21-06-1932 Van grooter importantie is evenwel de federatie van landelijke rijvereenigingen

___________________________________________________________

21 JUNI 1932 Sport in Beeld, GEïLLUSTREERD WEEKBLAD, UITGEGEVEN 

OVER PAARDENSPORT
door H. A. MEERUM TERWOGT 

Voor wie neutraal poogt te staan ten opzichte van verschillende takken van sport, is het dikwijls humoristisch te ervaren, hoe beoefenaars van een bepaalden tak van sport dien aanprijzen en verheerlijken. Ze zijn dan in hun verdwazing onbillijk en eng van gezichtskring. Ze zien het goede in de geliefde sport en al het andere verzinkt daarbij in het niet. 

De beoefenaren van de paardensport zullen, naar wij hopen en naar wij ook wel weten, niet zoo eenzijdig zijn; maar zij hebben toch een groote liefde voor hun sport en zij weten haar de koninklijkste aller sporten. 

Het doet ons genoegen, dat ondanks den intocht van den automobiel, de belangstelling voor het paard gebleven is en nog steeds groeit, zoowel hier als in het buitenland. De groote paardenraces in Engeland en die in Frankrijk en Duitschland zijn nog altijd in trek en weten nog honderdduizenden te boeien, ook al geschiedt dat onder invloed van den geldduivel, die bij het wedden om den hoek komt gluren. 

En nu zouden er zeer ethische beschouwingen te houden zijn pro en contra dat wedden; maar we gelooven, dat voor zulke theorieëren ons blad niet de aangewezen plaats is.
Een feit is het, dat er zoowat overal ter wereld bij paardenraces officieel kan worden gewed bij den totalisator, terwijl dat in ons land verboden is sedert de nu wel haast een kwart eeuw ingevoerde wet van Vuren, die den totalisator verboden heeft.
We herinneren ons nog levendig den venijnigen strijd in de Kamer en in de pers pro- en contra deze wet. Zij die contra waren en dus den totalisator wilden handhaven, beriepen zich op de persoonlijke vrijheid, op welke elk mensch recht heeft en ook op de belangen van de paardenfokkerij. Immers, men betoogde dat de fokkerij in Nederland niet zou kunnen bestaan en floreeren zonder den totalisator.
Mogen wij nu vragen of, nadat de wet 25 jaar gefunctioneerd heeft, werkelijk een zoo groote achteruitgang op het gebied der fokkerij, ingetreden is? Of heeft men de gelden, die vroeger uit den totalisator kwamen en voor de fokkerij werden aangewend, sedert uit andere bronnen weten te verkrijgen?
De bookmaker heeft den totalisator bij onze paardenraces vrijwel vervangen en schier overal laat de politie oogluikend toe, dat de “bookies” hun werk verrichten. Zij zelf zijn zoo verstandig om hun klandestien bedrijf eerlijk uit te oefenen en prompt met de goklustigen af te rekenen, wat het vertrouwen in den bookmaker zeer heeft versterkt.
De paardensport, althans wat de rennen betreft, schijnt toch den stimulans van het “gokje” niet te kunnen ontberen. 

De groote courses in ons land vinden nog altijd belangstelling en worden vrij druk bezocht. Duindigt spant wel de kroon, maar ook Hilversum en Alkmaar zijn paardencentra van beteekenis.
Naast deze groote meetings op het gebied der paardensport vindt men overal ten plattelande de kortebaandraverijen, die in bijna elk dorp enkele dagen in het jaar wat levendigheid en afwisseling brengen.
De liefhebbers van het wedden vinden voorts nog altijd gelegenheid, om dit te doen op buitenlandsche courses en tal van Nederlanders hebben duizenden guldens gewonnen of verloren door op paarden te spelen, die zij nooit hebben zien loopen en die hun triomfen behalen in landen, waar de gokker nog nooit geweest is en wellicht ook nooit zal komen.
De triomf van de sweepstake is vooral de laatste jaren te onzent fenomenaal. 

Er is naast de belangstelling voor de rennen en draverijen ook zeer veel aandacht in den lande voor de concoursen hippique. Hier is van wedden vrijwel geen sprake en hier blijkt ook duidelijker en directer het nut van de paardensport voor landbouw en fokkerij. 

Nog altijd vindt de paardensport in ons land een aanhang uit de meest uiteenloopende kringen en dit teekent haar dan ook wel tot een echt nationale sport.
De crisis en de malaise hebben hun invloed gehad op de paardensport; want zij die zich thans nog de luxe van een renstal kunnen veroorloven, zijn niet zoo talrijk meer. De stallen, uit zakelijke overweging op de been gehouden, beleven ook moeilijke tijden. 

