___________________________________________________________ |
17-11-1927 Nieuwsblad van het Noorden
De Ruitersport ten Plattelande.
Een medewerker schrijft ons:
Nog niet zoo’n groot aantal jaren geleden werd de ruitersport beoefend door een klein deel van het Nederlandsche publiek.
In de laatste jaren is dit wel zeer veranderd.
Momenteel staat de ruitersport in het teeken der belangstelling en zij mag zich verheugen in een steeds stijgende populariteit.
Begon het aanvankelijk met een alleenstaanden ruiter op het platteland, al spoedig kwamen er meer die zich, hoe kan het anders, gingen vereenigen om de mogelijkheid van oefenen en het ontvangen van lessen daardoor te bevorderen.
Steeds meer vereenigingen werden opgericht over het geheele land, die zich al spoedig weer gingen aansluiten bij de Landelijke Federatie, waarvan de bekende Burgemeester van Hoofddorp, mr. Slob, de eminente leider is. Het doel van deze Federatie is een band te vormen tusschen alle landelijke vereenigingen, leiding en voorschriften te geven, die in het belang kunnen zijn van de leden en vereeniging. Vooral de voorschriften bij wedstrijden, die feitelijk nog in opkomst zijn, blijken van groot nut.
Bovendien is het de bedoeling van de Federatie, de landelijke ruitersport te maken tot een Nationale sport.
Voorop wordt gesteld door het populariseeren van de ruitersport de liefde en de belangstelling voor het warmbloed paard aan te kweeken.
Evenals bij elke sport wordt niet altijd begrepen het groote nut der rijsport, waardoor de liefde voor het paard gekweekt wordt, omdat een goed ruiter zijn paard gansch anders leert kennen en gaat beoordeelen dan iemand die zijn paarden voortdrijft voor ploeg of wagen, in welke hoedanigheid het slechts wezens voor hem zijn zonder eenige andere beteekenis dan een trekkracht.
Hoe anders is het echter wanneer men zijn paard gebruikt als rijpaard, waardoor men het leert kennen in al zijn karaktereigenschappen, zijn eigenaardigheden, zijn kunnen en tekortkomingen.
Voor een buitenstaander valt dat moeilijk te begrijpen en verklaarbaar is het dan ook, dat velen van hun paarden geen “hekkenspringers” willen maken en het beoefenen van de rijsport nieuwerwetsche fratsen noemen.
Dat dit geen steek houdende argumenten zijn blijkt wel hieruit, dat de uitbreiding der ruitersport ten plattenlande groote vorderingen maakt.
Toen de liefde voor het paard dalende was en een veel gemakkelijker liefhebberij ontstond in het maken van een autotocht, toen het paard een oogenblik scheen verdrongen te zullen worden door de autotractie, toen de fokkerij door het geweldig dalen der prijzen niet meer loonend was en als gevolg daarvan niet algemeen meer beoefend werd, toen propagandeerden de onvermoeibare voorvechters van het warmbloedpaard de rijsport ten plattenlande, zeer goed wetende, dat dit een onfeilbaar middel was om de belangstelling voor het warmbloedpaard gaande te houden.
Zij hebben succes gehad. Overal worden rijvereenigingen opgericht en wordt nog steeds verder onvermoeibaar propaganda gemaakt voor een verderen vooruitgang.
Zoo lezen wij in het Drentsch Landbouwblad een pleidooi van mr. J. Linthorst Homan voor het oprichten van rijvereenigingen in Drenthe. Hij spreekt o.m. de wensch uit, dat nu eens iemand flink te keer zal gaan tegen de landelijke rijvereenigingen.
Wij zijn benieuwd wie en wat er tegen in zal worden gebracht, wij denken nihil. Want ook Drenthe zal zijn ruiters krijgen: dat is een tijdgeest, die niet meer is tegen te houden, de ruitersport behoort bij een richtige uitvoering der paardenfokkerij.
