___________________________________________________________ |
30-07-1928 Leeuwarder Nieuwsblad
Draverijen te Dragten. De Dzjiguiten-kozakken.
DRACHTEN. 29 Juli. We weten niet, wie vooruitstrevender is, de plaats zelve, de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer of de Harddraverij en Renvereeniging “Drachten en Omstreken“. Wel weten we. dat een gelukkig samengaan van de beide laatstgenoemde lichamen, een combinatie van elkaars strevingen en aspiraties, de plaats tot grooten zegen strekt. Aan het initiatief van V.V.V. en de Renvereeniging heeft Drachten zoo langzamerhand luisterrijke, grootseh opgezette en uitstekend georganiseerde feesten te danken, die den naam van het dorp een goeden klank verschaffen en bekend doen zijn door het geheele land. Meermalen heeft. Drachten de primeur, is het het centrum van belangrijke evenementen op het gebied, van sport, zang of muziek etc. En alles komt steeds volkomen tot zijn recht dank zij niet in het minst de prachtige terreinen, welke door velen de mooiste van Friesland geacht worden te zijn. Inderdaad, men verwondert zich er zoo langzamerhand reeds over wanneer er eene te Drachten “niet iets te doen is”, en het bestuur van V.V.V. is niet eerder tevreden, dan wanneer eenige duizenden de tourniquets aan den ingang gepasseerd zijn.
Wat dit laatste betreft, bad men gisteren zeker reden om voldaan te zijn. De kortebaandraverijen, die in Drachten reeds den naam hebben zoo uitstekend te slagen (werd het laatstgehouden hippische feest niet zeer gunstig beoordeeld?) trokken de belangstelling van duizenden. Of gold de meeste interesse ditmaal het optreden van de Dzjiguitenkozakken. de paardmenschen, waarvan een zoo phenomenalen roep uitgaat, en waarop het bestuur van de Renvereeniging ook al weer (hoe kan het ook anders?) het eerst beslag had gelegd? Wij gelooven dit laatste.
De Drachtenaren waren terecht naar hun prestaties zeer benieuwd. Gedurende de afgeloopen week had men van de ruiters op het tweede V.V.V.-terrein zoo nu en dan een glimp kunnen waarnemen. De kozakken oefenden zich daar geregeld. Niet alleen evenwel op het terrein, ook in de plaats zelf gaven zij demonstraties. Niet te paard maar…. per rijwiel.
Zaterdag voor een week reeds waren de gasten in hotel de Phoenix gearriveerd en den vrijen tijd, dien ze hadden, hebben ze nuttig besteed. Zij schenen zich te interesseeren voor alles wat geleek op evenwichtsoefening en wat zich snel voortbeweegt. Zoodoende valt het niet te verwonderen, dat de inwoners spoedig het zeldzame voorrecht smaakten, de kozakken te zien leeren fietsen. Hun capriolen en kluchtige verbazing, dat wat zoo gemakkelijk leek toch nog niet meeviel, zelfs voor een halve Centaur, wekten eerst groote hilariteit. Maar de handige kerels hadden de kunst van hel wielrijden na de eerste lessen spoedig onder de knie en toen zij zich eenmaal konden redden .… was in den omtrek zoowat geen fiets meer veilig. Verscheidene bewoners deden die ervaring op. Wie even in de buurt een boodschap deed en zijn kar ergens deponeerde, vond bij terugkeer niet zelden de fiets verdwenen. Maar na eenig wachten zag hij wel een der vreemde snuiters kamen aanzwaaien, trappen wat hij kon, die dan met een minzaam lachje en een beleefde buiging den verbluften eigenaar zijn fiets aanbood. De grappige en onschuldige wijze, waarop dat geschiedde, smoorde iedere terechtwijzing reeds in de kiem. waarvan de bestrafte bovendien toch geen syllabe zou hebben verstaan. Zoo vormden reeds vóór den Zondag1 de typische menschen in hun pittige uniform een heele attractie voor het dorp. En de benieuwdheid naar hun prestaties, wanneer ze zich in hun element bevonden, n.l. op den paardenrug, steeg.
De kortbaan-draverij.
