietje Onnes ehel., meede op Zuurdijk woonagtig (:welke koopers meede voor mij Zegulaar zijn gecompareert, verklarende deezen koop te accepteren:)
Eene Boeren Plaatze staande en geleegen op Zuurdijk, met alles wat aan de Behuizinge aard, spijker, en nagelvast is, met dak, deuren, steen en pannen, los en vast, vermuurt en onvermuurt, hof, heegen en geboomten, zoo op en om het heem zijn staande; als meede met de vaste beklemminge van 42 Jukken Land, in naame, zoo groot of klein, goed of kwaad als dezelve in hunne einden en zwetten zijn gelegen, zonder de maaten te gedoogen, doende jaarlijks tot een vaste huure aan de verkoopers bovengemeld 110 car: gulden
waarvan de swetten zijn
ten Noorden Albert Claasen,
Oosten Teeke Ubels en de verkoopers,
ten Zuiden wederom de verkoopers, en
ten Westen Meindert Saakes wedu,
alle meijerwijze.
Dit alles is alzoo verkogt, met diens lusten en lasten, servituuten, regten en geregtigheeden voor een summa van vier duizent drie hondert car: gulden, onder voorwaarde nogtans dt dit verkogte aan de verkoopers eijgen en onverlaaten zoude verblijven, ter tijd het volle koopschat zoude zijn voldaan en betaalt, van welke coopschatspenningen a 4300 gulden zij verkoopers bekenden, van de koopers bij de aanvaarding ontvangen te hebben een summa van 1400 gulden zoo deeden zij verkoopers daar voor en in zooverre quiteren voorts verklaarden zij coopers op Maij 1793 aan de verkoopers wederom promtelijk te zullen betaalen een summa van 500 gulden, en van de overige Twee duizend en vier hondert car: gulden, restante koopschatpenningen belooven zij coopers aan de verkoopers van primo Maij 1700 drie en t negentig af aan, jaarlijks na vier ten hondert huur in plaats van rente te zullen betaalen, en geen regt van eigendom op dit gekogte te kunnen en moogen pretndeeren, al voorens het volle koopschat in vrij kost en schadeloos geld zal zijn voldaan en betaald, en zal het eerste jaar huur in plaats van rente koomen te verschijnen op den eersten Maij 1700 vier en t negentig en zoo vervolgens jaarlijks en onverjaard tot dage van aflossinge toe, en wien de aflossinge eerst gegeerd, zal het den ander een vierendeel jaars voor diens verschijndag moeten laaten opzeggen, om als dan deeze restante coopschatspenningen a 2400 gulden met de huuren in plaatse van renten te moogen aflossen of moeten op brengen in vrij cost en schaadeloos geld met de costen van opzage bovendien voor welke kapitaal a 2400 gulden restante coopscahtspenningen met diens huiren in plaats van renten (:boven en behalven het gerezerveerd eigendomsregt:) zij coopers en voor wiens vrije en onbezwaarde leverantie zij verkoper en qq: elkander wederzijds ten onderpand stelden alle hunne hebbende en verkrijgende goederen geene uitgezondert.
Dit alles met onderwerpinge aan alle hooge en laage regten en Gerigten en de parate reâle executie van dien onder afstand van alle tegenstrijdige exceptiën, en in specie aan die van ord: diviss: et discuss: en zij vrouwe comparantinne koopersche meede die der vrouwelijke voorregten sent: cons: vellej: et authent: si qua mulier van welkers inhoud zij verklaarde door mij Zegulaar wel onderrigt te zijn.
In oorkonde der waarheid en tot vestenisse deezes heb ik Rigter opgemelt deezen op der comparanten verzoek en belijenge met mijn gewoon Zegul en Naamssubscriptie gecorroboreerd in ’t jaar onzes HEEREN Een duizend Zeven Hondert drie en ’t negentig op den Zes en twintigsten Januarij 1793.
(:was getekent:)
H: Cleveringa Rigter
De origineele deezes was op Fransijn geschreeven en met een Zegul van groen wasse bevestigd
___________________________________________________________ |
Naar Boerderij “Rondenburg”