Na den oorlog, toen er veel geld verdiend was en nog werd verdiend, heeft de paardensport een periode van grooten bloei meegemaakt en die heeft haar een krachtigen stoot gegeven op het gebied der populariteit, welken stoot men thans nog voelt nawerken.
Het zelf rijden is er enorm ingekomen.
Toen de menschen, die voorheen uit bescheiden beurs moesten leven in gunstiger finantieele omstandigheden kwamen, zochten zij naar expansie op vermakelijkheidsgebied. En honderden, ja zelfs duizenden in den lande, die zich nooit gedroomd hadden nog eens in hun leven op den rug van een paard te zitten anders dan in een hypodrome op de kermis, werden lid van de bestaande manéges of vormden eigen rijsociëteiten, gingen althans de paardensport zelf beoefenen.
Hierdoor kreeg de sport wel eenigszins een gemêleerd karakter, maar toch maakte de groote vraag naar paarden den handel levendig en de maneges in de groote steden gingen een bloeitijdperk tegemoet.

Vóór den oorlog was de paardensport althans het jacht- en terreinrijden en het deelnemen aan springconcoursen vrijwel uitsluitend in militaire handen. Maar als men thans ziet wie er alzoo deelnemen aan grootere of kleinere jachtpartijen, die zal zich over de uitbreiding van de paardensport en haar populair worden bij menschen, die zij vroeger niet bereikte, slechts kunnen verheugen. 

De A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland, heeft zich het lot van den ruiter in het bijzonder aangetrokken. De bond zorgt voor ruiterpaden en heeft onlangs nog een bijzonder congres belegd, om de belangen van het paard op den weg te behartigen. Die belangen zijn zoo geheel anders dan die van den automobilist, den wielrijder en den voetganger. Het is nuttig, dat ook aan het paard gedacht is; want behalve het luxe paard, dat den ruiter torst, functioneert de edele viervoeter toch ook nog altijd ten plattelande, waar de vrachtauto hem nog niet volledig’ heeft kunnen vervangen. 

De Nederlandsche Harddraverij- en Renvereeniging heeft de belangen van de ren- en draversport onder haar beheer en de Nederlandsche Hippische Sportbond zorgt meer voor het sportieve element in de paardensport.
Uit den aard der zaak zijn het nog altijd de officieren der bereden wapens, van wie men de beste sportprestaties verwachten mag en de landgenooten, die thans onderweg zijn naar Los Angeles zijn dan ook officieren, die daar zullen trachten den goeden naam, dien Nederland heeft op hippisch gebied, hoog te houden; waarbij wij hun alle goeds toewenschen. Moge het succes dat van ’28 nog te boven gaan.

Instellingen op paardensportgebied van de laatste jaren zijn nog de landelijke rijvereenigingen, die zich tot een federatie hebben geformeerd en de Burger Ruitersportvereeniging.
De laatste organiseert haar eigen wedstrijden en heeft juist in het begin van deze maand een zeer geslaagden vierdaagschen wedstrijd gehouden. De vereeniging is zeer actief en houdt ook in het seizoen op gezette tijden druk bezochte wedstrijden, cross countries en jachtritten.
Van grooter importantie is evenwel de federatie van landelijke rijvereenigingen, die een wijdvertakte organisatie heeft, zoodat overal in de provincie onderafdeelingen zijn, waar het werkpaard door den boerenzoon of den boerenknecht in hun vrijen tijd voor sportieve doeleinden wordt gebruikt.
Verleden jaar heeft deze vereeniging een groote massa-propaganda-dag gehouden te Amsterdam, die wel heeft aangetoond, dat de vereeniging bestaansrecht heeft en ‘n nuttigen werkkring kan vinden.
In de steden is het manégerijden zeer in zwang gekomen en overal waar er maar eenig geschikt terrein in de buurt van de stad ligt, ziet men des Zaterdags en des Zondags ruiters en amazones zich vermijen. 

Het carousselrijden is ook in trek. Menige feestelijke avond, aan dit onderdeel der hippische sport gewijd, brengt velen vertier. En niet alleen de uitvoering zelf, maar de genoegelijke oefenavonden, die aan de uitvoering van het caroussel moeten voorafgaan, geven ruiters en amazones gelegenheid zich vertrouwd te maken met de geheimen der paardensport, die altijd verrassingen brengen, omdat men het paard nooit geheel en al leert kennen, zelfs al is men, gelijk dat heet, tusschen de paarden in de stal geboren. 

Naar onzen smaak is de schoonste vorm van paardensport nog altijd die achter de meute. Hier krijgt de sport een schilderachtig aanzien. De kleurige gewaden van de roodgerokte ruiters in het prachtige veld achter de driftige honden aan levert een tafreel, het penseel van onzen besten schilder waardig. Dan eerst voelt men terecht, dat men hier te doen heeft met een der voornaamste sporten, die niet alleen sensatie en emotie brengt, maar die ook den schoonheidszin bevredigt en het gevoelig oog voor kleur en lijn bekoort. 

Ondanks alle malaise staat de paardensport in Nederland er goed voor. Ze is gezond en blaakt van welstand en ze schenkt een veel uitgebreider kring dan voorheen het intensieve geluk van schoone sportbeoefening. 

Mogen wij eindigen met den wensch, dat de paardensport, onder beheer van diverse onderling goed harmonieerende vereenigingen, mag blijven bloeien en zich als steeds, als echt nationale sport in de warme sympathie van duizenden mag blijven verheugen.

___________________________________________________________

Terug naar Winnetou