Wie om 2 uur zich naar het terrein begaf vanuit de plaats, kreeg reeds toen een voorproefje. Daar kwam het Zuid langshollen een bruine draver, die op het land aan de handen van zijn verzorger was ontkomen, den straatweg weer had weten te bereiken en nu koers zette het Noorden in. Het tuig sleepte in den ren tegen de steenen stuk. Op de hoofdbrug trachtte een agent het dier tot staan te brengen, maar het lukte niet. Na de geheele plaats “durchquert” te hebben, is het hollende paard, dat bleek te zijn Oscar V van A. de Wal te Kooten, bij het tramstation tot staan gebracht. In de A-draverij was hij geschrapt, maar in den volgenden wedstrijd is Oscar toch nog uitgekomen.
Het ging in de A-handicap-draverij (max afstand 800 Meter) om prijzen van f 400 en f 100. Er werd in vijf series gereden.
De eerste serie bracht aan den start Peter Stanley K. (P. Noord. Tolbert) Minnie M (K. G. v. d. Veen, Hardegarijp) Quiza (G. J. de Jong, Hilversum), Pandora (M. Schuurmans, Mantgum). Peter Stanley won.
2e serie. Hieraan werd deelgenomen door Queen Elizabeth (P. Kramer, Nijland), Nicky Henry (Y. K. Galama. Bolsward), Sophie (A. Hibma, Midlum), Nobilissimus (J. Bolwijn, Groningen). Nicky Henry, gereden door Marten Siderius, gaf de anderen geen schijn van kans en passeerde met flinken voorsprong als eerste de finish.
De volgende strijd ging tusschen Sally Harvester (mevr. Oosting, Wolvega), Nonny B (A. Sierdsma, Mantgum), Minette (B. S. Boelstra, Stiens) en Nerifha (S. Siemonsma, Scharren bij Joure).
Minette schijnt eerst een goede kans te zullen maken, zij vervalt echter in springen en de prachtig loopende Sally geeft haar het nakijken. Als de wind stuift Sally over de eindstreep.
Ago Kan (W. Herder, Joure) wint van Roeline (P. J. Algra, Opeinde), Koningin Draisine (mevr. Oosting) en Hollandia (K. Torringa, Uithuizen) na een heftig duel met Koningin Draisine.
De volgende serie brengt groote spanning. (Deelnemers zijn Q Petite Amie (M. v. Hemmen, Oosterhoogebrug), Nap (A. J. Anema. Kloosterlidlum), Nevada B (A Hibma, Midlum) en Politesse (J. Bolwijn).
Nap schijnt eerst voor te zullen komen doch na de halve baan gaat reeds de roep: Nevada heeft ’em. En jawel, na een spannenden strijd gaat Nevada er vandoor om met flinken voorsprong het eerst aan te komen.
Zoodat in de finale uitkomen: Peter Slanley, Nicky Henry, Sally Harvester, Ago Kan en Nevada. De schitterend loopende, haast zwevende Ago Kan weet de leiding te nemen en te behouden. De piqueur M Siderius voert hem het eerst over de eindstreep. Even later volgt Nicky Henry, die alzoo den tweeden prijs behaalt.
Het aantal bezoekers neemt nog voortdurend toe. ‘t Is zwart van de menschen langs de baan. Op de tribune is geen plaatsje meer te krijgen. We mogen de menschenmenigte gerust op 4000 koppen schatten. Het is een fleurig gedoe, “Excelsior” verhoogt met behoorlijke muziek de stemming. De vlaggen en vanen klapperen in den stevigen, frisschen bries, reusachtige zomerwolkgebergten drijven langs de zonnigblauwe lucht, stapelen zich langs den horizon of doen een schaduw over het terrein vliegen.
‘t Is uitgezocht weer voor de draverij.
De B-draverij.
Hieraan nemen alle paarden deel, behalvo de prijswinners van A. De eerste serie is voor Nicky Henry vóór Minnie M. In de tweede overwint Roeline, terwijl in de derde serie, die uitmunt door prachtigen strijd. Peter Stanley zich weet te plaatsen. De vierde en laatste 6erie is voor Sally Harvester, die Nap beslissend slaat. In de finale komen deze winnaars in deze volgorde aan: Sallv Harvester (prijs f 200), Nicky Henry (f 150), Roeline (f 100), Peter Stanley (f 50).
En nu, de kozakken! De clou van den dag! Reeds even eerder zijn de kranige ruiters op het veld verschenen, begroet met hartelijk gejuich en schallende fanfares. Zij zijn over het geheel klein van stuk, maar stevig gebouwd, met gebruind, scherp geteekend gelaat. Het zwarte haar is gemillimeterd, ze zijn alle clean-shaven. De kozakken dragen een bontmuts, een zwarte uniformjas met een witte schouderdoek, waarop een of ander gulden Russisch embleem, verder een roode rijbroek en hooge zwarte rijlaarzen.
