26-03-1938 DE NOORDELIJKE BOND VAN LANDELIJKE RIJVEREENIGINGEN PRACTISCH TER ZIELE

___________________________________________________________

28-03-1938 Nieuwsblad van het Noorden, maandag 

SPORTNIEUWS Paarden
DE NOORDELIJKE BOND VAN LANDELIJKE RIJVEREENIGINGEN PRACTISCH TER ZIELE. 
Friesland en Groningen trokken zich terug. Vergadering te Assen.

Sinds geruimen tijd, n.l. van 28 Augustus af was er een ernstig persoonlijk conflict gerezen in den Bond van Landelijke Rijvereenigingen, dat tenslotte tot resultaat had een verschil van meening tusschen Groningen en Drenthe.

Op 15 Februari had te Groningen een vergadering plaats welke tot uiteindelijk resultaat had, dat de zittende bestuursleden hun mandaat ter beschikking stelden in verband met een reglementswijziging.
Zaterdagmiddag had nu de algemeene ledenvergadering plaats in het Stationskoffiehuis te Assen onder voorzitterschap van den heer T. H. Barlagen te Reiderswolderpolder.

Vooraf hadden de Groninger rijvereenigingen, behalve Stadskanaal, dus in totaal zes, een vergadering gehouden om hun houding in de algemeene vergadering te bepalen.
De secretaris van den Noord. Bond, de heer H. G. Addens uit Bellingwolde, deed, na een welkom van den heer Barlagen, lecture van een ingekomen schrijven van het hoofdbestuurslid, den heer L. J. Westerhuis, waarin hij mededeelde niet ter vergadering te zullen komen, omdat naar alle waarschijnlijkheid interne aangelegenheden besproken zouden worden en geen zaken, de Kon. Fed. v. Landelijke Rijvereenigingen betreffende. Aan het einde der vergadering kwam bericht van verhindering binnen van het andere hoofdbestuurslid, dat voor het Noorden zitting heeft, den heer Maarsingh uit Stadskanaal.

Ingekomen was verder een schrijven van den heer Schuiling uit Jacobi Parochi, voorzitter van de Friesche rijvereenigingen, waarin werd medegedeeld, dat Friesland zich uit den Noordelijken Bond terugtrok.
De Friesche Land. Rijver, gaan haar evenementen apart organiseeren, doch wel werd veel gevoeld voor een contact-commissie tusschen de Noordelijke provinciën, waarin elke provincie een lid aanwijst, terwijl een onpartijdig voorzitter door de Kon. Federatie wordt benoemd. Vervolgens las de secretaris een schrijven voor van de zes Groninger Rijvereenigingen welk schrijven was opgesteld naar aanleiding van de vooraf gehouden vergadering.
Hierin werd meegedeeld, dat die vereenigingen de consequenties van vroegere vergaderingen handhaafden en uit den Noordel. Bond zouden treden indien het zittende bestuur niet in zijn geheel werd gehandhaafd.

Bestuursverklezing.
Bij de hierna gehouden bestuursverklezing werd eerst over een voorzitter gestemd.
Friesland stemde niet mee in verband met het uittreden.
De Groninger vereenigingen stelden den heer Barlagen candidaat. Er werd per vereeniging gestemd.

Bij de eerste vrije stemming werden uitgebracht: op den heer Barlagen zes stemmen en op den heer J. P. de Vries uit Stadskanaal eveneens zes stemmen. Een tweede stemming had hetzelfde resultaat. Om de knoop door te hakken werd vervolgens eerst overgegaan tot candidaatstelling voor de overige bestuursfuncties.
De Groninger vereenigingen stelden de beide voor haar zittende bestuursleden candidaat, doch de Drentsche vereenigingen brachten andere candidaten dan de zittende bestuursleden naar voren.
Hierdoor traden dus de zes Groninger eenigen, gezien haar besluit in de voor-vergadering, ook uit den Bond, zoodat de Noord. Bond alleen nog bestond uit de Drenthsche vereenigingen en Stadskanaal.
De voorzitter stelde daarop voor een liquidatie-commissie te benoemen, waarin zitting zouden hebben een door elk der drie provinciën aan te wijzen lid.
De heer M. Kunst uit Nw. Buinen, verzette zich hiertegen namens de Drentsche vereenigingen, omdat naar zijn meening in deze vergadering niet tot ontbinding van den Noord. Bond kon worden besloten.
Er bleven immers nog zeven vereenigingen over. Er was dus geen meerderheid voor ontbinding.
De voorzitter antwoordde hierop, dat in de Noord. Bond reglementair zitting hebben de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, zoodat er geen Noord. Bond meer kan bestaan, als alleen Drenthe daar deel van uitmaakt.
Overigens was hij bereid om „een commissie” zonder nadere aanduiding, te laten benoemen, welke commissie na moest gaan hoeveel schulden er waren, opdat deze schuld tot heden hoofdelijk kon worden omgeslagen over alle vereenigingen in de drie provinciën.
Hiermede kon ook Drenthe zich vereenigen.
De benoemde commissie verrichtte haar werk ter plaatse en het bleek dat de schuld bedroeg f 143.44, zoodat elk der 19 vereenigingen f 7.55 moest betalen.
Dit was het slot van deze druk bezochte en correct geleide vergadering, waarin theoretisch de Noord. Bond v. Landelijke Rijvereenigingen nog even in leven werd gehouden doch practisch ter ziele ging.

Prov. Groninger Bond opgericht.

Terstond na afloop werd onder leiding van den heer Barlagen een vergadering gehouden van de Groninger Vereenigingen, waarin met algemeene stemmen werd besloten tot oprichting van den provincialen Groninger Bond van Landelijke Rijvereenigingen.
In het bestuur werden gekozen de heeren T. H. Barlagen, H. G. Addens en Steenhuis Geertsema.
De voorzitter van den Frieschen Bond, de heer Schuiling, die ook deze vergadering bijwoonde, sprak hartelijke woorden, waarin hij de hoop uitsprak, dat er prettige samenwerking zou mogen ontstaan door middel van de door Friesland voorgestelde contact-commissie, zoowel met Groningen als met Drenthe.
De heer Barlagen verklaarde hetzelfde doel te zullen nastreven, ook t.o.v. Drenthe.
Getracht zal worden een goede regeling te vinden met de Kon Federatie, ook wat betreft de hoofdbestuursleden, die het Noorden vertegenwoordigen.

 

___________________________________________________________

Terug naar Winnetou