___________________________________________________________
18-05-1836 testament Jan Pieters Vork Notaris H. H. Brongers aktenr. 2966
Voor ons Meester Hendrik Hagenouw Brongers openbaar Notaris residerende te Winsum hoofdplaats van het Canton van dien naam Kwartier Appingedam Provincie Groningen, in tegenwoordigheid van de vier nagenoemden mede ondergetekende getuigen verscheen de landbouwer Jan Pieters Vork wonende te Zuurdijk aan ons en de getuigen wel bekend, dewelke thans ziekelijk van ligchaam doch zijn verstand volkomen magtig gelijk aan ons en de getuigen uit zijne houding en gesprekken is gebleken, ons hier ten zijnen huize te Zuurdijk heeft verzogt, om bevorens dit leven te verlaten en na zijne ziel aan de barmhartigheid Gods in Jezus Christus te hebben aanbevolen, zijne uiterste wil en tegenwoordigheid der na te meldene getuigen te willen opschrijven; hebbende wij dezelve alzoo geschreven zoo als door hem aan ons is voorzegd in in maniere als volgt:
“Ik maak aan mijne echtgenote Johanna Barbara Winter in conformiteit met ons huwelijkscontract gepasseerd voor Meester Frans Izäak Abresch Notaris te Zuidhorn, haar leven lang uit mijne nalatenschap eene jaarlijkschen revenue van Acht honderd guldens, met daarenboven uit mijn mobilair, zoo veel en zodanige meubelen voor haar huishouding als ter harer discretie, door haar zullen worden uitgekizen, de voorzeide achthonderd gulden zal door mijne natemeldene Executeuren worden gevonden uit den opbrengst mijner goederen, en aan haar telken jaare uitgekeerd worden in vrij geld zonder eenige korting.
Ik maak aan mijnen arbeider Jan Waais en zijne vrouw het genot van het gedeelte der behuizinge thans bij hun bewoond gelijk mede aan Derk Vork en zijne vrouw het genot van dat gedeelte van die behuizinge het welk door hun tegenwoordig bewoond wordt, zullende na overlijden van Jan Waais en zijne vrouw het geheele huis in eigendom overgaan aan Derk Vork en zijne vrouw, terwijl door Jan Waais en zijne vrouw gezamentlijk, en de langstlevende hunner daarenboven uit mijnen boedel zal genoten worden zoolang één hunner in leven zal zijn eene jaarlijksche revenue van dertig gulden.
De boereplaats en landerijen te Zuurdijk, thans bij mij bewoond en gebruikt, zal na mijn overlijden worden verhuurd aan Jan Jacobs Bos, landbouwer te Zuurdijk voor eene jaarlijksche huir van twaalf honderd gulden, de vaste landhuur, onderhoud en lasten daarenboven voor zijne rekening, en wel gedurende het leven van mijne vrouw; zullende het boerebeslag en de levende have gewaardeerd worden en door hem van die gewaardeerde som betaald worden aan den boedel jaarlijks vier pro cento, terwijl hij bij het eindigen der huurtijd voor die som het beslag en de levendige have zal kunnen overnemen, zullende [] door de natemeldene Executeurs met de huurder naar tijdsgelenheid de huirprijs kunnen worden verhoogd of veranderd.
Mijne erfgenamen zullen zijn die geene, welke daartoe door de Wet zullen worden geroepen met dien verstande nogthans, dat zij alle bij hoofden elk voor zijn persoon en bij gelijke deelen zonder onderscheid van vaderlijke of moederlijke lijn in acht te nemen zullen erven, doch bij vooroverlijden der ouders zullen de kinderen komen bij representatie te zamen, en dat die van halven bedde zullen gelijk staan in hun erfdeel met die van hele bedde of gelijke na en sibbe zijn.
Al het geen overig zal zijn van de van de huur der plaats en de verdere opkomsten mijner goederen zal jaarlijks verdeeld worden door mijne erfgenamen als voorschreven nadat aan mijne vrouw het aan haar gelegateerde zal zijn uitbetaald.
De regten van Successie op mijn na te latene boedel vallende zullen vóór alles moeten worden uitbetaald uit mijne nalatenschap.
Ik wil dat aan mijn debiteuren geene Capitalen zullen worden opgezegd, zoo lange zij behoorlijk de interesten zullen betalen.
Ik benoem tot Executeur van deze uiterste wil den landbouwer Willem Lammerts Dijkhuis wonende te Vierhuizen met last om bij zich in die qualiteit te assumeren den persoon welke hem bewust is, dat daartoe door mij wordt begeert, aan den welke ik verzoek om deze uiterste wil uit te voeren en te administreren in voegen hiervoor door mij is bepaald, zullende hunne beloning worden goedgemaakt naar billijkheid en zich ten dien aanzien regelen de Wet welke hier bestaan heeft onder de regering van Lodewijk Napoleon in Holland. Bij overlijden van een hunner verzoek ik den landbouwer Hendrik Jans Zijlma wonende te Zuurdijk in des overleden plaats als administrateur op te treden,
terwijl ik in allen gevallen begeer dat niet langer dan uiterlijk twee jaaren na den dood mijner vrouw mijn nalatenschap onverdeeld blijven, maar dat binnen dien tijd tusschen mijn erfgenamen de boedel zal [worden] gescheiden en verdeeld. “
Aldus door den Testateur aan ons voorgezegd, en door ons Notaris in presentie der getuigen eigenhandig opgeschreven verklarene hij Testateur, na voorlezing door ons aan hem in tegenwoordigheid der getuigen gedaan, alles wel te verstaan, overeenkomstig te bevinden met hetgeen door hem aan ons is voorgezegd, en daarbij te persisteren.
Alles gedaan en gepasseerd ten huize van den Testateur te Zuurdijk den vierden Mei Achttien honderd zesendertig in tegenwoordigheid van Freerk Jans Hekma, Evert Hendriks Schreuder, Hendrik Harms Hoving en Tjerk Jacobs Lantinga alle vier wonende te Zuurdijk aan ons bekend en volgens de vier bevoegde getuigen die na duidelijke herlezing dezen met den Testateur en ons Notaris hebben getekend.
___________________________________________________________ |
Naar Verkoop erfdelen in de nalatenschap van Jan Pieters Vork
Naar Inventarisatie nalatenschap Jan Pieters Vork
Naar Kwijting Executeurs-Testamentair
Naar Familie Vork