___________________________________________________________ |
1782 06 04 Verkoop door de Weduwe Jemme Lubberts aan Jan Thomas Dijkhuizen x Margaretha Elizabeth Tonnis Kapenga, alsmede vestiging beklemming door de Weduwe Etje Corneliis
___________________________________________________________ |
Copia
Henricus Cleveringa geconstitueerde Rigter van Wehe en Zuirdijk cim annexis etc Certificere dat personelijk voor mij is gecompareert de Heer Medicinae Practicus F: Le Cler van Wehe in de qlteit als gevolmagtigt van de E Etje Cornellis, weduwe wijlen Ubbe Freriks woonagtig te Mensingeweer volgens schriftelijke procuratie van den 21 Maij 1782 bij mij zegulaar gesien en gelesen dewelke bekende en beleed in gemelte qlteit onder een vaste beklemminge verhuirt te hebben aan de E Jemme Lubberts wedw van Pieter Jans van Zuurdijk zekere Een en twintig Jukken land in naame onder de plaatse soo voorheen door gemelte Jemme Lubberts, dog nu door Jan Tomas en vrouw word gebruikt, soo groot en kleijn goet en quaad als dese Landerijen in haar eijnden en Swetten zijn gelegen met al diens lusten en lasten, soo ordinaire als extraordinaire, en soo daar op zijn of nog gelegt mogten worden, voorts sullen dese Landerijen jaarlijx boven alle ordinaire als extraordinaire lasten aan de Landeijgenaresse ofte diens Successoren in genere als voorheen tot een vaste huire doen Ses en Sestig Car: Gulden en 3 st& en het eerste Jaar huir als vast beklemde meijer verschenen zijn op Midwinter 1782 sonder dat dese Landerijen ooijt sullen konnen worden opgesegt nog vrij sterven maar soo wel in sijd als op en neergaande linien vererven ook nimmer in huire verhoogt of vermindert konnen worden, ook sullen de huirderen en diens successoren t’ aller tijd vrij zijn van de betaling van ’t Sesjarig geschenk maar in cas van verkoop, Vererf, trouwen of ander transport, sullen de geschenken na staats resolutien moeten worden betaalt, en ook het land oirbaer en na landregte worden gebruikt.
Dan vervolgens Compareerde mede voor mij zegulaar de E Jemme Lubberts opgemelt, dewelke bekende en beleed voor haar en hare erfgenaemen Stede vast en onherroepelijk verkogt en overgedragen te hebben aan de E Jan Tomes en Margareta Elisabeth Tonnis Ehelieden (welke Coperen mede voor mij zegulaar Compareerden en desen koop alsoo accepteerden) des verkopersches Boeren Plaatsje op Zuurdijk met alles wat er aard spijker en nagelvast aan is, met dak, deuren, vensteren, steen pannen los en vast, voorts met de vaste beklemminge van bovengenoemde plus minus 21 Jukken Land en diens heegen en geboomten doende jaarlijks aan Ubbe Freerks wedu 66 gl: 3 st& tot een vaste huire, alles soo en in dier wegen door Verkopersche door desen kan worden verdedigt, en hier boven vermelt staat, voorts met de gehele uitgesaijde boute schutten wringen en de mis.
Dit alles gelijk door de Coperen reeds tot genoegen was aangevaard is alsoo verkogt met desselfs lusten en lasten, voor een Summa van Een Duisend Negen hondert en vijf Car: Gulden, van welke 1905 Fl: de verkopersche verklaarde van de Coperen ontfangen te hebben de halfscheit a 952=10=: doende over sulx deselve in soo verre te quiteren, en de resterende halfscheit a 952=10-: namen de Coperen aan te voldoen op 1mo Maij 1783, waar mede dese Cooppenningen zijn voldaan egter blijft dit verkogte des verkopersches eijgen en onverlaten goed ter tijd van volle betalinge toe, voor welkers voldaat alsmede om de jaarlijx te verschijnene landhuire aan de Landeijgenaars te voldoen de Koperen, en om dese onder een vaste beklemminge. verhuirde Landen vrij en onbeswaard te leveren de Heer F: Le Cler in zijn qlteit als verhuurder, als mede de verkopersche de plaatse om dese plaatse met annexen soo als vermelt is, mede voor alle voor dato deses actien en aanspraak te guarenderen en vrij en onbeswaard te leveren malkander wedersijds ten onderpand stelden alle hare, edog de Heer verhuirder zijne in qlte hebbende en verkrijgende goederen geene exemt.
Dit alles onder subissie aan alle Hoge en Lage Regten en Gerigten en diens parate reale excecutie met renunciatie aan alle tegenstrijdige exceptien en in specie aan die [] van welken inhoud zij verklaarde door mij zegulaar wel geinformeert te zijn.
In oirkonde der Waarheid en Vestenisse deeses heb ik Rigter opgemelt desen met mijn gewoon Ampts zegul en Naams Subscriptie gecorroboreert in ’t Jaar onses HEEREN 1700 twee en tagtentig op den vierden Juni 1782.
(was getekent) H Cleveringa Rigter
De originele deses was op francijn geschreven en met een zegul van groen wasse bevestigt
In ontvang genomen het verschuldigde Griffieregten ter bedrage van twee gulden, uitmakende met de 38 oprentende som van twee gulden zesenzeventig Cents op heden den eersten Januarij 1844 deel 42 folio 31 cak 5.
de Ontvanger interim, Bisdom
___________________________________________________________