Wordt de kennis van het paard door het beoefenen der ruitersport belangrijk vermeerderd, ook de belangstelling voor het paard gaat weer belangrijk stijgen.
Zoo ziet men, dat op vele plaatsen waar feesten georganiseerd worden, op de programma’s een groote plaats is ingeruimd voor de ruitersport, die veelal bestaat in springconcoursen en jachtritten.
Dat het groote publiek voor deze sport zooveel belangstelling toont is verblijdend.
Maar ook hieruit blijkt weer, dat het paard niet is een wezen, dat alleen in staat is om te trekken, zweepslagen te ontvangen en vloeken en scheldwoorden aan te hooren. maar is een wezen van groote veelzijdigheid, dat met goede leiding, geboren uit achting en liefde voor het paard, tot buitengewone prestaties in staat blijkt te zijn.
Wanneer wij om dit aan te toonen even stilstaan bij het jaarlijksche groote concours-hippique te Dortmund, dan doen wij dit tevens om te vragen wanneer wij ook in ons land een dergelijke grootsche van ondernemingsgeest en doorzettingsvermogen getuigende rijsport-week krijgen. Waartoe de Duitsche ruiters met hun paarden in staat zijn hebben ze in Dortmund kunnen demonstreeren.
Naar deze stad is verleden jaar en ook dit jaar een sterrit georganiseerd van landelijke rijvereenigingen. Uit verschillende deelen van Duitschland komen op bepaalde uren de ruiters aan, die allen een groot aantal kilometers hebben afgelegd. Verleden jaar kwam een landelijke ruitersgroep uit Oost-Pruisen die maar eventjes een afstand had afgelegd van bijna 1200 K.M. Even nadenken welk een afstand. Wat een doorzettings- en volhoudingsvermogen is er van deze ruiters gevraagd en wat een prestatie van deze landbouwpaarden die de volgende dagen deelnamen aan de verschillende wedstrijden. Hieruit blijkt, dat de ruitersport wilskracht en onvermoeibaarheid kweekt, want een dergelijke prestatie is buitengewoon. Dit jaar hebben 9 landelijke rijvereenigingen aan den sterrit medegedaan. Ook hierbij zijn vereenigingen die een grooten afstand hebben afgelegd. Wij noemen b.v. die uit Meckelenburg-Strelitz, welke 576 K.M. moesten afleggen, Brandenburg 460 K.M.
Alle deelnemers en hunne paarden kwamen “fit” aan, hetgeen ze bewezen door het afleggen van een proef. Dit waren allen gewone landbouwpaarden, die dagelijks in ‘t boerenbedrijf gebruikt worden.
Tijdens de marschen worden de deelnemers des nachts ingekwartierd bij zusterverenigingen of sportminnende lieden: ook weer een daad welke getuigt van saamhoorigheidsgevoel. Inderdaad de ruitersport is een prachtsport waaruit veel goeds kan worden geboren. Een ruiter leert zich oefenen in tegenwoordigheid van geest, leert zich beheerschen, staalt zijn wil en tracht alle moeilijkheden het hoofd te bieden.
Ons land heeft het voorrecht een Federatie van Landelijke Rijvereenigingen te bezitten, die bestuurd wordt door zeer bekwame mannen, die alleen in de ruitersport een gewone sport zien, maar door het bevorderen der ruitersport de liefde voor het paard weer trachten aan te kweeken. Nederland heeft als land, dat een naam heeft te verliezen ten aanzien der paardenfokkerij, er belang bij, dat de belangstelling voor het paard blijft bestaan. Want wanneer de belangstelling voor het paard dalende is, dan gaat ook haar naam als natie, waar het paard een vooraanstaande plaats heeft, verloren.
De landelijke ruitersport is een prachtige en eervolle sport, een middel om hetgeen bereikt is op het gebied der paardenfokkerij te handhaven en op te voeren.
___________________________________________________________ |
Terug naar Winnetou