Zij berijden prachtige, uitermate ranke, fijngebouwde paardjes, welker gang een en al souplesse en kracht demonstreert.
De dieren worden aan palen vastgebonden, waaromheen groote stukken jute worden gespannen. En al spoedig neemt de afwerking van het programma, dat 21 nummers telt, een aanvang, terwijl de rijen der toeschouwers zich ronden langs de inderhaast rondom de ijsbaan gespannen touwen.
Het wordt een ruiterfestijn bij uitnemendheid en er vallen een rijkunst en een dressuur te bewonderen, zooals weinigen zullen hebben aanschouwd. Als gegoten zitten de vreemdelingen op hun dieren als zij in gesloten colonne parade maken. Mensch en paard schijnen één geheel te vormen, één wil te hebben.
Een groote mate van kracht en behendigheid vereischen reeds de enkelvoudige sprongen, die de eene ruiter na den anderen, in vollen galop van den eenen kant van het veld naar den anderen snellende, verricht. Zij laten zich, zich aan den. zadel vastklemmend, halverwege den grond zakken, zetten daarna met beide voeten in vollen ren van den grond af en komen met één prachtigen sprong weer in den zadel.
Bij de dubbele sprongen geschiedt dit aan weerszijden van het voortsnellende paard en het lijkt soms alsof in de vaart de berijder dan aan dezen, dan aan dien kant van zijn rijdier tegen den grond wordt geslingerd. Maar aan het eind van de baan zit hij na een woesten kreet weer trotsch als een koning en vast als een rots in den zadel.
Zoo gaat het door, de eene toer nog verbluffender dan de andere. Wij zien een kozak die over het terrein ijlt niet twee paarden, op ieder der dieren een voet. We zien ze, al galoppeerende, kopjeduikelen, salto’s maken.
En alles gaat even zeker, even geschmeidig als werkten ze op den beganen grond inplaats van op den springenden paardenrug.
Handig zijn de heeren ook en het moeten in den oorlog wel geduchte tegenstanders zijn.
In de Kaukasische spelen krijgen ze gelegenheid hun behendigheid in het handteeren van lans en schabel te toonen. Geheele oorlogstooneelen worden ons voor oogen gevoerd. Een patrouille wordt beschoten door een tirailleur; onmiddellijk wordt dekking achter de paarden gezocht en het vuur beantwoord. Schitterend is de wijze waarop de verstandige dieren het geringste bevel van hun meester onmiddellijk opvolgen.
Bij het vervoer van een gewonde knielen zij. om direct met de dubbele last verder le hollen. Staande te paard wordt een charge uitgevoerd. Een van de tien heeft bij dit nummer een ongeval. Hij stort van het paard, slaat eenige malen over den kop, maar staat onmiddellijk weer. Hij blijkt zich niet bezeerd te hebben en verricht de halsbrekende toer een tweeden keer met meer succes.
De kleine, de groote en omgekeerde pyramide zijn het summum van ruiterkunst en acrobatiek. Deze staaltjes van moed en techniek werden luide toegejuicht.
Een gevaarlijk staaltje was de salto mortale met de sabel tusschen de tanden. In rengalop werden voorwerpen van den grond opgeraapt, te paard werd door een vuur gerend …. het een was nog ongelooflijker dan het ander. En de duizenden sloegen, wat daar op die grasvlakte gebeurde, in steeds srooter spanning gade.
Aan het einddéfilé werden de phenomenale ruiters stormachtig toegejuicht en er was maar één roep …. ‘t Was schitterend wat zij presteerden.
Na het einde der demonstraties werden de onverschrokken rijders door den voorzitter der Renvereeniging toegesproken en met een lauwerkrans gehuldigd, een hulde, die zeker verdiend was. Aan elk der rijders werd als aandenken van dit eerste optreden in Friesland een speldje met het wapen van Smallingerland aangeboden.
Het draverij-comité voor de kortebaandraverij bestond uit de heeren Jhr H. van Baerdt van Sminia, Majoor F. G. B. de Wijs, N. de Jager, Johs. Plet, J. O. W. F. de Kat van Hardinxveld en P. Olij.
Naar wij vernemen, geven de Dzjiguitenkozakken. alvorens naar Leeuwarden te vertrekken, eerst nog een demonstratie te Oosterwolde.
___________________________________________________________ |
Terug naar ‘Hollandia”